Chicago 2018

Dinsdag 14 augustus (Chicago, IL - Madison, WI)

Na een zen-reis – een rechtstreekse vlucht en een uitstekende service van KLM – kwamen we na 8u10 vliegen iets later dan gepland aan in Chicago.
Na aankomst ging het richting Budget voor het ophalen van de huurauto. De dame achter de balie vond mijn foto op mijn rijbewijs geweldig, en zei dat ik er nog steeds op gelijk (hm ;)). De auto die zou worden voorgereden was een Kia Sportage, op zich geen misse auto, maar ik wilde de reeks Amerikaanse huurauto’s in Amerika niet afbreken, en David gelukkig ook niet. Dus begonnen we een praatje over onze Amerikaanse road trip, en dat die pas af is met een Amerikaanse bolide. Voor iemand die voor een autoverhuurmaatschappij werkt had ze verbazend weinig verstand van automerken, want ze vroeg ons wat dan wel Amerikaanse merken waren. Na wat zoeken had ze een Jeep Grand Cherokee gevonden, maar de opleg (iets van 35 dollar per dag) gingen we echt niet doen. Ze wilde ons echt wel helpen, en zei ineens “a Dodge Charger, would that be ok?”. Ik was onmiddellijk verkocht, al kon David zich niet onmiddellijk een beeld vormen van de auto. Hij geloofde me niet onmiddellijk op mijn woord toen ik zei “dat is een geweldige muscle car, die moeten we hebben”. We zeiden dat we er wel maximum 10 dollar per dag voor over hadden, en dat heeft ze na denk ik 45 minuten (het computersysteem wilde niet mee) voor ons geregeld. Toen ze met ons meeliep zag ik hem al opblinken uit de rij. En ongeveer op dat moment werd David ook heel enthousiast ;). Het is de coolste muscle car waar we beiden al mee gereden hebben: een 5,7 liter V8-motor, 370 pk en een geweldig geluid. Alleen al hierom wordt onze reis geslaagd J.


Door de vertragingen met het vliegtuig en aan de balie bij Budget zijn we een uur of 2 later dan gepland kunnen beginnen rijden. Om 19u kwamen we aan in het hotel in Madison, waar we 2 nachten zullen verblijven. Op het eerste zicht lijken Wisconsenaren wat koel, we hebben nog wat tijd om van gedachten te veranderen.

Na het inchecken gingen we op zoek naar iets kleins om te eten, en dat hebben we gevonden in een supermarkt met een deli. Om 22u ging het licht uit, dat is 5u onze tijd, meer dan goed.

Woensdag 15 augustus (Madison, WI)

Zoals gebruikelijk werkt mijn bioritme omgekeerd op vakantie, en lag ik vanaf 5u naar het plafond te staren. David leek daarentegen nog druk bezig met slaap inhalen. Om 6u30 ben ik opgestaan, om wat te fitnessen. Ik was wat suf geslapen, dat moest wel helpen. En dat deed het ook J. Om 7u30 gingen we ontbijten. Ik nam ei, melk en wat kaas, dat van David was een stuk gevarieerder: bagel met cream cheese, wafels met maple syrup, eieren met spek en geroosterde boterhammen. Amai J.

Tijdens het ontbijt stond de tv op een ochtendprogramma, waarbij aan het publiek in de studio werd gevraagd hoeveel vakantie Amerikanen gemiddeld hadden. Dat bleek 17 te zijn, al neemt meer dan 50% die niet eens allemaal op uit sociale druk tussen werknemers onderling.

Om 9u ging het richting downtown Madison. Het was een mooie wandeling naar de State Capitol, waar er gratis tours werden gegeven. Om 9u59 waren we daar, om 10u begon er een tour. Ideaal. De groep was redelijk groot, met een hele bende Wisconsinse scoutsjongeren. De gids, Mary, begeleidde ons naar 6 verschillende zalen. We leerden met een patriottische ondertoon bij dat Wisconsin “The Badger State” is, dat het gebouw in huidige tijden 3 miljard zou kosten om te bouwen, maar dat het eigenlijk onschatbaar is van waarde gezien er in één zaal 8 zuilen uit Franse marmer staan die zodanig groot zijn dat zo'n stukken niet meer te vinden zijn nu.






Ze waarschuwde telkens voor de trappen die eraan kwamen tussen de zalen, waarna de helft van de groep panikeerde en een lift opzocht… Mensen die nochtans beter de trap zouden nemen ;). Na de laatste zaal kwam de ultieme waarschuwing: je kon naar het uitkijkpunt aan de koepel, maar daarvoor moest je de volledige 4 verdiepingen overwinnen. We besloten het er toch op te wagen ;). Het uitzicht was mooi, je ziet dat downtown Madison eigenlijk redelijk smal is, en omringd door 2 meren.

Na een uurtje stonden we terug buiten, en besloten State Street af te lopen. Op zich een leuke half verkeersvrije staat die eindigde op de universiteitscampus. Downtown kan je fietsen huren en dan weer op andere locaties inleveren, maar omdat het zo plakkerig was en het landschap toch niet volledig vlak, besloten we toch maar te wandelen. Na een korte rust aan lakes Mendota en Monona keerden we terug naar de auto, om lake Monona rond te rijden. Het is een leuke buurt, mooie huizen, vaak met zicht op het meer.

Toen we net in de auto zaten begon het te regenen, maar niet dat het daardoor afkoelde. We kochten onze lunch in een deli en aten die op een overdekt terrasje op in één van de vele parken rond het meer.

De keuze is hierbij gevallen op Toby’s Supper Club. Bij het oprijden van de straat leek al dat het drukbezocht was, en vooral door locals. Op zich een goed teken. Toen ik de deur van de bar opendeed, kwam er minstens 100 db Amerikaans gekwetter onze richting uit. Het bleek een echte bar te zijn, die barstensvol zat, en waar je als je echt wilde ook iets kon eten. We bleven wat verwilderd aan de inkom staan, geen idee wat je moest doen om de aandacht te trekken van de obers. Omdat ik blijkbaar heel ontredderd kan kijken, kwam er een vrouw spontaan van één van de tafeltjes ons het systeem uitleggen. En dat was gewoon naar de bar gaan, roepen wat je wilde hebben, en wachten tot dat voor je werd klaargemaakt. Ondertussen namen we een glas wijn, terwijl mijn kredietkaart bovenop de hoop van 20 andere kaarten werd gegooid. Dat leek ons alvast geen waterdicht systeem, maar daar leek niet over te worden gediscussieerd.



Het wachten duurde heel lang, meer dan een uur, terwijl Toby (een forse kerel waar ik wel drie keer inpaste) en zijn zus van de ene kant van de toog naar de andere vlogen. Die moet je ’s avonds niet in slaap wiegen denk ik. En dan kwam hij, onze tenderloin steak… Zonder meer, want al de rest moest je blijkbaar bijbestellen. Geen erg, op zich was het een goeie steak. Het was een belevenis, niet zeker of het voor herhaling vatbaar is ;).





Donderdag 16 augustus (Madison, WI – Fish Creek, WI)



Vanochtend begon exact zoals gisteren: fitness en redelijk hetzelfde menu voor ontbijt.



Gisteren had ik nog online tickets geboekt voor de rondleiding in het buitenverblijf van Frank Lloyd Wright, onze ondertussen favoriete architect J. Hij is born and raised Wisconsinenaar blijkbaar.



De tour begon om 11u in Taliesin. We kwamen mooi op tijd aan, zelfs ruim op tijd. We hadden even pret met een gezin dat tickets had geboekt voor de tour van 12u in Taliesin West. Dat ligt inderdaad westwaarts, zo’n 2000 km verderop in Arizona. “Are you kidding me?” vroeg de gezinsleider voor de hele gift shop. “No sir”, zei de man van het échte Taliesin. De man – die duidelijk de tickets had geboekt en dat nu serieus mocht horen van zijn vrouw – was even ten einde raad, want hij ging zijn geld hier niet terugkrijgen, de tours hier zaten vol tot 13u, en met Arizona is ook nog eens een tijdsverschil van 2 uur, dus die waren nog niet open om zijn geld terug te vragen…

Om 10u55 begonnen we eraan, en kregen we een zicht op de rest van de groep waarmee we de tour zouden doen. Ik wil nu niet gaan veralgemenen, maar opnieuw waren het grimmig kijkende Wisconsinsenaren. Toen ik dat opmerkte aan David zijn we iets te spontaan vrolijk beginnen te doen, waardoor de tourgenoten heel raar naar ons keken. Ach, laat ons maar de opgewekte rare kwasten zijn ;). Gelukkig was Mary (een populaire naam voor tourgidsen in Wisconsin blijkbaar) wel opgewekt en vrolijk. Volgens David moeten tourgidsen van FLW-huizen slagen in een examen aanbidderschap, want ook deze vrouw kon geen slecht woord verzinnen over de man. En dat lijkt makkelijker dan het is, want het was op zijn zachtst gezegd geen gemakkelijke mens: hij vond al zijn ontwerpen zijn eigen geniale vondsten, gaf dus nooit erkenning aan zijn invloeden, nodigde nooit andere architecten uit in zijn woonst, bouwde naar Davids gestalte veel te laag (zogezegd om je naar buiten te doen kijken, en niet omhoog…), en laten we eerlijk zijn, net zoals bij Fallingwater zitten er ook in Taliesin opmerkelijke “bouwfouten”. In Fallingwater noemde hij de lekken “natuurlijke bronnen”, hier was de leidraad “het is allemaal een test, kan mij niet schelen of het standhoudt of niet”.

Mary kickte op moeilijke vragen (en ook op heel dwaze ;)), slechts op 1 vraag moest ze het antwoord schuldig blijven. Wat ik heb onthouden van de rondleiding:
-       Frank bouwde niet graag op de “kroon” van bergtoppen. Dat was onnatuurlijk. Dus bouwde hij in de laag er net onder, waardoor het huis niet erg opviel en opging in het landschap. Dat was in Fallingwater zo, dat is hier ook zo. Dat bevalt me wel, het is ook hier geslaagd.
-       Een deel van de stallen wordt nu gebruikt als huisvesting voor studenten, die 42.000 dollar per jaar betalen om hier te mogen studeren (en de studie duurt 3,5 jaar). In de jaren dat hij er zelf nog woonde mochten ze voor dat geld het mos van zijn dak schrapen, meehelpen met de landbouw, en als er tijd overschoot mochten ze aan architectuur doen. In delen van het huis wonen nu decanen, studenten en andere aanbidders van de Frank.
-       Frank heeft 3 vrouwen gehad, bij de eerste heeft hij 6 kinderen gemaakt. Daarna ging hij ervandoor met zijn minnares (die ook 2 kinderen had), waarvoor hij Taliesin bouwde. Ze verhuisden voor een jaar of 2 naar Europa, in de hoop dat de storm ging overwaaien thuis. Dat deed hij jammer genoeg niet.
-       Taliesin zoals het nu is heeft 2 branden doorstaan. De eerste brand is aangestoken door een misnoegde bediende, die het huis, met 2 kinderen en de minnares in brand stak. Zij zijn allemaal omgekomen in de brand. De vrouw ligt begraven op een begraafplaats waarop Taliesin uitkijkt, de kinderen zijn door de vader begraven in Californië. De tweede brand was een combinatie van een blikseminslag met slechte elektrische bedrading. Dus eigenlijk bezochten wij Taliesin III.
-       Zijn derde vrouw, de bijna 30 jaar jongere Servische Olga, was precies niet zo’n fan van zijn “het moet één zijn met de natuur”: zij liet zijn stenen wanden bezetten met gyproc-platen ;). Ze zijn in het huis er nu druk mee bezig die aanpassingen weg te werken.
-       Olga had steeds het laatste woord, tot in de kist. In haar testament stond dat Frank na zijn dood moest worden opgegraven (die lag op hetzelfde kerkhof als zijn minnares en tweede vrouw), gecremeerd moest worden en dat de as samen met de hare vermengd moest worden in 1 urne. Ik ben er nu nog niet uit of ik dit nu geweldig of luguber moet vinden.
-       FLW zag volgens de gids dit huis als een test. Je ziet in bepaalde stukken de plafonds gevaarlijk overhangen. Dat komt omdat hij een kinderverdieping liet bouwen op de funderingen waarvan hij wist dat die niet sterk genoeg waren voor die bovenverdieping. Maar toch deed hij het. Het gevolg is dus zichtbaar, en is voor de huidige generatie een uitdaging om te stutten.
-       Het huis is altijd maar uitgebreid. Voor de heer Guggenheim liet hij een speciale kamer bouwen in 1 week tijd om hem te ontvangen. Dat was op zich een goede zet: hij mocht uiteindelijk het Guggenheim museum ontwerpen in New York. Ook al ging dat niet van een leien dakje (administratieve rompslomp omtrent bouwvergunningen) en heeft Frank zelf het gebouw nooit voltooid gezien: hij stierf 5 maanden voordat het Guggenheim museum werd opgeleverd.
-       Volgens David was het een bal van een vent, en heeft hij serieuze geldputten gemaakt met zijn projecten. Dat klopt ook, toen hij zijn einde voelde naderen heeft hij alles in een foundation gestoken, zodat zijn kinderen nooit zijn schuldenberg hebben geërfd.



Na 2 uur zat de rondleiding erop en reden we richting Manitowoc County. Dat is vooral bekend geworden dankzij “Making a murderer”, het verhaal van Steven Avery. Omdat we waarschijnlijk nooit meer in de buurt zouden komen, wilde ik wel Avery Road zien. Gewoon om een beeld te kunnen vormen van de omgeving.

Ondertussen was het zwaar beginnen onweren. Zo zwaar dat we even aan de kant moesten gaan staan omdat we geen klap zagen. Maar het bleef ook na de stortbuien gewoon klam. Het is een zwaar klimaat hier, klamme zomers en strenge winters. Voor de rest is Wisconsin het landschap van oneindige maïsvelden en landbouw. Niet lelijk, niet spectaculair.

In tegenstelling tot wat ik me had voorgesteld, is Avery Road gewoon een doodlopende straat, die uitkomt op de residentie van de Avery’s. Van wat ik me had voorgesteld uit de serie is dat het een lange doorlopende straat was waarlangs je honderden meters lang langs autowrakken kon rijden. Op zich zal dat zo wel zijn, alleen maakt dat deel uit van het private eigendom. En er waren genoeg bordjes om je daar attent op te maken. Toen wij uit de straat wegreden kwam er al een nieuwe auto aangereden met daarin een koppel dat druk aan het filmen en fotograferen was. De eens zo rustige grindweg is er sinds de serie een stuk minder rustig op geworden.

Na Avery Road was het nog een anderhalf uur rijden naar de eindbestemming van vandaag, Fish Creek. We kregen onderweg al een indruk van Lake Michigan, het grote meer dat we deze vakantie rondrijden. Bij aankomst in Fish Creek, later dan ingeschat, bleek het hotel voor de komende 3 dagen reuze mee te vallen. De Fish Creek Lavender Spa ligt op een 3 minuten rijden van downtown Fish Creek, een heel charmant stadje aan Lake Michigan. Voor het avondeten kozen we een zaakje op de Main Street, met op het eerste verdiep zicht op het meer. In vergelijking met gisteren, 2 dollar meer voor het gerecht, kregen we smaakvolle vissen (David witvis, ik zalm) en warme groentjes en al J. Als aperitief namen we 2 cava’s, en bij het hoofdgerecht namen we een glas “Cherry Blossom” om te delen, een lokale witte wijn. Bij nader inzien was het rode wijn, en toen ik dat zei tegen de ober zei hij “ja, maar hij is koud, vandaar dat we hem bij wit zetten”. Hm… De wijn zelf: als je je ooit al afvroeg waarom er geen Wiconsinse wijnen buiten Wisconsin te vinden zijn, dat is geen toeval. De “cherry” in de naam is geen onderschatting: dit was wijn van kersen. Heel apart, zo apart dat ik hem voor mezelf had J.

De komende 2 dagen zitten we volop in Door County, waar volgens de lokale toeristische gidsen een hoop te doen is. We zullen het morgen gaan meemaken!


Vrijdag 17 augustus (Fish Creek, WI)

Na een wat soberder ontbijt ging het rond 9u richting Peninsula State Park, dat aan de andere kant van Fish Creek ligt. De man in het visitor center blonk zoals zijn staatsgenoten werderom niet uit in vriendelijkheid, dus besloten we maar niet al te veel vragen te stellen en zelf uit te zoeken waar we zouden gaan wandelen. Zo groot was het park nu ook weer niet, en de kans op grizzlies utopisch. Davids oog viel op de Eagle Trail, een kleine loop die dan weer aansloot op andere trails.
Het eerste stuk van de Eagle Trail liep langs de kustlijn, en als je niet zou weten dat het een meer was, zou je denken dat het de zee is.


Na 45 minuten waren we eigenlijk rond met de Eagle Trail, en omdat dat toch wel belachelijk kort zou zijn, gingen we wat trails aaneenbreien om tot een grotere loop te komen: respectievelijk de Minnehaha, Lone Pine en Sentinel Trail. Die laatste 2 gingen meer van de kust weg, waren wat heuvelachtiger en dikker bebost. Tot dan waren we alleen nog maar chipmunks tegengekomen. Tot er ineens halverwege de trail een galopperend geluid onze richting opkwam. Omdat ik nog steeds niet echt gevaar zag, dacht ik dat het een invasie chipmunks was, dus liep ik wat ongeïnteresseerd verder. David stond wat scherper, want hij zag 2 herten, een mannetje en een wijfje, recht op ons afkomen vanaf links. Ik was zodanig geschrokken dat ik even niet goed wist wat te doen. Gelukkig hadden de herten deze ontmoeting evenmin ingeschat, want ze renden geschrokken de andere richting uit. Vanop een veilige afstand hielden ze ons wel nog een tijdje in de gaten.

Tegen de middag stonden we terug aan de auto: 7 km gewandeld in een mooie, doch niet spectaculaire omgeving.




We reden na de wandeling verder Door County in, langs de scenic routes van US42 en US57, helemaal tot bovenaan de punt van de county, Northport. Daar kan je een ferry nemen naar Washington Island, wat we niet hebben gedaan.

We stopten even in Whitefish Dunes State Park (omdat we toch een dagpas hadden voor alle Wisconsinse staatsparken), maar dat was eerder een publiek strand met pick-nickmogelijkheden.

Rond 15u kreeg David zin in een vieruurtje. Het is op zich typisch dat je de hele dag ijssalons en frozen custardzaken voorbijrijdt, behalve tussen 15u en 17u. Dus zijn we maar aan de drank gegaan ;). In Egg Harbor was een distillerie waar ze hun eigen bourbon en gin maakten. Vanuit de bar had je zicht op de coulissen. We namen beiden een cocktail op basis van gin (gin-ger frizz voor mij, ik had eerst de woordspeling niet door en vroeg een ger frizz… David nam de iets frissere cocktail met komkommer).

Om 19u15 schoven we aan voor het diner bij Alexander’s, een zaakje waar we eerder op de avond al waren voorbij gereden en waar we toen een tafeltje hadden gereserveerd. Goede beslissing, er was veel volk en anders hadden we langer moeten wachten. Ik nam tonijn, David kip. Beide gerechten waren heel lekker en meer dan genoeg.


Zonet heb ik nog een kayaktour voor morgen geboekt, we gaan op zoek naar scheepswrakken met een kayak die een doorzichtige bodem heeft. Dat leek ons wel een leuke ervaring. Die staat gepland om 12 uur, waardoor het morgen een rustige ochtend (en waarschijnlijk ook middag) wordt.

Zaterdag 18 augustus (Fish Creek, WI)

Kan je zeeziek worden op een meer in een doorkijkkayak? Jazeker!


Maar eerst het verhaal ervoor. Deze ochtend hadden we bij het ontbijt een zeer tof gesprek met 4 gepensioneerde leraren. 4 karakters, met zelfkennis: ze begonnen er zelf over dat leraren alles beter weten. 
Ze kwamen uit Illinois. Ze begonnen zelf over politiek, over de ongelijkheden in de VS, over de barbaar die nu hun president is en hoe die het land verdeelt. Ze waren zeer geïnteresseerd in onze standpunten en waren oprecht bezorgd over wat de rest van de wereld van hen moest denken nu. Naar eigen zeggen waren ze nog steeds niet over de schok heen van zijn verkiezing en durven ze er niet aan te denken dat hij voor een tweede termijn wordt verkozen. Ze gaven ons de raad nooit aan een Trump-stemmer onze mening te geven als we geen klappen wilden krijgen. Point taken :). Het gesprek duurde toch een uurtje, en het zijn die gesprekken die vakanties in de VS altijd kleuren. Morgen hebben we opnieuw afgesproken bij het ontbijt, en gaan we e-mailadressen uitwisselen. Een van de vrouwen zei dat ze allemaal in hun 80-er jaren waren, en als dat zo is, dan is dat hen niet aan te zien.



Rond half twaalf parkeerden we de auto op de parking van de Lakeshore Adventures. We kregen eerst een reddingsvest aangemeten alvorens we met zo’n 16 anderen op een bus werden gezet om in het water te worden gegooid. Dat gaat natuurlijk nooit zonder wat grondbeginselen over “dé” kayak en hoe je voorkomt dat je verzuipt.




Ik mocht als eerste het water in, David als tweede. De gidsen, Bella en Tyler, zouden ons langs minstens 4 wrakken gidsen, verspreid over een parcours van zo’n 3 mijl. De eerste indrukken van de kayak waren cool, het is heel apart om de begroeiing onder je voeten te zien voorbijkabbelen. De eerste stop was aan een vuurtoren. De vuurtoren heeft maar 50 jaar dienst gedaan, en de reden daarvoor waren alle wrakken waar we nu naartoe gingen: hij was zo slecht geplaatst dat teveel schepen erdoor in het zand beten.





Tot dan toe ging alles goed. Tyler maakte ons al warm voor een eventueel vijfde wrak dat een stuk verderop in het meer lag. Dat zagen we wel zitten, maar wie liever bij de vier andere wrakken bleef, mocht dat ook doen.

Bij het eerste wrak begon ik me wat minder te voelen. Nu ja, wrak, het waren planken op de bodem, volgens Tyler lag hij op zijn kant, maar het is niet dat je door deze tip ineens het licht zag.





Ik begon te merken dat het naar beneden staren toch bijdroeg tot mijn misselijkheid. Dus besloot ik bij het tweede wrak, opnieuw wat planken volgens David, naar de horizon te staren. Voor een meer zat er toch behoorlijk wat stroming op, en dat kabbelende water hielp ook al niet.
Vanavond wilden we wat goedkoper eten, dus zouden we pizza gaan eten bij Wild Tomato. Daar bleek de wachtrij al tot ver op de straat te staan. Het was een uur wachten op een tafeltje, maar als we take-out bestelden konden we binnen 25 minuten een pizza hebben. Dus deden we dat maar, een vegetarische, redelijk vette, maar lekkere, pizza om op te eten in de tuin van het hotel. We zijn er nog een hele tijd blijven zitten, het was een prachtige avond, David met een glas wijn, ik wijselijk met Cola Zero ;).

Nog 2 plankenbodems te gaan en halverwege, ook in tijd. Ik begon af te tellen. Bij de derde ging het van geen kanten meer, en tegen de vierde had ik meer zin naast mijn boot te hangen dan erin. Ik gaf het aan bij Bella, dat ik niet mee zou gaan, dat ik me ellendig voelde en dat ik als dat kon terug wilde. David bleef tot dan toe in mijn buurt, maar ik wilde niet dat hij de vijfde serie planken zou missen, die dan ook nog eens een stuk dieper lagen. Wie wil dat nu niet missen ;)? Dus zag ik de sterkere magen richting het vijfde wrak peddelen, terwijl ik achterbleef met een gezin en Bella. Bella was zeer lief, ze vroeg onmiddellijk versterking om ons halverwege tegemoet te komen en me zo snel mogelijk het water uit te krijgen. We zaten natuurlijk ook net op het zowat verste punt van de tour. Ze liet het gezin nog even onder een ander wrak dobberen, waarna ze met mij de terugtocht aanvatte. Ik mocht aan haar kayak inhaken en hoefde niet eens te peddelen als ik dat niet wilde. Ze vertelde dat zij ook misselijk wordt in die doorzichtige kayaks. Dan viel het me inderdaad op dat zowel zij als Tyler “gewone” kayaks hadden. Ze zei ook dat het vaker voorkomt. Al moet ik dan wel zeggen dat ze on-Amerikaans weinig waarschuwen voor het effect op mensen met gevoelige magen. Halverwege nam Emily over, die al even charmant was.

Het terugpeddelen viel nog dik tegen, het was een stuk verder dan verwacht. Met trillende benen zette ik voet aan wal, waarna ik op een bank ben gaan hangen, wachtend op de rest. David was onderweg gebrieft door Bella dat alles goed was gegaan bij de terugtocht. Een kwartiertje later kwam de groep terug aan, en vertelde David wat ik had gemist. Hij vond het op zich heel leuk, hij leeft echt op als hij water ziet, maar had effectief ook meer “wrak” verwacht.

Achteraf op de parking konden we er wel om lachen, dat ik zelfs in een bad misselijk zou kunnen worden… Maar toch heeft mijn maag de rest van de dag opgespeeld.

Na de tocht zijn we in de tuin van het hotel gaan zitten, om wat te chatten en bij te lachen met Jurgen en Ine J, en te lunchen. Net voor het avondeten gingen we nog even wandelen op het domein van het hotel. Ze hebben 200 acres, en erin zijn wat trails aangelegd die zelfs tot Peninsula State Park lopen, een heel aantal mijl verderop. Zover zijn we natuurlijk niet gegaan, het was een wandeling van een klein uurtje tot een mooi uitkijkpunt op een vallei.


Zondag 19 augustus (Fish Creek, WI – Marquette, MI)
Deze ochtend zijn we goed gestart aan het ontbijt met ons viertal uit Lincolnwood, een voorstad van Chicago: Jim (82), Mike (86), Barbara (79) en Marge (72). Het was opnieuw uiterst gezellig, allerlei soorten onderwerpen kwamen aan bod: de rellen in de VS in het woelige jaar 1968, waar Mike, onze geschiedenisleraar, heel bewogen en met een krop in de keel over vertelde (hij heeft mensen in zijn directe omgeving zien vermoord worden), de evoluties sinds 1929 in Europa, onze reizen door de VS, al onze respectievelijke jobs,... Ik had me sinds gisteren afgevraagd welke vakken ze hebben gegeven in hun carrière, maar ik zat er keer op keer naast. Marge was wiskundelerares (ik had haar vanwege haar journal dat ze bijhield en haar passie voor kunst eerder als talenlerares gezien), ook voor mensen uit het tweedekansonderwijs, Barbara was kleuterjuf (had ik ook iets in talen gegokt), Jim gaf tot mijn verbazing theaterwetenschappen (ik vond dat Jim er meer uitzag als een gym teacher), en Mike wisten we al, dat was een geschiedenisleraar (en als ik had moeten gokken, had ik hem leraar Latijn laten zijn).



We namen hartelijk en uitgebreid afscheid, met omhelzingen en kussen en al, en voor het wegrijden kreeg ik van Marge nog haar oorbellen, waar ik eerder op de ochtend een complimentje over had gegeven. Ze zijn ook heel speciaal, zelfgemaakt, en met een verhaal. Toen ik ze nog eens ging tonen hoe ze me stonden, kreeg ik weer een knuffel. Ik ga ze koesteren, het is een warme herinnering aan een opmerkelijke ontmoeting :).

Vandaag was verder een rijdag, we hebben Wisconsin achter ons gelaten en zijn Michigan ingereden. Tot onze verbazing is het in Michigan een uur later, dat had ik niet voorzien J. We zijn onderweg enkel gestopt om ons middagmaal op te eten, en voor een 2-uurtje bij de Dunkin’ Donuts. Het is pas de tweede die we deze vakantie tegenkwamen, dus hebben we maar het zekere voor het onzekere genomen en daar alvast een donut ingeslagen. Maar best, want erna zijn we er geen meer tegengekomen…

Voor vanavond zijn we in de plaatselijke Deli-supermarkt wat potjes gaan vullen met groentjes, noedels en gehaktbolletjes. Aan de kassa kreeg ik een complimentje van de kassierster, die mijn nieuwe oorbellen en het verhaal erachter heel leuk vond. Het is ook leuk het te vertellen J. De eerste indruk van de mensen uit Michigan is een stuk positiever dan Wisconsin, raar soms.

Morgen gaan we 10 mijl wandelen in Pictured Rocks National Lakeshore, de langste trail die je kan wandelen. Na een passieve dag als vandaag kijken we daarnaar uit!

Maandag 20 augustus (Marquette, MI)


Ontbijten met Fox & Friends, waar Guiliani nog maar één van zijn kemels kwam verduidelijken, het is niet bevorderlijk voor je eetlust J. Gelukkig was het een lekker en uitgebreid ontbijt.

De rit naar Pictured Rocks, en meer bepaald het startpunt van de trail aan de Chapel parking lot, was toch een stuk langer dan verwacht. Om 11u10 begonnen we aan onze tocht. Eerst een heel stuk in een chipmunk-rijk gebied langs Chapel Falls naar Chapel Rock. Dat was zo’n 5 kilometer. Chapel Rock was drukbezocht, en was ook prachtig: een op een speciaal manier geërodeerde zandsteen met daarop 1 boom. Daar pauzeerden we even om te lunchen.





Daarna konden we kiezen om een loop te maken, of rechts te gaan naar Spray Falls. Links leek het een stuk drukker, en het pad rechts een stuk ruiger. Dus gingen we rechts, 1,7 mijl enkele rit J. We zullen nooit weten wat er links was, maar rechts heeft niet ontgoocheld. Het was een stuk minder druk, minder bewandeld en het was een mooie afwisseling van uitkijkpunten met stukjes in het bos. Het pad liep soms vervaarlijk langs de kliffen, en het leek ongevaarlijk daar even te gaan piepen, maar dat was het niet: als je daar zou beginnen schuiven, dan val je metersdiep van de klif in ondiep water…


Onderweg kwamen we 2 luid kwetterende dames tegen, die ons de raad gaven na het eerste “Spray Falls-bord” nog een halve mijl verder te lopen als we een zicht wilden hebben op de waterval zelf. Dat was een supertip, want aan het eerste bord had je er inderdaad geen zicht op.

Om 14 uur begonnen we aan de weg terug. Aan Chapel Rock zouden we dan beslissen om ofwel alsnog de loop te doen, ofwel dezelfde weg terug te keren. Als we de loop maakten, dan zouden we zijn afgeklokt op 21 km, maar dat leek me wat te hoog gegrepen, ook qua tijd.

Toen we terug bij Chapel Rock waren, hebben we even gerust op een boomstronk. Ik schrok me eerst kapot omdat er links van mij geritsel mijn kant opkwam, maar tot groot jolijt van David was het opnieuw een chipmunk. En nog een redelijk stoutmoedige ook, die had het brood zelf uit onze rugzak gehaald als het had gemoeten. We gaven hem wat stukjes brood, waarna er snel een tweede opdook. Ze stoven beiden hun kant op met het brood, en tegen dat het op was, kwamen ze gewoon nieuw vragen. Erg schattig.

Ik begon te merken dat mijn koolhydratenvoorraad begon op te raken, dus zag ik het niet zitten de grote toer te doen. Het laatste half uur was het “op”, ik was verschrikkelijk moe bij aankomst aan de auto.

David heeft voor deze vakantie nieuwe wandelschoenen, gifgroene. Dat lijkt een hypnotiserend effect te hebben op chipmunks, die in het flitsend groen blijkbaar een oase van eten zien. Op de terugweg zijn er een aantal komen aan snuffelen, om daarna ontgoocheld terug het struikgewas in te rennen. 

Al bij al geen slechte wandeldag: 16,05 km voor de trail en 27.231 stappen op het einde van de dag.


Vanavond deden we hetzelfde voor het avondeten: naar de deli voor wat gehaktballetjes, rijst, gevulde koolbladen en cupcakes J.

Dinsdag 21 augustus (Marquette, MI – Sault Sainte Marie, Ontario, Canada)


Vanochtend een rustig ontbijt zonder Fox op de achtergrond, na mijn ochtendsessie fitness. Al zou ik er nu geld voor geven hem wél op Fox te kunnen zetten, gezien de laatste ontwikkelingen rond Cohen en Manafort, maar jammer genoeg zitten we in Canada ;).

Vandaag stond op weg naar Canada 1 stop op het programma: Seney National Wildlife Refuge. Dat hangt af van de US Fish and Wildlife Service, maar qua aanpak lijkt het op de National Park Service. Hier ligt de nadruk meer op de fauna dan op de flora. Er zitten een massa vogels, van uit de kluiten gewassen zwanen, ganzen tot speciale soorten zwaanachtigen. Daarnaast zijn er ook bevers bijvoorbeeld. De vriendelijke lispelende man in het visitor center had snel door dat we wilden wandelen zonder mensen tegen te komen, en gaf ons wat tips waar we dat konden doen. De paden zijn eigenlijk dienstwegen, waarop je mag wandelen of fietsen.

Er was een wildlife loop, en een fish road loop om met de auto af te rijden. Omdat de fish loop langer was, besloten we die te doen. Beide routes zijn onverharde eenrichtingswegen, en brengen je langs de verschillende “pools”. Het was een mooi landschap, wat moerasachtig, met effectief veel zwanen en ganzen. In de meertjes lagen ontzettend veel waterlelies, wat ook een mooi zicht was.

Op het einde van de fish loop kwamen we terug op de wildlife loop. We parkeerden langs één van de dienstwegen en gingen 5km wandelen. Qua wildlife viel het wat tegen, we zouden graag eens een otter of bever spotten, maar dat is ons niet gegund geweest. David spotte wel een dikke slang, wat achteraf een northern water snake bleek te zijn. Achteraf gezien heb ik wel geluk gehad, ik had de slang niet gezien en als ik in hetzelfde pad als David had gelopen, was ik er misschien op getrapt. Sinds de slangenontmoeting liepen we net iets minder op ons gemak verder, maar ik ging er toch van uit dat het er niet stikt van de slangen. Of dat maakte ik mezelf toch wijs ;).




Al bij al was het een leuke stop, en een mooie wandeling.

Rond 14u gingen we verder met de reis naar Sault Sainte Marie. Dat was nog tweetal uurtjes rijden, grensovergang niet inbegrepen.

Sault Sainte Marie heeft een Amerikaanse en een Canadese kant. Omdat het me leuk leek ook eens in Canada te stoppen, ligt ons hotel voor de komende 2 dagen in Canada. De brug naar Canada bleek een tolbrug te zijn. Een gigantische brug over industriegebied. Net na de tolpoort werden we “uitgewuifd” door de Amerikaanse douane, om aan de overkant begroet te worden door de Canadese grensbeambte. Een heel vriendelijke mevrouw die tot mijn ontgoocheling geen stempel zette in ons paspoort.

De eerste indruk van Sault Sainte Marie was niet overweldigend. Veel leegstand, armoede en ongezellige voorsteden. Ons hotel kijkt uit op een op zich charmant, maar wat griezelig leeg motel. Het heeft wat weg van Bates Motel, al zijn zij in dit geval niet afgesneden door de Interstate, maar zijn ze het licht ontnomen door een kloefer van een gebouw dat ons hotel is (van een keten, jaja, ook wij zijn schuldig aan de teloorgang van het motel...). 


Voor het avondeten wilden we downtown verkennen, volgens de kaart moest dat wel mooier zijn, met hotels aan de lakefront en een compact centrum. De weg ernaartoe beloofde al niet veel goeds: een aaneenschakeling van leegstand en verloederde buurten die, tot nader inzien, eigenlijk doorliepen tot in downtown. Het restaurant, Solo Trattoria, viel dan weer heel erg mee, en leek niet in dit plaatje van de rest van downtown te passen. Gelukkig maar. Eens binnen zie je toch niet wat er buiten aan de gang is ;). Het was een voltreffer. Er waren geen tafeltjes meer vrij, maar we konden aan de bar zitten. Op zich altijd leuk, en de barvrouwen waren heel attent. Eentje gaf ons wat uitleg over wat er allemaal in haar cocktails zat J. Toen David een tweede glas vroeg, keek onze barvrouw nogal vragend naar mij, waarop ik bevestigde dat hij dat mocht ;).


Morgen stond eigenlijk een treinrit naar Agawe Canyon op het programma, maar omdat dat uiteindelijk toch nogal duur uitviel en de reviews maar matig waren met momenten, gaan we er “gewoon” met de auto op uit, wat verder Canada in, naar Pancake Bay State Park (wat ik in mijn geheugen had opgeslagen als Cupcake Bay, dus kan het nu alleen maar ontgoochelen), met opnieuw zicht op Lake Superior.

Woensdag 22 augustus (Sault Sainte Marie, Ontario)   


Omdat de wandeling van woensdag er toch wel heeft ingehakt, komt dit verslag een dag later ;).



Gisterenochtend gingen we na een opnieuw lekker gratis ontbijt rond 9u richting Pancake Bay. Op minder dan een uurtje waren we op de plaats van bestemming, het State Park met dezelfde naam. Van zodra we de voorsteden van Sault Sainte Marie achter ons lieten, viel het ons op hoe mooi de natuur ineens werd. Dik beboste heuvelachtige gebieden, een kronkelweg langs het water en dan weer de bossen in,… De weg van Munising in Michigan tot hier was een stuk saaier en platter. We hadden al helemaal zin in de wandeling, die 12 tot 14 km lang zou zijn.



De parking van de start van de wandeling lag even buiten het hoofdpark zelf, van het meer weg, waar het visitor center was. We vulden onze namen in op het guest book, en zagen dat er die dag zich nog 3 andere mensen hadden gemeld. We hoopten op weinig volk, en dat leek toch te gaan lukken ;).


De eerste kilometers gingen vlotjes. Goed dat we een kaartje hadden, want het was niet altijd duidelijk hoe het pad effectief liep. Op een bepaald moment kwamen we aan een kruising, waar David zijn ingebouwde kompas zei dat het naar rechts was, terwijl mijn gevoel zei dat het naar links was. Omdat mijn kompas wel vaker het noorden kwijt is, meldde ik het gewoon dat ik het raar vond, en gingen we rechts. Dit was een onverhard pad waarop ook auto’s konden rijden. Dat leek te kloppen met het kaartje. Twee kilometer verder hoorden we duidelijk terug de hoofdweg, wat dan weer niet leek te kloppen met het kaartje, we moesten er namelijk net van weglopen. Tot we op een camping uitkwamen. Dan zagen we het foutje in ons kaartlezen, we hadden effectief naar links gemoeten een stukje ervoor ;).

Geen erg, dan ging deze tocht gewoon 4 kilometer langer worden ;). We keerden om en merkten al gauw dat dit nu wel de juiste richting was. We liepen richting de watervallen (nu ja, eerder een heftige stroom), waar we aan de waterkant 2 achtergelaten rugzakken lagen liggen. Davids fantasie nam even de vrije loop, hij vermoedde al wanhoopsdaden, familiedrama’s of een berenaanval…

We besloten daar even te rusten en te lunchen. Afgezien van de rugzakken was er nergens teken van leven. Na de korte pauze liepen we verder, waarna we aan de overkant 2 vrouwen met een hond zagen lopen. Tot zover het mysterie ;). Al zouden wij nooit zo lang onze rugzakken alleen laten…

Toen de falls trail terug aansloot op een ander stuk van de wandeling werd het opnieuw onduidelijker naar waar het pad nu precies liep. We liepen even langs rechts verder, maar dat voelde te ruig om goed te zijn. Dus besloten we om te keren en de loop op een andere manier rond te maken. Op dat pad zagen we verse afdrukken van berenpoten. Dat maakte het ineens een stuk minder rustig, het bos was zo dicht begroeid dat die beer waarschijnlijk ook gewoon het pad volgde.

Gelukkig zijn we de beer niet tegengekomen. Tegen dat we aan de volgende kruising kwamen, zagen we dat we het rondje eigenlijk in de omgekeerde richting liepen. Als we het juist hadden gelopen, hadden we bordjes gezien om de zoveel meter om de weg aan te tonen. Jammer, want op zich was het een makkelijker route als we hem in de “juiste” richting hadden gelopen. Het pad zelf was erg lastig en geaccidenteerd, als die bordjes er niet stonden, zou je je soms gaan afvragen of je wel goed zat. Het laatste stuk kwam uit op een lookout, die was afgesloten omwille van reconstructie. Dat was echt wel jammer, omdat dit uitkijkpunt een mooi uitzicht gaf op het meer en de vallei errond. We twijfelden wat, maar de trap die was afgesloten leek uit meerdere stukken te bestaan. Het eerste houten stuk was effectief ingezakt, maar daarna kwam een metalen stuk waar volgens ons niets mis me was. Dus besloten we toch te gaan kijken en te zien hoe ver we zouden geraken. Er waren meerdere trappen richting de top, sommige waren al afgebroken, maar het parcours eronder was perfect te doen. Het uitzichtpunt was de moeite, we waren heel blij dat we het er toch op gewaagd hebben!

Omwille van het vele zoeken en rondjes lopen klokten we op de parking af op exact 20 kilometer (als het 19,8 was geweest, was ik wel 200 meter gaan uitwandelen op de parking ;)). Omwille van het parcours was het toch vermoeiender dan gedacht. Maar we waren heel blij van de wandeling en de dag.

Statisteken van de wandeling:
-       20,05 km
-       Totaal aantal stappen voor de dag: 34.022
-       282 minuten actief geweest

Voor het avondeten gingen we naar Wendy’s. Eigenlijk een Amerikaanse keten, waar we in al die tijd nog nooit zijn gaan eten. Het is in principe een Mc Donald’s, alleen hebben ze bij Wendy’s een triple hamburger (Dave’s triple). Die was dus voor David ;). Een hamburger waar ik niet eens mijn mond wijd genoeg kon voor opendoen… Ik nam de kippenburger. Na zo’n dag mocht dat wel, en het heeft echt gesmaakt!

Om 21u ging bij mij het licht uit, doodop.

Donderdag 23 augustus (Sault Sainte Marie, Ontario – St Ignace, MI)


Vandaag lieten we Canada terug achter ons en reden we terug de VS in.

Ik ben om 6u30 opgestaan om te fitnessen. Tegen dat ik terug was, leek David nog steeds in een diepe slaap te verkeren (wat zijn FitBit later zou bevestigen). Om 8u15 moest ik hem toch echt wel wakker maken, want we moesten toch voor 9u aan het ontbijt staan. Het werd me eerst niet echt in dank afgenomen, hij was het eerste half uur duidelijk aan het bekomen van de abrupte verstoring uit zijn slaap ;).

De rit vandaag was niet te ver: 80 kilometer tot de veerboot naar Mackinac Island. Aan de Amerikaanse grens was de grensdame even vriendelijk als haar Canadese tegenpool, het is kortom een vriendelijke grensovergang J.

We kwamen mooi op tijd aan bij de veerboot. Er bleken er meerdere te zijn, wij kozen voor de Star Line. Ze hebben een fast service naar het eiland, en dat bleek te kloppen: om 11u stapten we op de boot, om 11u15 waren we er.

 Mackinac Island is een eilandje waar de tijd is blijven stilstaan, met een 500-tal permanente bewoners. Er zijn geen auto’s toegestaan op het eiland, enkel paardenkoetsen en fietsen. De hoofdstraat was charmant. En tegelijkertijd stinkend, die paarden laten behoorlijk wat ongewenst materiaal achter op straat…

We wilden een fiets huren, en dat was niet echt een probleem. We kozen er eentje op goed geluk, en wonder boven wonder hadden we geluk: het waren écht goeie fietsen. Je kan het eiland rondfietsen, dat is dan een rondje van 8.2 mijl. Op main street kan je daar t-shirts van kopen, dat je de volle 8.2 mijl hebt afgefietst, het lijkt hier heel wat J. Het viel al snel op dat Amerikanen geen fietscultuur hebben. We zagen mensen leren fietsen, met alle gevolgen vandien, en diegenen die het (net) konden, konden niet altijd goed richting houden.

De 8.2 mijl was een aangelegd pad langs de kustlijn. Onderweg stopten we een aantal keer om naar het azuurblauwe, heldere water te kijken. Het was echt wel mooi. De huizen langs de kant van de weg zijn prachtig, en lijken onbetaalbaar.

1 uur en 2 minuten later waren we terug bij het startpunt. We liepen nog wat verder in het havenstukje, waar enorm veel ambachtelijke fudge-zaken waren. Het was een belevenis hen de fudge te zien maken, waar we dan ook even bleven staan naar kijken. En later ook een geweldig lekker stukje vanille gekocht. 


Iets na de middag liepen we richting een mini-golfachtige inrichting aan het water. Het was eerder green putting, want het was zonder hindernissen, maar met gemillimeterd gras. Ik daagde David uit, die de uitdaging accepteerde J. De einduitslag is verder onbelangrijk, maar hij heeft niet gewonnen ;).

Tegen 16u hadden we het wel gezien op het eiland, en namen we de ferry terug naar het vasteland. Die was zo mogelijk nog sneller dan de heenreis, we vlogen alle kanten op door de wind en de golven. Voor 20 minuten kan ik dat wel hebben, en deze rit duurde gelukkig voor mij nog geen 15 minuten.

Het hotel voor vanavond, de Baymont suites, is te duur voor wat het is, maar je hebt wel meerzicht (aan een toeslag). Dat deed het hem, we hebben ons avondeten in de tuin voor onze kamer opgegeten (een volledig braadkieken met wat garnituur). Het was een prachtige avond om aan het meer te zitten. Al hadden we wat moeten wachten met het voederen van de meeuwen: de twee die er zaten waren zo enthousiast bij het eerste stukje brood, dat ze ineens hun familie van 50 optrommelden. Dat was ineens een stukje minder rustig eten J. Toen wij genoeg kip hadden, is David de restjes aan de rand van het meer gaan leggen. Dat was zot om te zien: grote ruzie in de familie, en nog geen 2 minuten later was de volledige kip, met botten en al, weg.



Vrijdag 24 augustus (St Ignace, MI - Bay City, MI)

Vanochtend was het ontwaken met een uitzicht, dat was leuk. We waren "half" gehaast, er stond behalve shoppen en 3 uur rijden niet veel op het programma.

Tijdens het ontbijt zaten twee zwaarlijvige mensen die een stuk jonger waren dan ons. Ik moet me retrospectief verontschuldigen over mijn vooroordelen, want ze waren eigenlijk heel vriendelijk, en we hadden er nog een leuke babbel mee. Ze waren op vakantie, voor een weekje, en kwamen van de kanten van Detroit. Als ik hem over de criminaliteit in Detroit hoorde vertellen, kreeg ik toch weer wat schrik van downtown. Niet dat wij in downtown gaan verblijven en behalve het redelijk veilige baseball morgenavond zijn we ook niet van plan er 's avonds te zijn. Ze hadden nog nooit mensen ontmoet uit België, bij deze dus :). Bij het weggaan had een ander "plaatselijk" koppel onze verhalen gehoord, ook de vrouw wenste ons nog "a great stay in the US of A". Mensen zijn hier een stuk vriendelijker dan in Wisconsin, nogmaals bewezen.

Om 14u kwamen we aan bij de outlets in Birch Run. Het zag er op het eerste zicht gigantisch uit, en dat was het ook. "Dat is hier een grote ramp he", zei David, terwijl ik net heel uitgelaten werd :). We zouden keuzes moeten maken, en dan zitten Ralph Lauren en Tommy Hilfiger daar altijd bij. Dankzij de live-verbinding met Jurgen en Ine hebben we ook voor de jongens mooie deals gevonden. Ook voor ons was het een mooie oogst, zonder al te veel uitgegeven te hebben.

Om 17u30 stopten we ermee, en zochten de dichtste Chili's bij het hotel. We hadden nog eens zin in de gigantische kuipen cocktails, en David in fajita's. Ik nam een steak met avocado, eigenlijk ook heel lekker. En dus beiden een cocktail, ze zijn nog steeds even groot :).

Het hotel voor vanavond, de Hampton Inn, is gloednieuw, onze kamer ruikt nog naar nieuwigheid. Ik voel dat we goed gaan slapen!

Zaterdag 25 augustus (Bay City, MI – Detroit, MI)


Vanochtend begon mijn dag terug met fitness (in de meest complete en mooiste fitness tot nu toe), voor David met opstaan en ontbijten ;). Het was één van de beste deze vakantie, de Hampton Inn wordt toegevoegd aan het lijstje favoriete ketens.

Tijdens het ontbijt wilde David wel een wafel maken. Alleen was er een moeder met haar 2 volwassen dochters, die samen naar een BMI van 100 leken te streven, die constant wafels aan het bakken waren. Toen de ene klaar was, stond één van de dochters al klaar om het wafelijzer opnieuw aan het werk te zetten. Het was me eerst nog niet opgevallen, maar eens je het zag, kon je op niets anders meer letten. Ze waren er al eerder dan wij, en waren dus van plan om het komende uur (om 10u sloot het ontbijt) te blijven wafels bakken. Het leek wel de scène uit Nero ;). En elke wafel werd overgoten met liters maple syrup, zot om te zien. Toen de wafels op waren, gingen ze verder met eieren en ontbijtgranen om het gezond af te sluiten…

Ondertussen was het buiten aan het gieten, dus hadden we tijd hun ochtendritueel te blijven volgen.

Vandaag stond niet veel op het programma. We gingen terug naar de outlets, om een kortingscoupon te claimen op de aankopen van gisteren (maar die ik vergeten tonen was), en om toch nog wat t-shirtjes te kopen bij Ralph Lauren. Over de korting deed de man bij Ralph Lauren absoluut niet moeilijk, hij nam de rekening aan en begon manueel alle kortingen te berekenen. Alles met de glimlach, en 71$ extra korting. Wij dus heel tevreden J.

Verder wilde David nog even stoppen bij Nautica, een winkel met zeilen als thema in hun kleding, zoals de naam doet vermoeden. Ik was op dat moment in de Nike store, waar David liever niet mee naartoe wilde. Het is er inderdaad altijd druk. Achteraf zei hij waarom: blijkbaar ben ik al bij elk outletbezoek in een Nike store geweest, maar heb er nog nooit iets gekocht. Hij had daar deze keer opnieuw op gegokt, en t is nog waar ook! Bij Nautica moest de verkoper lachen toen hij David terug zag binnenkomen, omdat hij eerder blijkbaar had gezegd dat hij geen jasje kon kopen zonder de goedkeuring van zijn vrouw. Toen we ermee aan de kassa stonden, moest hij eens goed lachen, en zei hij dat David “een zeer wijs man” was omdat hij niets koopt zonder mijn goedkeuring ;).

Lunchen deden we bij JJ’s, “gourmet sandwiches”. Ze waren echt heel lekker, versgebakken brood ook. Eigenlijk lekkerder dan Subway, we hebben een nieuwe favoriete broodjesketen J.

Na de lunch was het nog een uurtje rijden naar Detroit, onderweg stopten we nog even in Ann Arbor. Daar kon je kayakken of met een opblaasband langs een kunstmatig wildwaterstukje peddelen. Daar hadden we jammer genoeg geen tijd voor, het baseball begon al om 18u vanavond.

Om 16u checkten we in bij opnieuw een Hampton Inn, een even modern hotel als gisteren. De eerste indrukken van Dearborn, een voorstad van Detroit, zijn echt positief. We kijken uit op prachtige huizen die aan de achterkant van het hotel liggen, en de hoofdstraat, Michigan Avenue, is serieus opgewaardeerd ten opzichte van wat je op Google Street View ziet. Gelukkig maar, het is echt onverwacht.

Het was een half uurtje rijden naar het baseball stadium in downtown Detroit. Onderweg passeerden we langs het vervallen beroemde centraal station, dat inderdaad plompverloren staat. Dat station werd ooit op de groei gebouwd, in de veronderstelling dat de stad zo ging groeien dat het ooit in het centrum zou liggen. Dat heeft ze echter nooit gedaan… Ik wil er de komende dagen zeker naar terug.

Het was even zoeken naar de parking, maar dankzij een vriendelijke agent werden we op de juiste weg gezet. Het stadion is zoals alle stadions indrukwekkend om zien. En steeds met mooi zicht op de stad. We stonden aan de ingangspoorten toen het volkslied werd gespeeld, en prompt stopte iedereen met werken, en wees naar waar een vlag stond waarnaar je je kon richten om het volkslied mee te zingen. Het blijft toch opmerkelijk J.


De match zelf: eigenlijk zijn de Detroit Tigers toch wel een beetje losers, het was echt geen goeie match van hen. De Chicago White Sox wonnen dan ook met 6-1. Al bij al was het wel een leuke match om naar te kijken, er gebeurde best nog wel wat in het spel. Daarbuiten natuurlijk ook altijd: een saluut aan een veteraan die in het stadion zat, t-shirts afschieten met een kanon, inzoomen in het publiek, een luchtgitaarwedstrijd,…
Halverwege begon het zwaar te regenen, waardoor we een verdieping lager gevlucht zijn om de rest vanonder een afdak staand te kunnen bekijken. Het was pas voorbij tegen de voorlaatste inning, maar dan was het ook de moeite niet meer nog naar boven te gaan. 

Iets voor 21u zat de wedstrijd erop. De terugtocht naar het hotel verliep verbazend vlot, waardoor we op tijd naar bed kunnen voor de Urbex tour van morgen: een rondrit met toegang tot 4 à 5 ruïnes in Detroit. Ik kijk er ontzettend naar uit, dit wil ik al een jaar of 10 doen (al verwacht ik niet de foto’s te kunnen maken van mijn referentieboek “The Ruins of Detroit”). Om 9u beginnen we eraan J J J.

Zondag 26 augustus (Detroit, MI)


Gisterenochtend was mijn hoogdag: de Urbex rondrit door verlaten Detroit. Parker Street, de plaats van afspraak, leek in een betere buurt te liggen, en dat bleek ook achteraf bij de uitleg van Jessie, de gids voor vandaag, bijgestaan door de verlegen Darren, gids in opleiding. Deze straat ligt in East Village, wat samen met West Village en Indian Village de opkomende buurten zijn. Die laatste is de duurste wijk. Dat zie je ook aan de huizen. Hoewel er nog steeds veel leegstand is, staan er prachtige grote huizen. Een beetje zoals in onze achtertuin van het hotel in Dearborn, maar dan centraler gelegen. Iets na 9u begonnen we eraan. De schoolbus werd volgeladen met nog 12 andere “Urbexers”. Al snel bleek er een Duitse het hoogste woord te willen voeren. De rest van de groep was redelijk stil, dus vond zij dat ze de aandacht van de gids maar moest opeisen. Dat is leuk voor even, maar wordt al heel snel irritant. Ze was ook vanuit de buurt, en wilde vooral laten merken hoe ze het wel niet gemaakt had in de US of A. Dat geratel ging door tot aan en tijdens de eerste stop: de St. Margaret Mary’s school and Church, gelegen in Lemay Street. Van alle stops bleek dit de leukste te zijn, al wisten we dat op dat moment natuurlijk nog niet. Achteraf bleek het ook de locatie te zijn van één van de vele tot de verbeelding sprekende foto's uit mijn fotoboek: het klaslokaal waar de sluitingsdag van de school op gesuggereerd wordt: 8 november 1983. Dankzij verkeerde instellingen op mijn fototoestel zijn de foto's van dat schoolbord er wazig uitgekomen, echt jammer ;).



Dit was dus een kerk, het huis van de directeur van de school, en een school. Op zich een treurig verhaal, de school is dus gesloten in 1983 (waarvoor Darren, een indrukwekkend wiskundig wonder, 2 ingewikkelde berekeningen op zijn iPhone moest maken om uit te komen op 35 jaar geleden :D) en was verloren, de kerk heeft gedraaid tot 2012. Een aantal jaar later (ik ben het vergeten wanneer precies) hadden ze geld gevonden om het terug op te knappen, maar toen zijn “scrappers” het hele gebouw komen strippen van elektrische bedradingen. Dat was meteen het einde, er was geen geld genoeg om die kost ook nog op te vangen.



De kerk was al serieus gevandaliseerd, zeker als je de foto’s op detroiturbex.com bekijkt van een aantal jaar terug (deze site is mijn bijbel voor de ruïnes in Detroit, naast mijn fotoboek). Op zich heel jammer, maar het was te denken dat er niet veel van waarde meer te vinden is in dergelijke gebouwen. Ze zijn officieel afgesloten en vooraan dichtgetimmerd, maar overal zijn er al sluipwegen gemaakt om er toch nog in te kunnen (zoals wij natuurlijk ook hebben gedaan). Er lag best nog veel papier, bijbels, kalenders en dergelijke in de ruimtes achter de kerk zelf, dat was fascinerend.



De school was in slechtere staat dan de kerk, daar stond helemaal niets meer in, en er leek een zandstorm te zijn gepasseerd in de gangen. De klaslokalen waren ook ontdaan van alles, maar toch was het wel tof erin te lopen. Het had allemaal iets spookachtigs, lopen in lege schoolgangen met achter elke deur een nieuw klaslokaal om te ontdekken. Je kon helemaal tot op het dak, waar je een uitzicht had op de ruïne en de buurt errond.




De bewuste foto van Yves Marchand uit 2008, met de datum (11/08/83) links in het rood.
Tussen de 2 gebouwen stond het huis van de directeur. Dat was in redelijk slechte staat (het was ook een houtstructuur), en daar ben ik enkel op de begane grond een kijkje gaan nemen. Het lag er vol christelijk materiaal, bekers, documenten van de school,…


Na 45 minuten reden we verder naar stop 2, de Continental-fabriek. Niet van banden, wel van motoren. Dit was eigenlijk gewoon een ruwbouw, het “leven” was eruit, en sprak mij minder aan. Bij het oprijden bleek er een filmploeg te draaien. Al was het snel duidelijk dat we er George Clooney niet zouden tegenkomen ;). Het was een bizarre setting, met een rode Cadillac, mannen in ridderachtige uniformen met bebloede hoofden en vrouwen met smokey eyes in lichtekooi-uitvoering. Ik denk niet dat we er nog iets van gaan horen, al riep 1 van de acteurs “Dan kunnen jullie achteraf zeggen dat jullie hier waren tijdens het draaien!!”. Hmmm…

Je kon tot op het dak van de ruïne staan en naar beneden kijken, wat soms eng was. Je had ook uitzicht op de parking van de huidige Chrysler-fabriek, waar alle afgewerkte auto’s werden verzameld.


Tijdens deze stop werd duidelijk dat de Duitse er was met haar Duitse moeder (ha ja ;)) die geen woord Engels sprak, haar Amerikaanse vriend en diens ouders. Met die moeder had ik wel een leuke babbel, ze was geboren en getogen Detroitse. Ze heeft de stad dus gekend in de hoogdagen en zien teloorgaan. Ze sprak met veel enthousiasme over de revival. En net zoals de mensen uit Chicago eerder deze vakantie had ze het over de rellen in 68. Hoewel het volgens haar maar is hoe je het bekijkt: “rellen, “revolutie”, of “volksopstand”. Toen ik haar vroeg hoe zij het zou benoemen, koos ze voor “revolutie” en een haast normaal gevolg van de ongelijkheid die er toen was. Ze erkende dat de VS, ondanks dat er goede dingen veranderd zijn, nog steeds een lange weg te gaan heeft qua rassengelijkheid.

Na deze fabriek hielden we even halt aan het gebouw dat de Amerikaanse man met zijn Duitse vriendin hadden opgeknapt. Ze hadden er een co-workingruimte van gemaakt, en het moet gezegd, het oude politiekantoor was zeer mooi gerenoveerd, met respect voor de oude structuren. Daarna ging het richting Eastern Market voor een sanitaire stop. Wij kozen ervoor ook ineens lunch te kopen, een kalkoenwrap met avocado. Zalige wrap! We hadden toen al beslist later op de dag terug te keren naar deze plek, een aangename buurt die ook aan een revival bezig was.


De laatste stop was opnieuw een verlaten fabriek, die recentelijk is verkocht. Daar bleek een rapper zijn clip op te nemen. Opnieuw een ruïne, zonder veel ziel. Deze was tot voor kort bewoond door daklozen, Darren liet me hun ruimte zien. Het was triest om te zien dat mensen zo moeten leven… Tijdens deze stop werden we de hele tijd in de gaten gehouden door een agent in een Dodge Charger. Hij riep naar mij dat iedereen uit het gebouw moest, dat we aan het “trespassen” waren, wat 80 dollar boete is. Jessie lachte daar wat mee, want hij riep half terug, “Het is 275 dollar boete voor trespassen!”. De agent liet ons effectief begaan, maar bleef rondjes rijden tot we weg waren.



Om 13u30 zat het erop en keerden we terug naar de winkel. Op zich een leuke ervaring, met als hoogtepunt de eerste stop. Jammer van de twee laatste. Al wordt het moeilijker om nog ruïnes te vinden: Jessie vertelde dat alles in het centrum al jaren is afgesloten, het Michigan Central Station is al sinds 2013 afgesloten en is effectief verboden toegang (als er een bord staat met “no trespassing”, dan pas bega je een overtreding), en de Packard Plant (de andere beroemde ruïne in Detroit) is al jaren te gevaarlijk, omwille van instortingsgevaar en louche activiteiten.

Tijdens deze tour reden we door goede en minder goede buurten. Dat merk je wel, al ligt de leegstand letterlijk om de hoek. Het is in Detroit nooit veraf, je kan er niet omheen. Dat blijf ik fascinerend vinden, het heeft enorm potentieel: de huizen die er nog staan, leegstaand of niet, zijn werkelijk prachtig.

Jessie gaf ons nog wat tips mee voor het zelf verkennen van vervallen buurten en Detroit: het is een gekende truc om je aan een rood licht te carjacken met een auto die je achter en voor klemrijdt. Dan richten ze een wapen op je en moet je je auto afgeven. De raad was om genoeg plaats te laten met je voorligger, zodat je steeds kan wegrijden. En als je tankt bijvoorbeeld, kies dan een tankstation waar een groen licht flikkert op het reclamebord. Die stations hebben bewakingscamera’s die rechtstreeks kunnen gezien worden door de politie. En dat er buurten zijn (noordwesten van de stad) waar mensen na valavond hun deur dichtdoen en wachten tot het terug licht wordt. Het klinkt allemaal toch ruig…

Zelf had hij trouwens goed geboerd met het opkopen van grond: er is een tijd geweest dat je voor 500 dollar een stuk grond kon kopen met een huis erop. Die tijden zijn voorbij, maar het aanbod grond is natuurlijk enorm.

We keerden terug naar Eastern Market, waar we rondliepen op de overdekte markt en een gezond sapje dronken bij dezelfde zaak van de wraps. Het is een leuke buurt geworden, overal voel je de “vibe” van de heropleving.

Daarna ging het richting Highland Park, ooit de gevaarlijkste voorstad van Detroit. Het is er nog steeds verre van aangenaam, ik voelde me er niet volledig op mijn gemak. Zolang je op de hoofdbaan, Woodward Avenue, bleef, was het goed, maar de zijstraten ervan vond ik eng. Veel leegstand, open plekken, slecht asfalt (al is dat wel overal), “rauwe” buurten. We stopten bij de Packard Plant met de bekende boog, maar de kilometerslange parallelstraten aan de achterkant vond ik redelijk doodeng en bekijk ik wel verder via Streetview ;). Overal waar je kijkt is er leegstand, zijn er braakliggende terreinen, en in deze regio zijn er weinig tekenen van heropleving. In deze wijk zal het nog tientallen jaren duren voor dat ooit zo zal zijn…





De volgende stop was de brandweer van Highland Park. Hun vorige gebouw is, oh ironie, afgebrand. Omdat het te duur was het herop te bouwen, hebben ze het nieuwe gebouw aan de overkant gezet. Zo kijken ze zelf constant op de verwoestende effecten van vuur, het moet goed zijn om je scherp te houden ;).

We reden nog wat verder tot het richting valavond ging, en volgens Jessie wordt het dan dus gevaarlijker in dergelijke buurten.


Na een korte pauze op de kamer gingen we op stap in de buurt op zoek voor het avondeten. Na wat zoeken kozen we voor een Thai, geen keten, een klein zaakje langs Michigan Avenue. De dienster leek eerst niet al te vriendelijk, maar ontdooide gaandeweg. Haar collega, een goedlachse Amerikaanse met paars haar, was een stuk vrolijker.
Voor nog geen 33 dollar hebben we heel lekker gegeten, curryvarianten met kip als hoofdgerecht en veel te veel fresh rolls als voorgerecht.

Daarna gingen we nog iets drinken bij de Martini’s pub. David bleef bij wijn, ik nam een citrus tequila. Het was onmiddellijk duidelijk dat hier een grote hoeveelheid tequila inzat J.

Deze eerste volle dag in Detroit is voor mij een afgevinkte “to-do” op mijn bucket list. Ja, eigenlijk zijn we te laat om het volle verval van Detroit te zien, en we zijn ook te laat om nog leegstaande gebouwen in vol ornaat te zien, waarbij het lijkt alsof de bewoners gisteren de deur achter zich hebben dichtgetrokken en alles achterlieten. Maar op zich ben ik oprecht blij deze stad terug te zien opstaan. Er zijn weinig steden met zo’n interessante recente geschiedenis. Ik weet niet of ik hier in volle verval om het even waar op mijn gemak had gelopen. Dus dat is wel weer een aangename verrassing.

Maandag 27 augustus (Detroit, MI)

Na een fitness-sessie en ontbijt stond vandaag dag 2 op het programma van de hoogmis in Detroit. Eerste stop: Michigan Central Station, het beroemdste leegstaande gebouw in Detroit, dé reden waarom ik zo gefascineerd raakte door de stad. Het is een station dat gebouwd is op de verwachte groei van de stad, en werd neergeplant ter hoogte van 15th Street. In New York is dat midden downtown, hier is dat in een leegte. 


Michigan Central Station 360

Het gebouw is opgeleverd in 1914, en sloot in 1988. Begin dit jaar is het verkocht aan Ford, dat het gebouw terug wil renoveren naar de oude glorie. Hier staat effectief constant een auto van "Ford Security" geparkeerd voor het gebouw. Ik begroette de bewaker, die terugzwaaide. Op zich geruststellend, hier is het dus zeker veilig :).

Op dit plein staan is opnieuw een vinkje op de bucket list. Het is een ongelooflijk indrukwekkend gebouw, dat dit "maar" 74 jaar in gebruik is geweest is een aanfluiting voor de constructie. Het verhaal is al even fascinerend: doordat het op de groei is gebouwd, bleef het altijd te ver van downtown om handig te zijn. Daarbovenop liep het treinverkeer sinds de jaren 70 terug door de opkomst van auto's, net wat deze stad groot maakte. Daardoor is het gebouw nooit ten volle benut, de kantoorruimtes zijn nooit volledig in gebruik geweest, en was het veel te groot voor de weinige reizigers die er dagelijks passeerden. Wat een verschil met het centraal station in New York...

Detroit is een stad die volledig gebouwd is voor koning auto. Het compacte centrum wordt volledig omgeven door snelwegen. Ontzettend praktisch, en tegelijkertijd is dat de ondergang van de stad geweest: je bent zo het centrum uit.

Via Corktown, wat langs Michigan Avenue ligt (uiteindelijk ook de straat van ons hotel, 15 kilometer verder), reden we het centrum in. Corktown zelf heeft dezelfde vibe als Eastern Market, nog veel leegstand, maar er zit beweging in met vele hippe zaken.

We parkeerden de auto in wat achteraf de duurste optie van de stad bleek te zijn (verdorie toch ;)). We zaten in Greek Town, maar alles in dat compacte centrum is op wandelafstand. We liepen richting de GM-toren, het Renaissance center. De benedenverdiepingen waren vrij toegankelijk, met een klein autosalon met alle auto's van GM, een food plaza en wat winkeltjes. Aan de andere kant van het gebouw kwam je aan de waterkant en keek je uit op Canada. Daar gingen we even zitten, het was ondertussen drukkend heet geworden (35 graden).










Ik had een wandeling uitgeprint met de uitleg van een aantal gebouwen, maar eigenlijk was er over zo goed als elk gebouw wel wat te vertellen. Ze waren stuk voor stuk prachtig, het is New York in het klein. Er waren een hele hoop gebouwen die ik in leegstand kende van foto's (David Whitney en Broderick, Marker, Farwell, CPA, Grand Army of the Republic), maar die nu allemaal gerenoveerd zijn. Geweldig :)! Downtown is het eerder een omgekeerde Urbex-ervaring: de leegstand is gedocumenteerd in foto's, nu kan je gaan ontdekken hoe ze zijn gerenoveerd. Heel downtown is een bouwput, overal worden de gebouwen in hun oude glorie hersteld. Overal voel je de vibe van heropleving.

Dit gebouw is een soort "algemene oefening" van de architect die uiteindelijk het WTC heeft in New York heeft ontworpen.





Twee van mijn favoriete gebouwen dankzij mijn fotoboek zijn het David Whitney gebouw, en de Broderick Tower aan de overkant ervan. Het waren ooit gebouwen met een extensieve verzameling artsen en tandartsen. Eén van de foto's waar ik in het boek kon blijven naar kijken was een tandartsenpraktijk waarbij alles was achtergebleven, tot de tandafdrukken van alle patiënten toe. Het David Whitney gebouw is tegenwoordig het Aloft hotel, de Broderick Tower zijn private appartementen geworden.

Het David Whitney gebouw tijdens de leegstand. Dit gebouw is nooit echt verlaten geweest, de centrale hal is tijdens de leegstand steeds redelijk onderhouden gebleven en bleef bijvoorbeeld van stroom voorzien. 



Al bij het GM-gebouw viel ons een monorail op. We gingen ervan uit dat die buiten gebruik was, maar dat was hij niet. Het is de People Mover, sinds 2016 terug in gebruik gesteld. Voor 75 cent kan je ongelimiteerd rondjes rijden op het parcours. Bij het Aloft-hotel stapten we op. Het was een leuke ervaring, je ziet de stad vanaf de eerste verdieping en hebt ogen te kort om rond te kijken.


Eigenlijk stond vandaag ook nog een bezoek aan de Ford-fabriek (Rouge Factory) op het programma. Maar omdat downtown zo beviel, besloten we er te blijven en verder rond te wandelen. Wat wel opviel is dat er in het centrum geen winkelstraat is. Of dat nog in de planning staat weet ik niet, maar het is opmerkelijk dat het er niet was (of we hebben het niet gevonden).

Rond 17u keerden we terug naar de auto. We reden nog wat rond in het centrum (het is er nu eenmaal gemakkelijk erdoor te rijden) en Michigan Avenue volledig af te rijden tot aan het hotel. Er zijn na Corktown weer wat mindere stukken, maar die verbeteren dan weer in Dearborn. Na een korte omweg via de Rouge Factory (ik wou de site dan toch weer graag zien) keerden we terug naar het hotel.

Voor het avondeten gingen we naar Ford's garage. We zijn dan toch maar mooi bij Ford gaan eten ;). De burgers waren ontzettend lekker. David koos voor de American Standard, ik ging voor de Low Carb-uretor (een hamburger zonder broodje). Alles was in het teken van auto's: de deurklinken waren tankhendels, de servietten waren vodden, de servetringen dichtingsrubbers,...

We reden terug naar het hotel via een aantal omwegen, om zo de straten rond het hotel te zien. Dearborn is allesbehalve een arme stad, het is een aaneenschakeling van brede lanen, veel groen en grote eigendommen.

Morgen laten we deze fascinerende stad achter ons. Ik zou graag binnen een aantal jaar terugkeren, om te zien dat de stad ongetwijfeld onherkenbaar veranderd is. Downtown is er enorm veel gaande, maar van zodra je de Interstate oversteekt, merk je dat er nog ontzettend veel moet gebeuren om bepaalde buurten weer leefbaar te maken. Dat zal niet meer voor deze generatie zijn denk ik.

Deze 2 dagen kan ik alleen maar samenvatten in superlatieven. Ik ben ontzettend blij Detroit gezien te hebben, dat ik me een beeld kan vormen van wat ik tot nu toe alleen maar op foto had gezien. De fascinatie is er niet minder om geworden, integendeel.

Dinsdag 28 augustus (Detroit, MI - Ottawa, IL)

Vanochtend moesten we iets vroeger opstaan, wat half gelukt is ;). Er stond namelijk een langere rit op het programma: 5 uur zuivere rijtijd, 325 mijl.

Iets na 9u begonnen we eraan. De rit zelf verliep rustig. We reden door Michigan, vervolgens door Indiana (we waren halverwege deze staat toen ik wakker werd en me realiseerde dat we van staat veranderd waren), en tenslotte Illinois, de eerste en laatste staat van deze reis.

We keerden ook een uur terug in de tijd, wat goed meegenomen was.

Onderweg stopten we bij JJ's, voor een lekker broodje, en toch een stuk lekkerder dan mijn lunch van gisteren in Detroit. Daar hadden we een gezonde zaak gevonden met bowls, salades en wraps. Ik koos voor de quinoasalade met peterselie en tomaat. Nu kan iets gezond zijn, maar gewoon 300g zuivere peterselie met af een toe een verdwaalde quinoakorrel en een stukje tomaat ging zelfs voor mij te ver. David nam de falafelwrap, veel beter gekozen. Na een dergelijk debacle smaakt een broodje kalkoen dubbel zo veel :)!

Vervolgens stopten we bij Dunkin' Donuts, voor een donut voor David. Wisconsin en Michigan waren relatief Dunkin'-arm, Illinois zit ervan vergeven. Dat belooft dus voor de komende dagen :).

Om 14u kwamen we aan bij Starved Rock State Park, de enige stop voor vandaag. Het is een relatief klein park met canyons en watervallen. De hikes naar de canyons zijn relatief kort, dus was dat ideaal voor vandaag. David had onderweg alle canyons aangevinkt en wandelingen die we konden doen. De parking was op een overrompeling voorzien, maar die was er vandaag alvast niet. Bij het visitor center hing de mededeling dat er geen watervallen waren wegens gebrek aan water. Tot zover de ydillische foto's, we zouden in dit geval dus naar canyons gaan kijken in zandsteen.

Bij het uitstappen uit de auto viel de warmte en de vochtigheid op ons. Het was rond de 30 graden, maar de vochtigheid was enorm. We hadden het allebei zelfs lastig om gewoon adem te halen, het was echt niet aangenaam. Omdat we hier nu toch waren, gingen we dan toch maar een poging wagen voor een wandeling. We zouden de canyons achter het visitor center doen, dat waren er ineens 4. De eerste 2 lagen dicht tegen de start, maar waren effectief uitgedroogd en modderig. We hadden het knap lastig, we stonden in geen tijd gewoon te druppen van het zweet en de kleren plakten aan ons lijf. We zouden toch nog doorlopen naar de derde, niet dat we ervan uitgingen daar een oase tegen te komen. Maar gaandeweg begon het weer om te slaan, je hoorde het rommelen, de hemel werd redelijk donker. We besloten toch maar om te keren en dat was geen slecht idee. We zaten werkelijk 2 minuten in de auto toen het begon te stortregenen en onweren.

De hele weg naar Ottawa, een 13 mijl van het state park, was het vreselijk slecht weer. Onweer is hier altijd net wat heftiger, de bliksems richtten zich agressief naar de grond.

Bij aankomst aan het hotel, de Fairfield Inn & Suites (een exacte kopie van het gebouw in Canada), was het een zondvloed. Tussen 2 stortbuien door checkte ik in, terwijl David de auto aan het uitladen was onder het afdak aan de inkom. Op een bepaald moment zag ik een gigantische flits, en onmiddellijk erna een luide knal. Ook de man aan de receptie gilde ervan. David was op dat moment buiten en schrok zich kapot. Het leek effectief of er geschoten werd.

Op ABC werd er melding gemaakt van de onweersbuien die er vannacht nog onze kant opkomen. We zitten in de "gemiddelde" zone, maar zones in Wisconsin en Iowa krijgen storm- en overstromingswaarschuwingen.

Voor het avondeten gingen we naar Sunfield. Veel keuze was er niet in de buurt. David ging voor de kebabschotel, ik nam gewokte kip met rijst. Het was lekker, maar niet echt vers. Het was ook goedkoop, dus kunnen we niet klagen ;).

Morgen gaan we een stukje Route 66 afrijden, omgekeerd dan wel, tot in centrum Chicago. Zo rijden we niet zomaar naar onze eindbestemming, maar komen we aan in stijl :). We pikken in ter hoogte van Pontiac, waar een museumpje is en een mooie mural.

Woensdag 29 augustus (Ottawa, IL - Chicago, IL)

Vanwege teveel cocktails op de rooftop bar wordt er morgen aan dit verslag gewerkt ;).

Maar het is een ongelooflijk leuke dag geweest, langs Route 66 en de eerste verkenning van Chicago.

En ik schrijf dit terwijl David met een verrekijker de inwoners van het gebouw recht tegenover ons en de louche transacties in de achterstraten aan het bespieden is...



Update 30 augustus:
Na het laatste gratis ontbijt van deze reis vertrokken we wat later dan voorzien naar Pontiac. Dit was de plaats waar we inpikten op Route 66, om die dan zo af te rijden tot in Chicago. We wilden de route zover mogelijk volgen als mogelijk, al was het duidelijk dat het in de verstedelijkte voorsteden van Chicago niet evident zou zijn. Maar we zouden wel zien.

Het was een klein uurtje rijden naar het startpunt. Eens in Pontiac kon je niet om de Route heen, overal stonden bordjes naar het museum, de Hall of Fame en de bordjes met 'Roadside Attractions", de voor mij intussen wel bekende
De achterkant van het Route 66 museum.
bordjes (in 2009 heb ik de route volledig uitgereden van Chicago tot Los Angeles). Het was ongelooflijk leuk om terug een stukje "Route" te rijden. In 2009 was het eerste stuk tot Pontiac net het stuk waar het vooruit moest gaan en waar er niet veel tijd was om uitgebreid te stoppen. David was al even enthousiast over het mythische asfalt waar we op reden :).

Het museumpje was schattig gedaan, met wat uitleg over de historiek van de route: in de jaren 30 een vluchtroute van de Dust Bowl in onder andere Oklahoma naar het veelbelovende Californië, tot een plezierroute met roadside atractions in latere decennia, America's Main Street. Boven was er een fotoreportage met alle belangrijkste trekpleisters per staat. Tof om terug te zien :).

In het museum en erbuiten stikte het van de motorrijders, niet zo abnormaal natuurlijk.

Kilometerslang rijden langs oude buiten gebruik gestelde stukken Route 66 tussen Pontiac en Dwight.


Na respectievelijk Dwight, Odell en Gardner kregen we honger. In Bradwood was er een authentieke diner, de Polk-a-dot, die sinds de jaren 50 niet meer van interieur veranderd was. En ook niet van personeel blijkbaar :): Nancy moest ver in de 70 zijn. Het was een ongelooflijk schattige en kranige dame. Ze nam onze bestelling op, hoorde dat we niet van de buurt waren, vroeg vanwaar we kwamen, en toen ze dat hoorde haalde ze uit het niets haar gastenboek boven dat we moesten tekenen. We kregen er nog 2 sleutelhangers bovenop. Het was lekkere fastfood, David nam 2 hot dogs, ik een ambachtelijke kipburger, en qua sfeer was het gewoon zalig. En toch tegelijkertijd schrijnend dat schuin ertegenover, pal in hun zicht, een Mc Donald's was neergezet. Ik vind dat op zich wreed, zet die dan aan de andere kant van het stadje, maar kranig dat deze zaak stand heeft weten te houden. En opbeurend dat het best wel druk was. De toiletten waren een belevenis op zich: bij mij was het een bedevaartsoord van Elvis, bij David van Marilyn Monroe.




Toen ik nog een tweede cola wilde bestellen, bleek dat ik net wat centjes in mijn hand tekort kwam om die te kunnen betalen. Ik drong aan dat ik het heus wel kon betalen, maar Nancy keek in mijn hand wat ik had, en zag dat het voldoende was. Het was een aandoenlijk momentje :).

Met een volle maag reden we verder richting Wilmington, waar de "Gemini Giant" staat. De groene grote man maakt deel uit van een restaurant, dat er blijkbaar al een tijdje mee gestopt was. Maar er is sinds dit jaar een nieuwe eigenaar, die druk bezig was het op te knappen. De heropening is voor later dit jaar voorzien.

Daarna stopten we nog in Joliet, de laatste (of eerste, afhankelijk hoe je het bekijkt) stad voor je effectief de echte voorsteden van Chicago induikt. De eerste (of laatste, opnieuw...) echte roadside attraction van de Route is een ijssalonnetje, met swingende Blues Brothers op het dak. Daar kocht David een Sundae met noten, chocolade en karamel. Dat was een zalig ijsje, waar ik een aantal hapjes van mocht proeven :).

Ongelooflijk lekkere ijsjes!
Vanaf Joliet werd het lastiger de bordjes te volgen. Volgens rte66.nl wordt het dan ook minder, dus gingen we de Interstate 55 op, één van de Interstates die in de plaats is gekomen van de Route 66. Interstates zijn er destijds gekomen omdat het sneller ging, maar dat was nu niet het geval. We raakten vast te zitten in een enorme file. Ironisch genoeg was de "Frontage Road", de naam die de Route 66 vaak onofficieel draagt als hij langs de Interstate loopt, leeg en hadden we beter parallel met de Interstate gereden. We gingen er terug even af, en via wat omwegen kwamen we later terug de Interstate op. Naarmate we dichter kwamen bij Chicago loste de file op, gelukkig.

Als je van ver een grote stad inrijdt, vind ik dat altijd indrukwekkend. Je ziet de wolkenkrabbers van ver, langzaam komen ze dichterbij en worden ze herkenbaarder.

Het vinden van de parkeergarage verliep vlotjes (en dankzij Spothero parkeren we aan een fractie van de anders belachelijke parkeerkosten). De parkeergarage is een blok van het hotel. Het inchecken verliep razend vlot, in geen tijd zaten we op onze kamer op de 13de verdieping, met zicht op  de "El", State Street, het water en... de Trump tower. Je kan er niet omheen dat het zijn toren is, de letters doen pijn aan je ogen ;).

We gingen even kort de buurt rond het hotel verkennen. Davids eerste indruk van Chicago was heel positief, gelukkig, want ik ben er ook nog altijd enthousiast over :).

We besloten gezond te eten, en vonden goedkoop eten in het hotel: lekkere bowls met curry, kip, in mijn geval bloemkoolrijst, in Davids geval echte rijst. Daardoor hadden we nog wat geld over voor cocktails op de rooftop bar, kwestie van je prioriteiten te kennen ;). Het was behoorlijk druk, maar we hadden geluk een tafeltje te scoren aan het glas, met in de buurt een gashaard (want zo warm was het nu ook weer niet) en zicht op het water. Heel lekkere cocktails, en een leuke afsluiter van een gevarieerde dag!




Donderdag 30 augustus (Chicago, IL)

Vanwege een uitgebreide maaltijd (ik kreeg eerder en ook nu weer de opmerking dat ik veel over eten schrijf, maar eten is belangrijk ;)) volgt het verdere verslag morgen! (ik heb ook maar de titel van het blog aangepast in lijn met de inhoud blijkbaar ;)).

Update 1 september:
Ik zal maar beginnen met wat we de afgelopen 3 dagen als ontbijt hebben gegeten, dan hebben we dat ook alweer gehad ;). Er was een proteïnebar in het hotel, daarmee waren al mijn eiwitbehoeften ineens ingelost voor de ochtend. Leuke zaak, natuurlijk weer een keten. Ik heb de menulijst mee, kwestie van wat inspiratie op te doen.

Het weer was ideaal voor een stad: een koel windje, maar de zon kwam er goed door zonder te warm te worden. Ik schat zo'n 23 graden.

Het was een relaxte ochtend: de architectuurboottocht was pas om 11u, met inchecktijd om 10u30. Het was maar 5 minuten wandelen van het hotel. Het was een grote boot, ik schatte toch 200 zitplaatsen op het bovendek. En die liepen goed vol, in schril contrast met de andere bootjes die tochten aanboden. De boottocht wordt georganiseerd door de Chicago Architecture Foundation, een non-profit organisatie met vrijwilligers die allemaal een passie voor architectuur delen. Ze hebben daarnaast jobs die niet noodzakelijk iets met architectuur te maken. Onze gids, wiens naam ik vergeten ben, verduidelijkte ook dat ze dit vrijwillig deed en geen fooien aannam. Toch apart :).

Daarnaast had ze een ongelooflijke kennis over de gebouwen en de architecten ervan. Ze was zich ervan bewust dat we dit niet allemaal zouden onthouden, maar ze wilde wel dat we dit meenamen naar huis: dat Chicago constant in verandering is. Dat is ook zo, er zijn de laatste 10 jaar veel nieuwe gebouwen bijgekomen aan de waterkant, en nog zijn er plaatsen waar er nieuwe gebouwen gezet werden.

We vertrokken aan de Trump Tower. Je kan inderdaad niet om de letters heen, al heeft ze de naam niet één keer vermeld ;). De letters staan er, zoals we gisteren te weten kwamen in de Hancock Tower, pas sinds 2014 op, en werden niet enthousiast onthaald: de kritiek ging van egocentrisch naar narcistisch. Er zijn inderdaad een pak gebouwen die niet eens een naam hebben, maar toch landmarks zijn langs de rivier. Architecturaal is het geen lelijk gebouw, elke inkeping is een verwijzing naar de hoogte van de gebouwen die errond staan.

Eén van de illustere wolkenkrabbers langs het water was zo'n "naamloos" gebouw: "150 North Riverside", volgens de gids een Martiniglas. Het is een gebouw dat heel smal begint en breder uitloopt naar boven toe. Ons leek het al een huzarenstukje, en de gids bevestigde dat. Omdat het in Chicago (de Windy City) al eens goed kan waaien was een smalle basis vragen om problemen. Dat is opgelost door op het dak een gigantische waterbak te plaatsen die het gebouw in evenwicht houdt bij windstoten.

Daarnaast was er nog het Carbide and Carbon Buidling, een gebouw dat een top in bladgoud heeft en verder groen is. Het moet een champagnefles voorstellen. Knap gedaan, mooi gebouw.

Verder heeft elk gebouw wel iets specifieks, zo was er een gebouw waarvan het glas wat gekarteld en gebogen is, zodat het water en het licht er steeds in speelt, een gebouw dat gebogen is zodat de rivier erin weerspiegelt, en ga zo maar verder ;).

In het begin van de tocht maakte ik me wat zorgen of het David allemaal wel interesseerde, want toen de gids een gebouw links aan het verduidelijken was, keek hij pertinent naar rechts. Maar dat bleek schijn, hij vond het een leuke en heel interessante tocht ;).










Om 12u30 meerden we terug aan. We stopten even in de Apple store, waarvan het dak een laptopscherm voorstelt. Door het ontwerp was het een favoriete plek voor duiven ;). Dit lag aan het begin van de Magnificent Mile, een stukje winkelstraat met de luxemerken. Die liepen we af tot aan de Hancock Tower, het gebouw waar we de dag erna naar boven zouden gaan.

De wolkenkrabbers zijn landinwaarts al even indrukwekkend. Door al dat naar omhoog kijken heeft David voor de derde keer deze reis één van zijn enkels versukkeld. De eerste keer was nog in Dearborn, waar hij een afstapje van het trottoir had gemist. De versukkeling zag er lelijk uit en daar heeft hij 2 dagen last van gehad, maar gelukkig was het dan over. Toen die pas hersteld was versukkelde hij zijn andere enkel. Iets minder wel. En dus nu de derde keer. Ik nam me voor elke keer als ik een versukkelmogelijkheid zag, die dan ook te melden...

Het middageten namen we opnieuw in een andere vestiging van de proteïnebar.

We stopten bij al het wolkenkrabbers kijken nog even bij Abercrombie en keerden dan terug naar het hotel. Om 19u45 hadden we afspraak bij Bavette's Bar & Boeuf, een hip restaurant in de buurt van het hotel. Reserveren was duidelijk noodzakelijk.
We startten met 2 lekkere cocktails, vervolgens een heerlijke steak tartaar om te delen, om te eindigen met zalm, boontjes en puree. Die puree was de beste die ik ooit al gegeten hebben, en dat je dan daarnet voor naar de VS moet ;). Het was geen ziekenhuisversie van puree: er zat kippenbraadjus en een halve kilo boter in, maar dat mag wel eens :).

Aan de bar stond een barman die van ver erg op Jurgen leek, het kon wel zijn broer zijn. Het was een hippe kerel, met een hippe baard en dito kapsel.

Vrijdag 31 augustus - zaterdag 1 september (Chicago, IL)

Fun met de nieuwe selfiestick
We zijn de dag gestart met een wandeling in Millenium Park, langs de "bean", oftwel Cloud Gate officieel. Een chromé boon waar je de reflectie van de skyline ziet en Buckingham Fountain, bekend van de intro van "Married With Children".






Het was een pak warmer dan gisteren overigens.

Daarna namen we de "El", naar de Hancock Tower. We hadden Groupons voor het skydeck op de 94ste verdiepingen, inclusief de Tilt Experience. Dit is een stuk waar je kan inhangen, waarna de wand gaat kantelen. Zo lijkt het alsof je boven het gebouw hangt. Ik was er wat nerveus voor, hoogtevrees en al...

Het uitzicht vanop de bovenverdieping was indrukwekkend. Je kon vandaag ook redelijk ver zien, een ideale weerdag hiervoor.

We gingen in de rij staan voor de Tilt toen er niet volk stond te wachten. Na 1 rondje was het al aan ons. Het is zo voorbij, en je mag geen fototoestel meenemen tijdens de tilt. Natuurlijk kan je aan veel te belachelijke prijzen een foto van hen kopen die ze van je gemaakt hebben ;). Op zich niet zo erg, we hebben de herinnering. Al stonden we er goed op.



Er werd een video afgespeeld over het gebouw afgespeeld, die nog wel interessant was. Verdiepingen 44 tot 92 zijn woonresidenties. Er is een gigantisch verluchtingssysteem die het gebouw van gezonde lucht voorziet. Daardoor kan er geen raam open worden gezet. Op zich vonden we dat wat claustrofobisch, het gevoel geen raam te kunnen openzetten voor verluchting.
Het gebouw was in het begin niet zo populair bij de Chicago-ers, maar gaandeweg zijn ze van het gebouw gaan houden, dat ooit het hoogste is geweest van Chicago. De Sears/Willis Tower is hoger trouwens. Daar kan je op glas lopen en naar beneden kijken, ze proberen beiden hun volk te entertainen.

Bij aankomst op de grond lunchten we bij Starbucks en gingen we verder wandelen richting Gold Coast, een wijk met nog duurdere winkels en laagbouwhuizen.

Na een pauze bij Dunkin voor een thee en donuts gingen we terug naar het hotel, op zoek naar een plaats om te eten vanavond. Het leek niet evident, ofwel was het even duur zoals gisteren, ofwel leek je veroordeeld tot een keten. Na wat rondwandelen botsten we op Mercadito, een upscale Mexicaan. Het leek er gezellig uit, dus gingen we een tafeltje reserveren voor later op de avond. Dat leek nodig toen het tijd geworden was om te eten. Het zat vol. De decibels in de zaak waren koppijnverwekkend, echt. Amerikanen kunnen verschrikkelijk luid zijn. We hadden echt een rustig zaakje verwacht, maar al bij al was ook deze best groot.
We namen "haute dogs" als voorgerecht, die heel lekker waren. Daarna nam ik zelfgemaakte tortilla's met kip en attributen, David nam steak met bonen en rijst. Het was lekker.

Toen we hadden afgerekend en naar de deur liepen stond er een menigte aan de aanmeldbalie. We dachten dat er een wachtrij was om binnen te kunnen, maar het bleek er eentje om buiten te geraken: het was aan het stortregenen, met behoorlijk onweer erbij. Daarvan zouden we in 20 meter kletsnat zijn. We bleven een kwartier staan wachten om te hopen op beterschap, maar die kwam er niet. Dan maar een taxi, die aan de hoek stond.

Daar ging onze laatste avond op de rooftop bar van het hotel. Het was ook onverwacht, zo warm was het nu ook weer niet geweest vandaag. Dus bleven we in de hotelbar beneden. Er was een cozy tribune met kussens, waarvan je op een hoogte naar de mensen kon kijken. Dat was het dan, deze reis, en Chicago, we hopen dat het niet de laatste keer was in deze prachtige stad :).

Nog een grappige anekdote: gisteren zagen we in één van de winkels buttons om op je iPhone te kleven. Die kon je uittrekken, zodat je er je vingers kon onder steken. Volgens de ontwerper was dit een foolproof oplossing om je iPhone nooit meer te laten vallen. Vandaag zagen we een iPhone met zo'n button voor onze ogen op de grond kletsen. Toch niet zo foolproof dus ;).

Zaterdag 1 september

We hadden een rustige inpakochtend, met nog 1 to-do: ambachtelijke donuts bij Do Rite. Daar waren we gisteren nog gepasseerd. Ze zijn open totdat hun donuts uitverkocht zijn, en dat waren ze dus gisteren. Vandaag een nieuwe poging. We namen een vanilla glazed en een birthday cake. Ze waren apart, maar toch heb ik die van Dunkin' liever ;) (dat is net zoals met alle ambachtelijke speculaas, ik heb Lotus ook liever).

Ondertussen zijn we aan het wachten op het boarden, het vliegtuig heeft een beetje vertraging. Niet erg verder. En zo eindigt weer een ongelooflijk leuke VS-reis. Op naar volgend jaar ;)!




Geen opmerkingen:

Een reactie posten