donderdag 30 augustus 2018

Donderdag 30 augustus (Chicago, IL)

Vanwege een uitgebreide maaltijd (ik kreeg eerder en ook nu weer de opmerking dat ik veel over eten schrijf, maar eten is belangrijk ;)) volgt het verdere verslag morgen! (ik heb ook maar de titel van het blog aangepast in lijn met de inhoud blijkbaar ;)).

Update 1 september:
Ik zal maar beginnen met wat we de afgelopen 3 dagen als ontbijt hebben gegeten, dan hebben we dat ook alweer gehad ;). Er was een proteïnebar in het hotel, daarmee waren al mijn eiwitbehoeften ineens ingelost voor de ochtend. Leuke zaak, natuurlijk weer een keten. Ik heb de menulijst mee, kwestie van wat inspiratie op te doen.

Het weer was ideaal voor een stad: een koel windje, maar de zon kwam er goed door zonder te warm te worden. Ik schat zo'n 23 graden.

Het was een relaxte ochtend: de architectuurboottocht was pas om 11u, met inchecktijd om 10u30. Het was maar 5 minuten wandelen van het hotel. Het was een grote boot, ik schatte toch 200 zitplaatsen op het bovendek. En die liepen goed vol, in schril contrast met de andere bootjes die tochten aanboden. De boottocht wordt georganiseerd door de Chicago Architecture Foundation, een non-profit organisatie met vrijwilligers die allemaal een passie voor architectuur delen. Ze hebben daarnaast jobs die niet noodzakelijk iets met architectuur te maken. Onze gids, wiens naam ik vergeten ben, verduidelijkte ook dat ze dit vrijwillig deed en geen fooien aannam. Toch apart :).

Daarnaast had ze een ongelooflijke kennis over de gebouwen en de architecten ervan. Ze was zich ervan bewust dat we dit niet allemaal zouden onthouden, maar ze wilde wel dat we dit meenamen naar huis: dat Chicago constant in verandering is. Dat is ook zo, er zijn de laatste 10 jaar veel nieuwe gebouwen bijgekomen aan de waterkant, en nog zijn er plaatsen waar er nieuwe gebouwen gezet werden.

We vertrokken aan de Trump Tower. Je kan inderdaad niet om de letters heen, al heeft ze de naam niet één keer vermeld ;). De letters staan er, zoals we gisteren te weten kwamen in de Hancock Tower, pas sinds 2014 op, en werden niet enthousiast onthaald: de kritiek ging van egocentrisch naar narcistisch. Er zijn inderdaad een pak gebouwen die niet eens een naam hebben, maar toch landmarks zijn langs de rivier. Architecturaal is het geen lelijk gebouw, elke inkeping is een verwijzing naar de hoogte van de gebouwen die errond staan.

Eén van de illustere wolkenkrabbers langs het water was zo'n "naamloos" gebouw: "150 North Riverside", volgens de gids een Martiniglas. Het is een gebouw dat heel smal begint en breder uitloopt naar boven toe. Ons leek het al een huzarenstukje, en de gids bevestigde dat. Omdat het in Chicago (de Windy City) al eens goed kan waaien was een smalle basis vragen om problemen. Dat is opgelost door op het dak een gigantische waterbak te plaatsen die het gebouw in evenwicht houdt bij windstoten.

Daarnaast was er nog het Carbide and Carbon Buidling, een gebouw dat een top in bladgoud heeft en verder groen is. Het moet een champagnefles voorstellen. Knap gedaan, mooi gebouw.

Verder heeft elk gebouw wel iets specifieks, zo was er een gebouw waarvan het glas wat gekarteld en gebogen is, zodat het water en het licht er steeds in speelt, een gebouw dat gebogen is zodat de rivier erin weerspiegelt, en ga zo maar verder ;).

In het begin van de tocht maakte ik me wat zorgen of het David allemaal wel interesseerde, want toen de gids een gebouw links aan het verduidelijken was, keek hij pertinent naar rechts. Maar dat bleek schijn, hij vond het een leuke en heel interessante tocht ;).

Om 12u30 meerden we terug aan. We stopten even in de Apple store, waarvan het dak een laptopscherm voorstelt. Door het ontwerp was het een favoriete plek voor duiven ;). Dit lag aan het begin van de Magnificent Mile, een stukje winkelstraat met de luxemerken. Die liepen we af tot aan de Hancock Tower, het gebouw waar we de dag erna naar boven zouden gaan.

De wolkenkrabbers zijn landinwaarts al even indrukwekkend. Door al dat naar omhoog kijken heeft David voor de derde keer deze reis één van zijn enkels versukkeld. De eerste keer was nog in Dearborn, waar hij een afstapje van het trottoir had gemist. De versukkeling zag er lelijk uit en daar heeft hij 2 dagen last van gehad, maar gelukkig was het dan over. Toen die pas hersteld was versukkelde hij zijn andere enkel. Iets minder wel. En dus nu de derde keer. Ik nam me voor elke keer als ik een versukkelmogelijkheid zag, die dan ook te melden...

Het middageten namen we opnieuw in een andere vestiging van de proteïnebar.

We stopten bij al het wolkenkrabbers kijken nog even bij Abercrombie en keerden dan terug naar het hotel. Om 19u45 hadden we afspraak bij Bavette's Bar & Boeuf, een hip restaurant in de buurt van het hotel. Reserveren was duidelijk noodzakelijk.
We startten met 2 lekkere cocktails, vervolgens een heerlijke steak tartaar om te delen, om te eindigen met zalm, boontjes en puree. Die puree was de beste die ik ooit al gegeten hebben, en dat je dan daarnet voor naar de VS moet ;). Het was geen ziekenhuisversie van puree: er zat kippenbraadjus en een halve kilo boter in, maar dat mag wel eens :).

Aan de bar stond een barman die van ver erg op Jurgen leek, het kon wel zijn broer zijn. Het was een hippe kerel, met een hippe baard en dito kapsel.

(foto's volgen)

woensdag 29 augustus 2018

Woensdag 29 augustus (Ottawa, IL - Chicago, IL)

Vanwege teveel cocktails op de rooftop bar wordt er morgen aan dit verslag gewerkt ;).

Maar het is een ongelooflijk leuke dag geweest, langs Route 66 en de eerste verkenning van Chicago.

En ik schrijf dit terwijl David met een verrekijker de inwoners van het gebouw recht tegenover ons en de louche transacties in de achterstraten aan het bespieden is...



Update 30 augustus:
Na het laatste gratis ontbijt van deze reis vertrokken we wat later dan voorzien naar Pontiac. Dit was de plaats waar we inpikten op Route 66, om die dan zo af te rijden tot in Chicago. We wilden de route zover mogelijk volgen als mogelijk, al was het duidelijk dat het in de verstedelijkte voorsteden van Chicago niet evident zou zijn. Maar we zouden wel zien.

Het was een klein uurtje rijden naar het startpunt. Eens in Pontiac kon je niet om de Route heen, overal stonden bordjes naar het museum, de Hall of Fame en de bordjes met 'Roadside Attractions", de voor mij intussen wel bekende
De achterkant van het Route 66 museum.
bordjes (in 2009 heb ik de route volledig uitgereden van Chicago tot Los Angeles). Het was ongelooflijk leuk om terug een stukje "Route" te rijden. In 2009 was het eerste stuk tot Pontiac net het stuk waar het vooruit moest gaan en waar er niet veel tijd was om uitgebreid te stoppen. David was al even enthousiast over het mythische asfalt waar we op reden :).

Het museumpje was schattig gedaan, met wat uitleg over de historiek van de route: in de jaren 30 een vluchtroute van de Dust Bowl in onder andere Oklahoma naar het veelbelovende Californië, tot een plezierroute met roadside atractions in latere decennia, America's Main Street. Boven was er een fotoreportage met alle belangrijkste trekpleisters per staat. Tof om terug te zien :).

In het museum en erbuiten stikte het van de motorrijders, niet zo abnormaal natuurlijk.

Kilometerslang rijden langs oude buiten gebruik gestelde stukken Route 66 tussen Pontiac en Dwight.


Na respectievelijk Dwight, Odell en Gardner kregen we honger. In Bradwood was er een authentieke diner, de Polk-a-dot, die sinds de jaren 50 niet meer van interieur veranderd was. En ook niet van personeel blijkbaar :): Nancy moest ver in de 70 zijn. Het was een ongelooflijk schattige en kranige dame. Ze nam onze bestelling op, hoorde dat we niet van de buurt waren, vroeg vanwaar we kwamen, en toen ze dat hoorde haalde ze uit het niets haar gastenboek boven dat we moesten tekenen. We kregen er nog 2 sleutelhangers bovenop. Het was lekkere fastfood, David nam 2 hot dogs, ik een ambachtelijke kipburger, en qua sfeer was het gewoon zalig. En toch tegelijkertijd schrijnend dat schuin ertegenover, pal in hun zicht, een Mc Donald's was neergezet. Ik vind dat op zich wreed, zet die dan aan de andere kant van het stadje, maar kranig dat deze zaak stand heeft weten te houden. En opbeurend dat het best wel druk was. De toiletten waren een belevenis op zich: bij mij was het een bedevaartsoord van Elvis, bij David van Marilyn Monroe.




Toen ik nog een tweede cola wilde bestellen, bleek dat ik net wat centjes in mijn hand tekort kwam om die te kunnen betalen. Ik drong aan dat ik het heus wel kon betalen, maar Nancy keek in mijn hand wat ik had, en zag dat het voldoende was. Het was een aandoenlijk momentje :).

Met een volle maag reden we verder richting Wilmington, waar de "Gemini Giant" staat. De groene grote man maakt deel uit van een restaurant, dat er blijkbaar al een tijdje mee gestopt was. Maar er is sinds dit jaar een nieuwe eigenaar, die druk bezig was het op te knappen. De heropening is voor later dit jaar voorzien.

Daarna stopten we nog in Joliet, de laatste (of eerste, afhankelijk hoe je het bekijkt) stad voor je effectief de echte voorsteden van Chicago induikt. De eerste (of laatste, opnieuw...) echte roadside attraction van de Route is een ijssalonnetje, met swingende Blues Brothers op het dak. Daar kocht David een Sundae met noten, chocolade en karamel. Dat was een zalig ijsje, waar ik een aantal hapjes van mocht proeven :).

Ongelooflijk lekkere ijsjes!
Vanaf Joliet werd het lastiger de bordjes te volgen. Volgens rte66.nl wordt het dan ook minder, dus gingen we de Interstate 55 op, één van de Interstates die in de plaats is gekomen van de Route 66. Interstates zijn er destijds gekomen omdat het sneller ging, maar dat was nu niet het geval. We raakten vast te zitten in een enorme file. Ironisch genoeg was de "Frontage Road", de naam die de Route 66 vaak onofficieel draagt als hij langs de Interstate loopt, leeg en hadden we beter parallel met de Interstate gereden. We gingen er terug even af, en via wat omwegen kwamen we later terug de Interstate op. Naarmate we dichter kwamen bij Chicago loste de file op, gelukkig.

Als je van ver een grote stad inrijdt, vind ik dat altijd indrukwekkend. Je ziet de wolkenkrabbers van ver, langzaam komen ze dichterbij en worden ze herkenbaarder.

Het vinden van de parkeergarage verliep vlotjes (en dankzij Spothero parkeren we aan een fractie van de anders belachelijke parkeerkosten). De parkeergarage is een blok van het hotel. Het inchecken verliep razend vlot, in geen tijd zaten we op onze kamer op de 13de verdieping, met zicht op  de "El", State Street, het water en... de Trump tower. Je kan er niet omheen dat het zijn toren is, de letters doen pijn aan je ogen ;).

We gingen even kort de buurt rond het hotel verkennen. Davids eerste indruk van Chicago was heel positief, gelukkig, want ik ben er ook nog altijd enthousiast over :).

We besloten gezond te eten, en vonden goedkoop eten in het hotel: lekkere bowls met curry, kip, in mijn geval bloemkoolrijst, in Davids geval echte rijst. Daardoor hadden we nog wat geld over voor cocktails op de rooftop bar, kwestie van je prioriteiten te kennen ;). Het was behoorlijk druk, maar we hadden geluk een tafeltje te scoren aan het glas, met in de buurt een gashaard (want zo warm was het nu ook weer niet) en zicht op het water. Heel lekkere cocktails, en een leuke afsluiter van een gevarieerde dag!


dinsdag 28 augustus 2018

Dinsdag 28 augustus (Detroit, MI - Ottawa, IL)

Vanochtend moesten we iets vroeger opstaan, wat half gelukt is ;). Er stond namelijk een langere rit op het programma: 5 uur zuivere rijtijd, 325 mijl.

Iets na 9u begonnen we eraan. De rit zelf verliep rustig. We reden door Michigan, vervolgens door Indiana (we waren halverwege deze staat toen ik wakker werd en me realiseerde dat we van staat veranderd waren), en tenslotte Illinois, de eerste en laatste staat van deze reis.

We keerden ook een uur terug in de tijd, wat goed meegenomen was.

Onderweg stopten we bij JJ's, voor een lekker broodje, en toch een stuk lekkerder dan mijn lunch van gisteren in Detroit. Daar hadden we een gezonde zaak gevonden met bowls, salades en wraps. Ik koos voor de quinoasalade met peterselie en tomaat. Nu kan iets gezond zijn, maar gewoon 300g zuivere peterselie met af een toe een verdwaalde quinoakorrel en een stukje tomaat ging zelfs voor mij te ver. David nam de falafelwrap, veel beter gekozen. Na een dergelijk debacle smaakt een broodje kalkoen dubbel zo veel :)!

Vervolgens stopten we bij Dunkin' Donuts, voor een donut voor David. Wisconsin en Michigan waren relatief Dunkin'-arm, Illinois zit ervan vergeven. Dat belooft dus voor de komende dagen :).

Om 14u kwamen we aan bij Starved Rock State Park, de enige stop voor vandaag. Het is een relatief klein park met canyons en watervallen. De hikes naar de canyons zijn relatief kort, dus was dat ideaal voor vandaag. David had onderweg alle canyons aangevinkt en wandelingen die we konden doen. De parking was op een overrompeling voorzien, maar die was er vandaag alvast niet. Bij het visitor center hing de mededeling dat er geen watervallen waren wegens gebrek aan water. Tot zover de ydillische foto's, we zouden in dit geval dus naar canyons gaan kijken in zandsteen.

Bij het uitstappen uit de auto viel de warmte en de vochtigheid op ons. Het was rond de 30 graden, maar de vochtigheid was enorm. We hadden het allebei zelfs lastig om gewoon adem te halen, het was echt niet aangenaam. Omdat we hier nu toch waren, gingen we dan toch maar een poging wagen voor een wandeling. We zouden de canyons achter het visitor center doen, dat waren er ineens 4. De eerste 2 lagen dicht tegen de start, maar waren effectief uitgedroogd en modderig. We hadden het knap lastig, we stonden in geen tijd gewoon te druppen van het zweet en de kleren plakten aan ons lijf. We zouden toch nog doorlopen naar de derde, niet dat we ervan uitgingen daar een oase tegen te komen. Maar gaandeweg begon het weer om te slaan, je hoorde het rommelen, de hemel werd redelijk donker. We besloten toch maar om te keren en dat was geen slecht idee. We zaten werkelijk 2 minuten in de auto toen het begon te stortregenen en onweren.

De hele weg naar Ottawa, een 13 mijl van het state park, was het vreselijk slecht weer. Onweer is hier altijd net wat heftiger, de bliksems richtten zich agressief naar de grond.

Bij aankomst aan het hotel, de Fairfield Inn & Suites (een exacte kopie van het gebouw in Canada), was het een zondvloed. Tussen 2 stortbuien door checkte ik in, terwijl David de auto aan het uitladen was onder het afdak aan de inkom. Op een bepaald moment zag ik een gigantische flits, en onmiddellijk erna een luide knal. Ook de man aan de receptie gilde ervan. David was op dat moment buiten en schrok zich kapot. Het leek effectief of er geschoten werd.

Op ABC werd er melding gemaakt van de onweersbuien die er vannacht nog onze kant opkomen. We zitten in de "gemiddelde" zone, maar zones in Wisconsin en Iowa krijgen storm- en overstromingswaarschuwingen.

Voor het avondeten gingen we naar Sunfield. Veel keuze was er niet in de buurt. David ging voor de kebabschotel, ik nam gewokte kip met rijst. Het was lekker, maar niet echt vers. Het was ook goedkoop, dus kunnen we niet klagen ;).

Morgen gaan we een stukje Route 66 afrijden, omgekeerd dan wel, tot in centrum Chicago. Zo rijden we niet zomaar naar onze eindbestemming, maar komen we aan in stijl :). We pikken in ter hoogte van Pontiac, waar een museumpje is en een mooie mural.

maandag 27 augustus 2018

Maandag 27 augustus (Detroit, MI)


Na een fitness-sessie en ontbijt stond vandaag dag 2 op het programma van de hoogmis in Detroit. Eerste stop: Michigan Central Station, het beroemdste leegstaande gebouw in Detroit, dé reden waarom ik zo gefascineerd raakte door de stad. Het is een station dat gebouwd is op de verwachte groei van de stad, en werd neergeplant ter hoogte van 15th Street. In New York is dat midden downtown, hier is dat in een leegte. 


Michigan Central Station 360

Het gebouw is opgeleverd in 1914, en sloot in 1988. Begin dit jaar is het verkocht aan Ford, dat het gebouw terug wil renoveren naar de oude glorie. Hier staat effectief constant een auto van "Ford Security" geparkeerd voor het gebouw. Ik begroette de bewaker, die terugzwaaide. Op zich geruststellend, hier is het dus zeker veilig :).

Op dit plein staan is opnieuw een vinkje op de bucket list. Het is een ongelooflijk indrukwekkend gebouw, dat dit "maar" 74 jaar in gebruik is geweest is een aanfluiting voor de constructie. Het verhaal is al even fascinerend: doordat het op de groei is gebouwd, bleef het altijd te ver van downtown om handig te zijn. Daarbovenop liep het treinverkeer sinds de jaren 70 terug door de opkomst van auto's, net wat deze stad groot maakte. Daardoor is het gebouw nooit ten volle benut, de kantoorruimtes zijn nooit volledig in gebruik geweest, en was het veel te groot voor de weinige reizigers die er dagelijks passeerden. Wat een verschil met het centraal station in New York...

Detroit is een stad die volledig gebouwd is voor koning auto. Het compacte centrum wordt volledig omgeven door snelwegen. Ontzettend praktisch, en tegelijkertijd is dat de ondergang van de stad geweest: je bent zo het centrum uit.

Via Corktown, wat langs Michigan Avenue ligt (uiteindelijk ook de straat van ons hotel, 15 kilometer verder), reden we het centrum in. Corktown zelf heeft dezelfde vibe als Eastern Market, nog veel leegstand, maar er zit beweging in met vele hippe zaken.

We parkeerden de auto in wat achteraf de duurste optie van de stad bleek te zijn (verdorie toch ;)). We zaten in Greek Town, maar alles in dat compacte centrum is op wandelafstand. We liepen richting de GM-toren, het Renaissance center. De benedenverdiepingen waren vrij toegankelijk, met een klein autosalon met alle auto's van GM, een food plaza en wat winkeltjes. Aan de andere kant van het gebouw kwam je aan de waterkant en keek je uit op Canada. Daar gingen we even zitten, het was ondertussen drukkend heet geworden (35 graden).










Ik had een wandeling uitgeprint met de uitleg van een aantal gebouwen, maar eigenlijk was er over zo goed als elk gebouw wel wat te vertellen. Ze waren stuk voor stuk prachtig, het is New York in het klein. Er waren een hele hoop gebouwen die ik in leegstand kende van foto's (David Whitney en Broderick, Marker, Farwell, CPA, Grand Army of the Republic), maar die nu allemaal gerenoveerd zijn. Geweldig :)! Downtown is het eerder een omgekeerde Urbex-ervaring: de leegstand is gedocumenteerd in foto's, nu kan je gaan ontdekken hoe ze zijn gerenoveerd. Heel downtown is een bouwput, overal worden de gebouwen in hun oude glorie hersteld. Overal voel je de vibe van heropleving.

Dit gebouw is een soort "algemene oefening" van de architect die uiteindelijk het WTC heeft in New York heeft ontworpen.





Twee van mijn favoriete gebouwen dankzij mijn fotoboek zijn het David Whitney gebouw, en de Broderick Tower aan de overkant ervan. Het waren ooit gebouwen met een extensieve verzameling artsen en tandartsen. Eén van de foto's waar ik in het boek kon blijven naar kijken was een tandartsenpraktijk waarbij alles was achtergebleven, tot de tandafdrukken van alle patiënten toe. Het David Whitney gebouw is tegenwoordig het Aloft hotel, de Broderick Tower zijn private appartementen geworden.

Het David Whitney gebouw tijdens de leegstand. Dit gebouw is nooit echt verlaten geweest, de centrale hal is tijdens de leegstand steeds redelijk onderhouden gebleven en bleef bijvoorbeeld van stroom voorzien. 



Al bij het GM-gebouw viel ons een monorail op. We gingen ervan uit dat die buiten gebruik was, maar dat was hij niet. Het is de People Mover, sinds 2016 terug in gebruik gesteld. Voor 75 cent kan je ongelimiteerd rondjes rijden op het parcours. Bij het Aloft-hotel stapten we op. Het was een leuke ervaring, je ziet de stad vanaf de eerste verdieping en hebt ogen te kort om rond te kijken.


Eigenlijk stond vandaag ook nog een bezoek aan de Ford-fabriek (Rouge Factory) op het programma. Maar omdat downtown zo beviel, besloten we er te blijven en verder rond te wandelen. Wat wel opviel is dat er in het centrum geen winkelstraat is. Of dat nog in de planning staat weet ik niet, maar het is opmerkelijk dat het er niet was (of we hebben het niet gevonden).

Rond 17u keerden we terug naar de auto. We reden nog wat rond in het centrum (het is er nu eenmaal gemakkelijk erdoor te rijden) en Michigan Avenue volledig af te rijden tot aan het hotel. Er zijn na Corktown weer wat mindere stukken, maar die verbeteren dan weer in Dearborn. Na een korte omweg via de Rouge Factory (ik wou de site dan toch weer graag zien) keerden we terug naar het hotel.

Voor het avondeten gingen we naar Ford's garage. We zijn dan toch maar mooi bij Ford gaan eten ;). De burgers waren ontzettend lekker. David koos voor de American Standard, ik ging voor de Low Carb-uretor (een hamburger zonder broodje). Alles was in het teken van auto's: de deurklinken waren tankhendels, de servietten waren vodden, de servetringen dichtingsrubbers,...

We reden terug naar het hotel via een aantal omwegen, om zo de straten rond het hotel te zien. Dearborn is allesbehalve een arme stad, het is een aaneenschakeling van brede lanen, veel groen en grote eigendommen.

Morgen laten we deze fascinerende stad achter ons. Ik zou graag binnen een aantal jaar terugkeren, om te zien dat de stad ongetwijfeld onherkenbaar veranderd is. Downtown is er enorm veel gaande, maar van zodra je de Interstate oversteekt, merk je dat er nog ontzettend veel moet gebeuren om bepaalde buurten weer leefbaar te maken. Dat zal niet meer voor deze generatie zijn denk ik.

Deze 2 dagen kan ik alleen maar samenvatten in superlatieven. Ik ben ontzettend blij Detroit gezien te hebben, dat ik me een beeld kan vormen van wat ik tot nu toe alleen maar op foto had gezien. De fascinatie is er niet minder om geworden, integendeel.


zondag 26 augustus 2018

Zondag 26 augustus (Detroit, MI)


Gisterenochtend was mijn hoogdag: de Urbex rondrit door verlaten Detroit. Parker Street, de plaats van afspraak, leek in een betere buurt te liggen, en dat bleek ook achteraf bij de uitleg van Jessie, de gids voor vandaag, bijgestaan door de verlegen Darren, gids in opleiding. Deze straat ligt in East Village, wat samen met West Village en Indian Village de opkomende buurten zijn. Die laatste is de duurste wijk. Dat zie je ook aan de huizen. Hoewel er nog steeds veel leegstand is, staan er prachtige grote huizen. Een beetje zoals in onze achtertuin van het hotel in Dearborn, maar dan centraler gelegen. Iets na 9u begonnen we eraan. De schoolbus werd volgeladen met nog 12 andere “Urbexers”. Al snel bleek er een Duitse het hoogste woord te willen voeren. De rest van de groep was redelijk stil, dus vond zij dat ze de aandacht van de gids maar moest opeisen. Dat is leuk voor even, maar wordt al heel snel irritant. Ze was ook vanuit de buurt, en wilde vooral laten merken hoe ze het wel niet gemaakt had in de US of A. Dat geratel ging door tot aan en tijdens de eerste stop: de St. Margaret Mary’s school and Church, gelegen in Lemay Street. Van alle stops bleek dit de leukste te zijn, al wisten we dat op dat moment natuurlijk nog niet. Achteraf bleek het ook de locatie te zijn van één van de vele tot de verbeelding sprekende foto's uit mijn fotoboek: het klaslokaal waar de sluitingsdag van de school op gesuggereerd wordt: 8 november 1983. Dankzij verkeerde instellingen op mijn fototoestel zijn de foto's van dat schoolbord er wazig uitgekomen, echt jammer ;).

Dit was dus een kerk, het huis van de directeur van de school, en een school. Op zich een treurig verhaal, de school is dus gesloten in 1983 (waarvoor Darren, een indrukwekkend wiskundig wonder, 2 ingewikkelde berekeningen op zijn iPhone moest maken om uit te komen op 35 jaar geleden :D) en was verloren, de kerk heeft gedraaid tot 2012. Een aantal jaar later (ik ben het vergeten wanneer precies) hadden ze geld gevonden om het terug op te knappen, maar toen zijn “scrappers” het hele gebouw komen strippen van elektrische bedradingen. Dat was meteen het einde, er was geen geld genoeg om die kost ook nog op te vangen.

De kerk was al serieus gevandaliseerd, zeker als je de foto’s op detroiturbex.com bekijkt van een aantal jaar terug (deze site is mijn bijbel voor de ruïnes in Detroit, naast mijn fotoboek). Op zich heel jammer, maar het was te denken dat er niet veel van waarde meer te vinden is in dergelijke gebouwen. Ze zijn officieel afgesloten en vooraan dichtgetimmerd, maar overal zijn er al sluipwegen gemaakt om er toch nog in te kunnen (zoals wij natuurlijk ook hebben gedaan). Er lag best nog veel papier, bijbels, kalenders en dergelijke in de ruimtes achter de kerk zelf, dat was fascinerend.



De school was in slechtere staat dan de kerk, daar stond helemaal niets meer in, en er leek een zandstorm te zijn gepasseerd in de gangen. De klaslokalen waren ook ontdaan van alles, maar toch was het wel tof erin te lopen. Het had allemaal iets spookachtigs, lopen in lege schoolgangen met achter elke deur een nieuw klaslokaal om te ontdekken. Je kon helemaal tot op het dak, waar je een uitzicht had op de ruïne en de buurt errond.




De bewuste foto van Yves Marchand uit 2008, met de datum (11/08/83) links in het rood.
Tussen de 2 gebouwen stond het huis van de directeur. Dat was in redelijk slechte staat (het was ook een houtstructuur), en daar ben ik enkel op de begane grond een kijkje gaan nemen. Het lag er vol christelijk materiaal, bekers, documenten van de school,…


Na 45 minuten reden we verder naar stop 2, de Continental-fabriek. Niet van banden, wel van motoren. Dit was eigenlijk gewoon een ruwbouw, het “leven” was eruit, en sprak mij minder aan. Bij het oprijden bleek er een filmploeg te draaien. Al was het snel duidelijk dat we er George Clooney niet zouden tegenkomen ;). Het was een bizarre setting, met een rode Cadillac, mannen in ridderachtige uniformen met bebloede hoofden en vrouwen met smokey eyes in lichtekooi-uitvoering. Ik denk niet dat we er nog iets van gaan horen, al riep 1 van de acteurs “Dan kunnen jullie achteraf zeggen dat jullie hier waren tijdens het draaien!!”. Hmmm…

Je kon tot op het dak van de ruïne staan en naar beneden kijken, wat soms eng was. Je had ook uitzicht op de parking van de huidige Chrysler-fabriek, waar alle afgewerkte auto’s werden verzameld.


Tijdens deze stop werd duidelijk dat de Duitse er was met haar Duitse moeder (ha ja ;)) die geen woord Engels sprak, haar Amerikaanse vriend en diens ouders. Met die moeder had ik wel een leuke babbel, ze was geboren en getogen Detroitse. Ze heeft de stad dus gekend in de hoogdagen en zien teloorgaan. Ze sprak met veel enthousiasme over de revival. En net zoals de mensen uit Chicago eerder deze vakantie had ze het over de rellen in 68. Hoewel het volgens haar maar is hoe je het bekijkt: “rellen, “revolutie”, of “volksopstand”. Toen ik haar vroeg hoe zij het zou benoemen, koos ze voor “revolutie” en een haast normaal gevolg van de ongelijkheid die er toen was. Ze erkende dat de VS, ondanks dat er goede dingen veranderd zijn, nog steeds een lange weg te gaan heeft qua rassengelijkheid.

Na deze fabriek hielden we even halt aan het gebouw dat de Amerikaanse man met zijn Duitse vriendin hadden opgeknapt. Ze hadden er een co-workingruimte van gemaakt, en het moet gezegd, het oude politiekantoor was zeer mooi gerenoveerd, met respect voor de oude structuren. Daarna ging het richting Eastern Market voor een sanitaire stop. Wij kozen ervoor ook ineens lunch te kopen, een kalkoenwrap met avocado. Zalige wrap! We hadden toen al beslist later op de dag terug te keren naar deze plek, een aangename buurt die ook aan een revival bezig was.


De laatste stop was opnieuw een verlaten fabriek, die recentelijk is verkocht. Daar bleek een rapper zijn clip op te nemen. Opnieuw een ruïne, zonder veel ziel. Deze was tot voor kort bewoond door daklozen, Darren liet me hun ruimte zien. Het was triest om te zien dat mensen zo moeten leven… Tijdens deze stop werden we de hele tijd in de gaten gehouden door een agent in een Dodge Charger. Hij riep naar mij dat iedereen uit het gebouw moest, dat we aan het “trespassen” waren, wat 80 dollar boete is. Jessie lachte daar wat mee, want hij riep half terug, “Het is 275 dollar boete voor trespassen!”. De agent liet ons effectief begaan, maar bleef rondjes rijden tot we weg waren.



Om 13u30 zat het erop en keerden we terug naar de winkel. Op zich een leuke ervaring, met als hoogtepunt de eerste stop. Jammer van de twee laatste. Al wordt het moeilijker om nog ruïnes te vinden: Jessie vertelde dat alles in het centrum al jaren is afgesloten, het Michigan Central Station is al sinds 2013 afgesloten en is effectief verboden toegang (als er een bord staat met “no trespassing”, dan pas bega je een overtreding), en de Packard Plant (de andere beroemde ruïne in Detroit) is al jaren te gevaarlijk, omwille van instortingsgevaar en louche activiteiten.

Tijdens deze tour reden we door goede en minder goede buurten. Dat merk je wel, al ligt de leegstand letterlijk om de hoek. Het is in Detroit nooit veraf, je kan er niet omheen. Dat blijf ik fascinerend vinden, het heeft enorm potentieel: de huizen die er nog staan, leegstaand of niet, zijn werkelijk prachtig.

Jessie gaf ons nog wat tips mee voor het zelf verkennen van vervallen buurten en Detroit: het is een gekende truc om je aan een rood licht te carjacken met een auto die je achter en voor klemrijdt. Dan richten ze een wapen op je en moet je je auto afgeven. De raad was om genoeg plaats te laten met je voorligger, zodat je steeds kan wegrijden. En als je tankt bijvoorbeeld, kies dan een tankstation waar een groen licht flikkert op het reclamebord. Die stations hebben bewakingscamera’s die rechtstreeks kunnen gezien worden door de politie. En dat er buurten zijn (noordwesten van de stad) waar mensen na valavond hun deur dichtdoen en wachten tot het terug licht wordt. Het klinkt allemaal toch ruig…

Zelf had hij trouwens goed geboerd met het opkopen van grond: er is een tijd geweest dat je voor 500 dollar een stuk grond kon kopen met een huis erop. Die tijden zijn voorbij, maar het aanbod grond is natuurlijk enorm.

We keerden terug naar Eastern Market, waar we rondliepen op de overdekte markt en een gezond sapje dronken bij dezelfde zaak van de wraps. Het is een leuke buurt geworden, overal voel je de “vibe” van de heropleving.

Daarna ging het richting Highland Park, ooit de gevaarlijkste voorstad van Detroit. Het is er nog steeds verre van aangenaam, ik voelde me er niet volledig op mijn gemak. Zolang je op de hoofdbaan, Woodward Avenue, bleef, was het goed, maar de zijstraten ervan vond ik eng. Veel leegstand, open plekken, slecht asfalt (al is dat wel overal), “rauwe” buurten. We stopten bij de Packard Plant met de bekende boog, maar de kilometerslange parallelstraten aan de achterkant vond ik redelijk doodeng en bekijk ik wel verder via Streetview ;). Overal waar je kijkt is er leegstand, zijn er braakliggende terreinen, en in deze regio zijn er weinig tekenen van heropleving. In deze wijk zal het nog tientallen jaren duren voor dat ooit zo zal zijn…





De volgende stop was de brandweer van Highland Park. Hun vorige gebouw is, oh ironie, afgebrand. Omdat het te duur was het herop te bouwen, hebben ze het nieuwe gebouw aan de overkant gezet. Zo kijken ze zelf constant op de verwoestende effecten van vuur, het moet goed zijn om je scherp te houden ;).

We reden nog wat verder tot het richting valavond ging, en volgens Jessie wordt het dan dus gevaarlijker in dergelijke buurten.


Na een korte pauze op de kamer gingen we op stap in de buurt op zoek voor het avondeten. Na wat zoeken kozen we voor een Thai, geen keten, een klein zaakje langs Michigan Avenue. De dienster leek eerst niet al te vriendelijk, maar ontdooide gaandeweg. Haar collega, een goedlachse Amerikaanse met paars haar, was een stuk vrolijker.
Voor nog geen 33 dollar hebben we heel lekker gegeten, curryvarianten met kip als hoofdgerecht en veel te veel fresh rolls als voorgerecht.

Daarna gingen we nog iets drinken bij de Martini’s pub. David bleef bij wijn, ik nam een citrus tequila. Het was onmiddellijk duidelijk dat hier een grote hoeveelheid tequila inzat J.

Deze eerste volle dag in Detroit is voor mij een afgevinkte “to-do” op mijn bucket list. Ja, eigenlijk zijn we te laat om het volle verval van Detroit te zien, en we zijn ook te laat om nog leegstaande gebouwen in vol ornaat te zien, waarbij het lijkt alsof de bewoners gisteren de deur achter zich hebben dichtgetrokken en alles achterlieten. Maar op zich ben ik oprecht blij deze stad terug te zien opstaan. Er zijn weinig steden met zo’n interessante recente geschiedenis. Ik weet niet of ik hier in volle verval om het even waar op mijn gemak had gelopen. Dus dat is wel weer een aangename verrassing.