zaterdag 31 augustus 2019

Vrijdag 30 augustus: Swakopmund - Twyfelfontein

Vrijdag 30 augustus: Swakopmund - Twyfelfontein

Vandaag was een overgangs-/rijdag. We stonden om 8u op voor opnieuw ontbijt met roerei, yoghurt met fruitsla, brood en kaas. David nam er nog een mini-pancake bij, kwestie van er goed voor te staan voor de rit van vandaag, opnieuw dokkeren op dwarsgroeven.

Het begon nochtans veelbelovend geasfalteerd, de eerste 100km, langs Henties Bay, waren deftige wegen. De C35 daarentegen werd hoe langer hoe lastiger. Tegen dat ik het overnam, na 2 uur, was het beste er al lang af en was het minstens even hard hobbelen als 2 dagen geleden. Het laatste stuk, een 45 km langs de D2612 waren de ergste tot nu toe. Dit stuk was tergend traag omwille van de slechte staat van de weg, en misselijkmakend omwille van dezelfde reden. Ik werd er zelfs een beetje ambetant van, er was eigenlijk geen rustpunt in deze weg, alles werd constant en hard door elkaar geschud. Mijn Fitbit denkt dat ik een toppprestatie heb geleverd en 9500 stappen heb gezet tijdens de rit ;). We hopen - en denken- dat we met deze rit het zwaarste hebben gehad voor deze reis. Overmorgen wordt het al snel terug asfalt gelukkig. We hebben een paar keer voor onze banden gevreesd, maar de Toyota houdt zich kranig!

Langs de weg werden we tientallen keren aangemaand om te stoppen voor handwerk en stenen, we vonden het wat triest, maar konden nu ook niet bij elke vrolijk dansende Namibiër halt houden. Bovendien was ons niet duidelijk wat ze nu precies wilden, soms leek het water, soms was het duidelijk voor handwerk.

De ontvangst in de Twyfelfontein Country Lodge was niet echt hartelijk, jammer, wel een verschil met de Lodges tot nu toe. We kregen Lodge 1, het dichtst tegen het hoofdgebouw. De Lodge zelf is wel leuk gedaan, hij gaat als het ware op in het rotslandschap. De activiteiten hier (op bezoek gaan bij de stammen en zien hoe ze leven) liggen ons iets minder, maar gelukkig zijn er ook game drives waarbij ze op zoek gaan naar woestijnolifanten. Dat staat voor morgenmiddag op het programma. Voor de rest zitten we hier een beetje “vast”, er is niet onmiddellijk een stadje in de buurt en ver rijden zien we al helemaal niet zitten met de staat van de wegen. Dus worden het twee dagen rust. We zijn daarnet wat gaan “hangen” aan het zwembad, hebben een avondwandelingetje gedaan van een klein uurtje, en zijn om 18u naar de bar gegaan, om aansluitend te gaan eten. Gelukkig is het eten wel weer lekker :). We hebben ons beiden lichtelijk overeten: bonen, aardappelsla, gerookte zalm, rosbief, hesp, bieten als voorgerecht, en dan nog 2 keer een bord hoofdgerecht genomen, David met biefstuk en kip, ik met kip en oryx. Daarbij nog lekkere puree, pasta, wortelen, spinazie én rode kool. En dan nog als afsluiter chocoladecake, chocolademousse en fruitsla. Je zou van minder een indigestie krijgen :).

Morgenochtend staat er niets op het programma, maar gaan we waarschijnlijk een eindje wandelen, om dan om 15u30 aan te sluiten bij de game drive. En daartussen veel “niksen”.

donderdag 29 augustus 2019

Donderdag 29 augustus: Swakopmund

Vanochtend moésten we op tijd opstaan, voor de living Desert tour. Na het ontbijt, voor beiden roerei met wat brood en kaas, werden we om 8u20 opgehaald door Bas, de gids van deze ochtend. We stopten nog op 2 andere plaatsen om in totaal 9 mensen in zijn Land Cruiser te krijgen. Bij het begin van de woestijn kwam nog een andere Land Cruiser ons vergezellen met een stillere gids, ik zal hem Ludwig noemen (maar eigenlijk ben ik het vergeten;)). Bij de eerste stop, een stel paardenbotten, vertelde Bas een stukje over WO I, dat de onfortuinlijke paarden die hier werden begraven gestorven zijn aan de paardengriep, iets wat nu te behandelen is, maar in 1915 jammer genoeg nog niet. Het was steenkoud, een onaangename noordenwind maakte het best guur. Elke ochtend begint het weer in Swakopmund zoals vanochtend: mistig. Door die mist kunnen alle dieren in de woestijn overleven, want wie op zoek moet naar water is eraan voor de moeite. De mist condenseert namelijk. Sommige reptielen zijn in staat om wekenlang vocht bij te houden, dankzij een extra soort blaas.

De tocht ging verder langs de oude spoorweg die de Duitsers nog hadden aangelegd, maar ze hebben zich mispakt door het onverbiddelijke klimaat hier dat alles terug opvreet als het ware. Van die spoorlijn schiet zo goed als niets meer over, terwijl die pas in 1960 buiten gebruik werd gesteld.
     
Bas (na ons avondeten ben ik ook van deze naam niet meer zeker, volgens David was het “Dan”, hmmm, voor mij blijft hij Bas) was de hele tijd op zoek naar sporen van leven, en op het eerste zicht leek dat volledig lukraak en op goed geluk. Het eerste half uur waren zijn pogingen niet succesvol, waardoor ik al begon te vrezen voor zo’n ochtend waarin er “buitengewoon weinig leven viel te spotten”. Maar Bas gaf niet op. Na een 40 minuten had hij een kameleon gevonden. En wat je dan zou denken is dat iedereen daar als de wervelwind naartoe moet, maar hij kwam ons rustig halen. Tegen dat wij aan de struik waren zat de kameleon er nog, te wachten op de “paparazzi”, zoals hij ons noemde. De kameleon had blijkbaar al wat accidentjes meegemaakt: zo was zijn staart wit, en dat komt doordat hij hem ooit heeft laten verbranden door de zon. Bas kende deze kameleon persoonlijk, net aan die staart. Blijkbaar is er nog een andere wiens 4 poten wit zijn door de zon. Hij kreeg wat wormpjes als ontbijt, waar hij duidelijk wel blij mee was, de aandacht nam hij er graag bij.

De volgende stop was voor een gekko, en ongelooflijk hoe Bas dat beestje uit een zandduin haalde. Deze was volledig transparant en is eigenlijk een nachtdier. Na 5 minuten in de zon zou die totaal verbranden, dus gaf Bas de uitleg terwijl de gekko in zijn schaduw stond. Dit was verreweg het schattigste diertje. Ook hoe hij zichzelf na de uitleg terug ingroef met zijn pootjes, en met zijn staart heen en weer ging om zuurstof mee te nemen in zijn constructie voor de dag was apart om zien.

Daarna werd het terug zoeken, Bas had ons graag een slang voorgeschoteld, al zijn die moeilijk te vinden. Na een paar vruchteloze pogingen leek hij te gaan opgeven, maar dat kon Bas gelukkig niet :). We reden nog wat verder, tot hij ineens schijnbaar zonder reden zijn teenslipper op een zandduin gooide. David had zich eerder op de dag al afgevraagd of die man überhaupt schoenen zou hebben, omdat hij constant blootsvoets liep. We vermoeden van niet, omdat je een bergschoen niet zo makkelijk uit het niets vanaf je voet naar een duin gooit ;). Ook dat teenslippergooien was niet zomaar: dat was voor een “dingsken” zei David. Een hagedisje dus ;). De teenslipper bootste een vogelaanval na, waardoor het beestje zich begon in te graven. Door dat ingraven kon Bas hem uit het zand halen. Indrukwekkend.  De hagedis was nog geen duim groot. Zijn laatste verweer was zich vastbijten in Bas’ vinger, waardoor hij in een normale situatie door een ander dier zou weggeslingerd worden. Dat deed Bas niet, hij zette hem braaf terug in het zand, en liet het zich terug ingraven zodat het niet door een vogel werd gespot en opgegeten.

Net voor hij het écht wou gaan opgeven vond Bas dan toch een slang voor ons. Geen grote gelukkig, al lijkt hij immens op de foto die hij met mijn telefoon trok (zelf zou ik nooit zo dichtbij gedurfd hebben natuurlijk). Een beet van deze olijkerd levert je een week helse pijnen op, waartegen niet veel helpt.

Na deze afsluiter was het snacktijd, lekkere zelfgemaakte koekjes met een sapje, en tijd om terug te keren naar centrum Swakopmund. Al bij al duurde deze excursie toch zo’n 4 uur, het zoeken naar dergelijk klein leven is intensief.

Rond 13u waren we terug in ons Guesthouse. Nog anderhalf uur voor het sandboarden. We gingen terug richting het centrum om te lunchen, we stopten op goed geluk bij Wild Rocket, wat ons wel een leuk zaakje leek. Dat was het ook, niet duur en een lekkere wrap met kip en pindakaas.

Om 14u25 kwamen Arnaud en 2 andere coole Namibiërs (het leken wel 3 jonge versies van Bob Marley) ons halen voor het sandboarden. We waren de enige klanten vandaag, dus hadden we een privé-ervaring. De 2 jongens die vooraan zaten waren onze chauffeurs, Arnaud was de sandboarder die ons meenam op de duinen. Wij hadden gedacht dat sandboarden, of je dat nu al liggend of staand doet, altijd werd gedaan van op een snowboard. Dat is dus niet zo, de lie down-versie is gewoon met een houten flexibele plaat, waar je ofwel op je buik op gaat liggen, ofwel op gaat zitten en er een soort slee van maakt. Eerst vertrokken we van een kleine duin, om het wat onder de knie te krijgen. Volgens Arnaud was het enige wat ons kon overkomen “een mond vol zand”. Al leek dat niet zo met zo’n dunne plaat onder je. Voor het rechtstaand sandboarden wordt dan weer wel een snowboard gebruikt, waarop een formicalaag is aangebracht, want een echt snowboard glijdt niet in zand. En zelfs dan moet je elke keer de plaat inwaxen met boenwas. Nog een nadeel: het naar beneden glijden duurt 10 seconden, maar dan moet je weer met die plaat de helling op. Volgens Arnaud was dat de full package: “fun, sandboarden en fitness”.
David wilde zich wel wagen een rechtopstaand avontuur. Hij is niet gevallen, maar om nu te zeggen dat het razendsnel ging is ook overdreven ;)...
Daarna werd ons de tandem aangeleerd: met twee naar beneden op 1 plaat. Dat leek ons technisch onmogelijk, maar Arnaud hield vol van wel. En dat was het nog ook! Eigenlijk was dat de stabielste versie om een duin af te glijden, dus besloten we het zo verder te doen. David zat voorop en was verantwoordelijk voor de voorkant, ik zat achterop en nam het evenwicht en het sturen voor mijn rekening. Dat ging verbazingwekkend snel, en foutloos :). Na een aantal keer oefenen op een kleine helling stuurde Arnaud ons de hoogste duin af. David zag het niet zitten en begon wat te pruttelen, Arnaud aanmanend dat hij ons maar een klein duwtje mocht geven. Dit wordt niet voor niets de “Kalahari-Ferrari” genoemd! Het was écht leuk, die 10 seconden steile afdaling. Volgens David zouden we een prima bobslee-koppel zijn. Eens zien of we dat in januari overdoen op het ijs in La Plagne ;).

Tussen het afdalen door vertelde Arnaud over Damaraland, waarvan hij afkomstig is, over de apartheid, de township in Swakopmund (waardoor de straten zo leeg zijn ‘s avonds, omdat iedereen terugkeert naar de townships), over zijn talenkennis (zo goed als ieder kind kan op zijn 10de 4 talen spreken), over zijn project (een sandboarding-school starten),... Het was een toffe jongen.

Na nog een afdaling was het tijd voor de laatste: die richting de oceaan. Deze was minder steil, maar vooral langer. Leuke afsluiter.
Eens terug in de Guesthouse bleek hoeveel zand we hadden meegenomen: het zat werkelijk overal, tot ver in mijn oren. Na een verkwikkende en opwarmende douche (de wind blijft snijden uit het noorden), zijn we klaar voor het restaurant van vanavond: The Tug.

Update 21u08: The Tug was minstens even lekker als gisteren, al teren die van vandaag meer op hun naam. Het kader was wel tof, wij zaten in de stuurmanscabine van de boot (het hele restaurant was dus een boot, met zicht op de oceaan). David nam als voorgerecht kreeftensoep, ik nam de gegrilde calamari met tartaarsaus. Daarna namen we beiden kabeljauw, ik als “catch of the day” (met saus en bijgerecht naar keuze), David nam de kabeljauw met groenten, aardappelen en kaassaus. Daar namen we dan nog rijst en linzen met tomatensaus bij. Samen met de suggestiewijn, een pinot grigrio van Zuid-Afrika. En laat de ober van vanavond (I kid you not) net Ludwig heten, wat me doet vermoeden dat Ludwig van vanochtend eigenlijk niet Ludwig heette, het toeval zou te groot zijn. Na een verkwikkende avondwandeling sluiten we deze rijk opgevulde dag af!








woensdag 28 augustus 2019

Woensdag 28 augustus: Sesriem - Swakopmund

Woensdag 28 augustus: Sesriem - Swakopmund

Vandaag ruilden we woestijnlandschappen even in voor de zee. Na het ontbijt en tanken gingen we rond 10u op pad.

De rit naar Swakopmund was er eentje voor sterke magen, 240km waarvan zeker 200km op ruige, onverharde gravelwegen. Dit is iets anders dan wat wij ons voorstellen van een “road trip”, dit was constant opletten voor diepe putten, zoeken naar het beste rijspoor en glijden ertussen. Je wordt het wel snel gewoon, maar zelfs dan nog is het geconcentreerd rijden. We slaakten beiden telkens een zucht van verlichting toen de diepe dwarsgroeven even weg waren en knepen de billen dicht als we op een put afreden die niet te vermijden was.

Het landschap was nog steeds woestijnachtig, maar deze keer bergachtig woestijnachtig, t is weer eens iets anders.

Na 4u30 hobbelen kwamen we aan in Walvis Bay, waar de weg gelukkig terug geasfalteerd was. Vanaf daar was het nog een klein kwartiertje doorrijden naar Swakopmund. We checkten in bij ons hotel voor de komende 2 dagen, het Namib Guesthouse. Wederom een charmant hotelletje. De vriendelijke dame aan de receptie wou alles voor ons regelen, elke excursie, restaurant, we moesten het maar zeggen en ze deed het. Dankzij haar kunnen we morgen 2 excursies doen: het sandboarden (dat al was geboekt) is verzet naar de namiddag, zodat we ‘s ochtends de living Desert tour kunnen doen, die was ‘s middags al volzet. We worden 2 keer opgehaald en afgezet bij het hotel, nog zo gemakkelijk. En voor vanavond heeft ze voor ons een tafel geboekt bij een Portugees.

We zijn ondertussen Swakopmund gaan verkennen, het is leuk na 3 dagen woestijn terug in een stad(je) te zijn. Alles is hier compact, en ligt op wandelafstand van elkaar. Eerst gingen we naar het strand, en wandelden dan verder naar het tweede strand via een met palmbomen beplante mooie bloemenboulevard, en dan terug via de belangrijkste (winkel)boulevard. Het deed deugd eens goed de beentjes te strekken, en voor David om eens goed adem te halen na al die stofferige woestijnzandlucht.

Het is hier ook volstrekt veilig, we worden hier niet overladen met veiligheidsboodschappen zoals in Windhoek. Dus gaan we straks te voet naar onze Portugees.

Update 21u31: ondertussen terug van de Portugees, het was een aanrader! We worden deze vakantie nog grotere fans van de Beyerskloof wijnen, die drink je hier op restaurant goedkoper dan dat we hem thuis inkopen. De dienster vanavond was uitermate lief en charmant, haar naam heb ik jammer genoeg niet kunnen onthouden. Ze heeft ons wel wat meer uitleg gegeven over hun talen, die ze thuis spreken, en diegene die ze op school leren. Zij nam Afrikaans als tweede taal, naast Engels. Haar moedertaal is die van Damaraland, vanwaar ze afkomstig is. En op zich is het zo’n triestig verhaal; ze heeft 3 kinderen die bij haar ouders opgroeien, de oudste is 14. Ze is daarnaast ook een alleenstaande moeder, en ziet haar kinderen enkel tijdens de vakanties. Daar word ik dan weer stil van...

Qua eten zelf: David nam de dagsoep (spinazie, aardappelen en chorizo), ik nam de “Sailor mussels”, daarna namen we allebei de “catch of the day”, gebakken tong. Echt ongelooflijk lekker allemaal, een lekkere afsluiter van een toch vermoeiende rijdag. Morgen moéten we om 7u opstaan, want ze komen ons “tussen 8 en 8u30” ophalen voor de living Desert tour.





dinsdag 27 augustus 2019

Dinsdag 27 augustus: Sesriem (Sossusvlei)

Vanochtend ging de wekker om 6u59, maar tegen dat we effectief een teen uit bed zetten was het 7u30. Dat betekent dat we de zonsopgang zouden missen in de Sossusvlei, maar ach, t is vakantie ;).

Om 8u gingen we op weg naar ons ontbijt, wat net zoals gisteren 10 minuten rijden was, in de Sossusvlei Lodge. Net zoals gisterenavond was het meer dan in orde, vanochtend waren het eieren voor showcooking. Tegen dat David uitgegeten was, met eieren met ham en kaas, broodjes, gebakje, yoghurt en koffie (ik nam kip met een omelet van tomaat en kaas met een broodje), konden we om 9u de tocht aanvatten. We zouden eerst tot voorbij Dune 45 rijden, recht naar Sossusvlei en Deadvlei, en dan terugkeren naar de duin. Het laatste stuk om tot aan de Sossusvlei te geraken was enkel toegankelijk voor 4x4’s. Dat hebben wij niet, en we besloten het ook niet te proberen, ook al was het verleidelijk. Voor mensen zonder 4x4 hebben ze shuttles, dus deden we dat. Even dachten we nog het te wandelen, maar goed dat we dat niet hebben gedaan, het was toch verder dan gedacht. Paul, de chauffeur van dienst, dropte ons en een Brits koppel eerst aan de Sossusvlei, waar we een 20-tal minuten kregen om rond te kijken. Ruim voldoende. Daarna ging het naar Deadvlei, waar zich de beroemde uitgedroogde bomen bevinden. De tocht naar de bomen verliep op zanderig gebied, wat David ertoe verleidde één van zijn oneliners uit 2017 terug boven te halen: “Ik haat zand!”. Het was wel specifiek dit zand gelukkig, omdat we erin moesten wandelen, want anders heb je pech in Nambië ;). Na een twintig minuten wandelen zagen we de zoutpan met de bomen, die omringd was door hoge oranje zandduinen. Het contrast was echt mooi en speciaal. We vonden dit beiden “spectaculair” ;).

Paul zou ons om 12u terug ophalen. We hadden hem bij het afzetten aan deze vallei betaald, net zoals ons Brits koppel. Die vroegen nog specifiek “En je komt ons écht wel ophalen hè?”, waarop Paul plechtig beloofde van wel. Maar het werd 12u, 12u05, 12u10, 12u20, en Paul kwam niet af. Een andere shuttledriver vroeg ons op dat moment of we op iemand aan het wachten waren. De Britten gaven een beschrijving van de man, waardoor de chauffeur wist wie het was. Hij wou ons wel meenemen, waarna we in een recordtempo over de zanderige wegen een andere shuttle gingen inhalen. Bleek dat toch wel niet Paul te zijn... Hij keek wat betrapt en verrast, maar we moesten toch wisselen en overstappen terug bij hem. Jammer voor zijn fooi ;).

Om half één gingen we richting Dune 45. Waar het bij het opstaan nog 10 graden was, begon de temperatuur nu wel op te lopen. David vertelde dat er een rijtje omhoog aan het gaan was toen we er de eerste keer passeerden (ik was even ingedommeld), maar op dit moment van de dag, 13u, was er niemand, zelfs geen 2 zotten die je normaal overal vindt, om de duin op te wandelen. We besloten ook niet “die 2 zotten” te zijn die de tocht zouden aanvatten, daarvoor was het net te warm geworden om in volle zon een redelijk intensieve wandeling te doen. Dan maar gewoon een foto ;). We waren gisteren toch al Elim Dune opgewandeld, het idee van een duin op te wandelen hebben we al.

Op dit moment zitten we aan de bar van onze Camp wat uit de zon wat te internetten terwijl ik dit verslag schrijf, uit de zon is het best aangenaam. We wachten op het tweede deel van de dag, om 17u start de Sundowner vanaf de Sossusvlei om dieren te spotten. Voor vanavond hebben we vlees en toebehoren besteld om te barbecueën voor onze lodge. Wordt ongetwijfeld weer een leuke avond :)!

Update 21u58:
De Sundowner dus. Om 17u stonden we aan de receptie, alwaar Salati en Eleni ons en 4 Duitsers persoonlijk welkom kwamen heten. We werden naar de jeep begeleid die ons door het privé-domein van de Sossusvlei Lodge zou loodsen. Op voorhand gaven ze al aan niet veel beesten te zullen spotten, wegens weinig aanbod. Op zich niet zo erg, de ondergaande zon op het uitgestrekte variërende berglandschap was op zich al mooi. Eleni wist veel en gooide er af en toe een mopje tussen. Zo deed hij ons geloven dat de grote nesten in de bomen van struisvogels zijn. Hij pakte het zo goed in dat we er alle zes mee weg waren, totdat hij doodleuk zei dat het gewoon gigantische vogelnesten waren van kleine vogeltjes. Natuurlijk moest hij bij de volgende stop zweren dat wat hij daar dan bij vertelde geen grap was. Dat heb je dan ;).
Vandaag heb ik ook wat bijgeleerd over mijn favoriete stukje vlees, de oryx. Die beesten zijn geweldig goed aangepast aan de onverbiddelijke natuur hier. Zo kunnen ze 2 tot 3 weken zonder water, gewoon door heel droog uitwerpselen uit te stoten. Al het vocht wordt er dus aan onttrokken, zodat ze dat zelf kunnen opslaan. Hun hoorns zijn dan ook weer in staat om vocht uit de lucht op te vangen, wat dan condenseert, van hun hoorns afloopt en in hun bek belandt. Geniaal toch...

De Duitsers zaten op de eerste twee rijen, wij op de laatste. Ze waren olijk, en stelden constant vragen. Wij hadden er ook, maar het was nogal onrespectvol die van achterin naar voor te roepen. Gelukkig stelden ze veel vragen die wij ook hadden.
De 4 kenden elkaar, meer nog, ze waren samen op reis. De link was de job van de vrouwen: ze waren beide lerares, de ene Engels/Frans, de andere biologie. Dat kwamen we te weten toen de beide gidsen waren gestopt bij een rotsenformatie, alwaar ze onze aperitiefhapjes en drank aan het klaarzetten waren totdat we de rots om mochten komen. Leuke verrassing, en echt mooi gedaan.
Daar zagen we dan de zon ondergaan vanavond, op een ydillische plaats tussen de rotsen, met zicht op de rotsenformaties. Dit was echt een leuke trip, die gemaakt werd door onze twee gidsen. En ook een beetje door de Duitsers, we hebben er beiden leuk staan mee kletsen ;).

Na de stop keerden we als een wervelwind terug naar de Lodge. Om 19u30 namen we afscheid van de groep, en gingen we terug richting onze lodge, er viel nog te barbecuën vanavond!

Onze levering bleek in onze buitenkeuken staan, en het leek meer dan genoeg. Al bleken we toch het één en het ander te missen zoals bestek, borden, glazen... David keerde terug naar de receptie, bleek dat je dat kon huren, maar apart. Tja, nogal essentieel ;). Toen we volledig voorzien waren begonnen we (zijnde vooral David) eraan. Het was heel gezellig, en lekker. De stukjes vlees waren goed gemarineerd, zijnde eland, kudu en oryx (omgedoopt tot mijn “kip” van deze vakantie ;)). Verder was er nog tomaat (erg sappige) en koolsla. De zoete aardappel die we erbij hadden besteld was na een uur nog niet zacht, die hebben we dan maar laten vallen. Maar het was toch veel te veel, zeker omdat er nog een kaasplankje als nagerecht kwam. Nadat we hadden afgewassen en het vuur bijna was gedoofd, bleven we in complete duisternis naar de sterrenhemel staren, die blijft toch ongerept en ongezien mooi hier. Je ziet hier zodanig veel sterren dat ze zelfs de complete duisternis wat doen oplichten. En wat ons ook verwondert: bij ons zijn de sterkste lichtpunten vaak vliegtuigen, hier zijn het enkel sterren. Het was een mooie afsluiter van een bijzondere avond, onze laatste avond hier in de Sossusvlei.

Morgen gaan we richting Swakopmond, volgens de Duitsers ook zeker de moeite. Ze hebben me zowaar warm gemaakt voor een excursie naar de small 5, de 5 belangrijkste reptielen van de woestijn!
Maandag 26 augustus: Mariental - Sesriem (Namib Naukluft Park)

David heeft vannacht in 2 etappes geslapen: ergens rond half vijf meende hij een olifant gespot te hebben, die hij een half uur heeft gadegeslagen. Bleek het achteraf jammer genoeg onmogelijk, gezien die niet in Mariental voorkomen. Dus houden we het bij ne vrëe grote neushoorn ;).

Voor het ontbijt leken we één van de laatsten te zijn, de ontbijtzaal was leeg en niet meer voorzien op veel volk. We kregen roereieren op aanvraag wel. 

Rond 10u gingen we op pad richting Sesriem. We namen halverwege afscheid van de asfaltwegen, van een stuk van onze carrosserie (later meer) en van het eentonige vlakke woestijnlandschap van de Kalahari. Ik begon met het eerste deel, langs langzaam bergachtig en interessanter wordende landschappen, soms werden het zand en de rotsen wat roder, daarna werden ze weer geler. De grindwegen vielen op mijn stuk nog mee, maar toen David het overnam 2 uur later werd het uitdagender en zeer hobbelig. 

Het hele landschap deed ons wat denken aan Nevada en de weg richting Death Valley, en gezien de vallei van onze bestemming ook zo noemt, kan dat kloppen. Even voor Sesriem maakte de auto een raar geluid. We vreesden beiden voor een platte band, maar toen we uitstapten bleek één van de achterspatborden los te zijn gekomen, waardoor die tegen het wiel sleepte. Het spatbord miste een paar vijzen, dus op lange termijn zou dat niet goedkomen. We duwden het voorlopig terug, wat het voor nu leek op te lossen. Om 15u checkten we in bij het Desert Camp, waar we hutje 203 kregen toegewezen. Alle stenen hutjes hebben zicht op de bergen, hebben een BBQ-plek waar je vlees voor kan bestellen en zijn leuk ingedeeld. 

We hadden nog wat tijd over tegen dat het avondeten werd opgediend, dus gingen we alvast een eerste keer op verkenning in de Sossusvlei. Morgen staan Dune 45 en de Sossusvlei zelf op het programma, vandaag hielden we het bij Elim Dune en Sesriem Canyon. Op weg naar Elim Dune begon het geluid van het spatbord opnieuw, en inderdaad, het sleepte opnieuw tegen het achterwiel. David koos voor de grove middelen, en knipte een stuk van het spatbord af. Daardoor was het onmiddellijk opgelost, al merkten we later dat je dat toch serieus ziet als je de achterdeur opendoet :s.

De Elim Dune kon je opwandelen, wat we ook deden. Vanop de duin had je een mooi zicht op de omgeving.
Sesriem Canyon was de volgende stop. De weg ernaartoe was in zeer slechte staat, dat was de hobbeligste weg tot nu toe. De canyon zelf was wel mooi, en je kon er ook gemakkelijk even in afdalen zonder halsbrekende toeren uit te halen. Al bij al waren het twee leuke stops voor een eerste indruk.

We waren net op tijd terug in het Desert Camp voor een enorm deugddoende Cola Zero bij zonsondergang. Daardoor kleurden de rotsformaties nog meer rood. 

r het avondeten waren we aangewezen op de Sossusvlei Lodge. De setting was erg romantisch. De tafeltjes hadden allemaal uitzicht op een waterpoel, werden enkel verlicht met tafellampjes, en voor het hoofdgerecht werden allerlei soorten game meat op vraag voor je gebakken. Ik nam Oryx, Wildebees, Eland en terug Oryx. Eland was wat taaier, en opnieuw was Oryx het smakelijkste stukje vlees. We namen allebei gewoon het stukje vlees zonder sauzen en dergelijke, het was haast jammer van de smaak van je vlees. Cassandra, onze dienster van vanavond, was een erg vrolijk kind, kwam geregeld een praatje slaan over Afrikaanse wijnen, mijn haar (dat ze geweldig vond ;)), en de waterhole die vandaag jammer genoeg niet 1 beest wist te verleiden. Voor de tweede avond op rij vergaapten we ons aan de sterrenhemel, zo ongerept hier..

Het “spectaculaire” Namibië is voor ons vandaag wel gestart, benieuwd voor morgen wanneer we écht de Sossusvlei in zullen gaan! We gaan proberen zo vroeg mogelijk op te staan, we zullen zien wanneer dat precies zal zijn. 








Zondag 25 augustus: Windhoek - Mariental (African Safari Lodge)

Zondag 25 augustus: Mariental (African Safari Lodge)

De hoogtepunten van deze dag speelden zich aan het einde van de dag af, al wisten we dat niet vanochtend natuurlijk....

Vanochtend begon relax, na een verkwikkende nacht van bijna 11 uur slaap. Het ontbijt was uitgebreid, met eieren en spek speciaal voor ons gebakken, fruitsla, toast met confituur en kaas.

Rond 9u begonnen we echt aan de road trip. David lijkt deze reis de chauffeur van dienst te zijn, want hij ging spontaan weer achter het stuur zitten :).

De rit naar Martiental was op zich een eentonige rit door woestijnachtig gebied, met slechts 1 baan, constant rechtdoor. Na 3 uur rijden kwamen we aan in Mariental, verder een klein stadje waar niet zoveel te beleven viel. We reden onmiddellijk door naar de Lodge voor vanavond, waar we vriendelijk werden begroet met een drankje bij het inchecken. Alle kamers geven uit op een drink- en etensplaats voor dieren, al was daar op dit moment van de dag nog niet veel van te merken. We kwamen tot het besef dat deze reis veel rustpunten zal hebben, meer dan we eigenlijk gewoon zijn, en dat is even wennen. We nestelden ons in de zeteltjes op ons terras en begonnen te reflecteren over deze reis, voorgaande reizen en de verdere planning van de dag. Er bleek een dam te zijn in de buurt, Hardap Dam, en gezien de rest van de dag nog niet was ingevuld, gingen we erop uit. Voor 90 dollar ging de toegangspoort met een brede glimlach open. Al snel bleek dat de echte dam niet toegankelijk was met een gewone auto (de weg was gebarricadeerd), en het enige waar we naartoe konden, was de lodge in het park zelf. Daar waren ze voorzien op een volkstoeloop, toch te zien aan de parking, maar we stonden er op 1 auto na alleen. Daarvoor waren we een hele dirt road afgereden die uitzicht gaf op het water, maar dat was het dan ook. Indrukwekkend was het allemaal niet, om 15u waren we terug in de Lodge. We waren mooi op tijd voor de tea time, en gingen even vragen of we nog meekonden met de game drive van vanavond. Dat kon gelukkig nog, en dat is eigenlijk ook waarvoor mensen naar hier komen realiseerden we ons achteraf. Deze game drive heeft de dag gekleurd, samen met het afsluiten van de dag op ons terrasje, met zicht op de beesten.

Maar eerst de game drive. Bryan, de chauffeur van vanavond, zette er onmiddellijk de vaart in naar onze eerste “waterhole”. Daar was het meteen raak, neushoorn met baby-neushoorn, en een kudde giraffen. Dat was wel een indrukwekkend zicht, en ze lieten zich niet opjagen door ons gezelschap. We kregen ruim de tijd om de beesten waar te nemen en volop te fotograferen (al hadden anderen duidelijk indrukwekkender lenzen mee dan wij). Maar ach, onze ervaring is er niet minder om ;).

Nu moet ik zeggen dat ik vaak last heb om fauna te spotten, dat is thuis zo, en dat is hier niet anders. Op een bepaald moment, aan de tweede stopplaats, zei David, “hé, er staat een giraf achter die springbokken!”. Ja, ik kan écht naast een giraf kijken, hoewel ik de springbokken aan het fotograferen was.

Dat was verder op de tocht niet anders: “Daar, een springbok”, “waar?”, “Daar!! Tussen die twee struiken!”, “Hmmmm, nee”, “Laat maar, je ziet hem niet meer”...

David kan het ook hier niet laten trouwens om toe te geven dat hij het antwoord niet weet ;). Als ik vraag “Zijn dat nu springbokken of iets anders?”, zegt hij “Sommige”. Als in “zoek het zelf uit kind” :).

Eerder op de dag had hij zich laten ontvallen “hè, deze reis heet toch “Spectaculair Namibië?”, “wel dan wil ik niet weten wat gewoon Namibië was”. Klinkt verwaand, maar tot op dat punt van de middag hadden we inderdaad nog niet veel spectaculairs gezien, en het is ons nu dus duidelijk dat het spectaculaire duidelijk ‘s ochtends en ‘s avonds te beleven valt.

De game drive stopte bij zonsondergang aan een houten tribune met bar, waar Bryan voor iedereen bier en cider bovenhaalde. Zo konden we vanaf het ponton naar de zonsondergang kijken, terwijl we met Duitsers aan het kletsen waren. Dat was een mooie afsluiter van de dag.

Daarna werd het snel donker en gingen we terug naar de lodge. We schoven aan bij het buffet, en bestelden een fles Beyerskloof Synergie. Het was allemaal erg lekker, van voorgerecht, tot mijn favoriet, de chicken pie, echt overheerlijk. Na het eten dronken we de rest van de fles op op ons terrasje, met uitzicht op neushoorns en “sommige” ;) springbokken, onder een klare sterrenhemel. Dat vervangt by far de televisie en internet! Het hoogtepunt van deze dag zat hem duidelijk in de staart!

zaterdag 24 augustus 2019

23 en 24 augustus: Düsseldorf - Amsterdam - Windhoek

23 en 24 augustus: Düsseldorf - Amsterdam - Windhoek


Onze reisdag begon rustig. Om half acht opgestaan, David moest nog om zijn laatste vaccinaties (niet dat ik hem dat geen jaar op voorhand heb aangeraden te doen...) bij de huisarts, en ik kon ons Beatrijs op het gemak bij de Cat Lounge gaan droppen.

Om 13u vertrokken we richting Düsseldorf, de vlucht ging om 18u15. We kwamen mooi op tijd aan op de luchthaven, so far so good. Een half uur vliegen later waren we al in Amsterdam, waar we moesten wachten tot 22u55 voor het vertrek. Vanaf aankomst in Amsterdam vonden we beiden dat de vakantie nu écht begonnen was, dus gingen we aan de cava :). Bij het taxiën meldde de piloot dat er een foutmelding was in de systemen, en dat ze dat graag weg wilden hebben voor het opstijgen (welja , vonden wij nog zo fijn). Het probleem raakte niet opgelost van de gate weg, dus moesten we terug naar de gate om alles herop te starten en te zien of de foutmelding wegbleef. Na iets meer dan een uur oponthoud kwam dan de verlossing: “het probleem was verdwenen en er was genoeg reden om aan te nemen dat het niet terug zou komen”. En dat leek het ook te doen achteraf gezien.

Eerst was er nog een tussenstop in Angola van een uurtje, waardoor we ook kunnen zeggen dat we in Angola zijn geweest ;). De stewardess, die ons eerder al een tip had gegeven over de Zeeuwse wijn die ze aan boord schonken, vertelde nu dat zij hier nu van boord moesten, en dat Luanda verder geen aangename stad is om te verblijven. Dat leek het ons ook al vanuit de lucht, het was een aaneenschakeling van krottenwijken, tot aan de muur van de luchthaven gebouwd. Ze stelde ons wel gerust dat Windhoek een totaal andere sfeer is, gelukkig maar.


Na ngon eens 2 uur vliegen kwamen we dan aan in Windhoek. Onze auto konden we ophalen bij Avis, en na een verplichte presentatie over het rijden in Namibië kregen we dan onze Toyota RAV4 mee.
David bood aan om te rijden, en dat was nu eens volledig prima voor mij. Ook al is het een automaatl links rijden is weer even wennen. Onderweg naar Windhoek Stad kwamen we al wilde - lelijke - zwijnen tegen, én een kudde apen. Toen begon het bij mij door te sijpelen dat we écht wel in Afrika zijn, voor ons beiden de eerste keer, en dat is toch wel apart. Na 6 jaar VS-reizen is het even uit de comfort-zone, en dat is tegelijkertijd leuk, én eng.

Ons eerste hotel van deze reis ligt in Windhoek zelf, een half uurtje rijden van de luchthaven, “The Elegant Guesthouse”. Om 14u checkten we in, en we besloten aan het vijvertje van deze charmante locatie even alle informatie door te nemen die we op de luchthaven hadden gekregen. Om 16u zou Chrizell, de contactpersoon van Wild Africa Travel, ons wat meer uitleg komen geven over onze reis. Het is allemaal piekfijn geregeld, we hebben een routekaart met alle stops, een heel roadbook en vouchers voor alle excursies en hotels. Het is voor mij even wennen dat uit handen gegeven te hebben, maar het is ook wel eens fijn.

Na een stop bij de supermarkt om voornamelijk water, gingen we om 18u naar Joe’s Beerhouse, op 800m van het hotel en overal getipt. Het was ook een leuke plaats, met veel vlees van plaatselijke beesten. Dat was dan ook meteen onze keuze, een saté van kip, springbok, oryx, zebra en kundu. Van alle stukjes vonden we zebra het minst, dat was verreweg het taaiste vlees. De andere stukjes waren erg lekker.

We kijken beiden erg uit naar het échte begin van onze road trip, die start morgen, met een tocht van 300km naar de Kalahari.

23 en 24 augustus: Düsseldorf - Amsterdam - Windhoek

Onze reisdag begon rustig. Om half acht opgestaan, David moest nog om zijn laatste vaccinaties (niet dat ik hem dat geen jaar op voorhand heb aangeraden te doen...) bij de huisarts, en ik kon ons Beatrijs op het gemak bij de Cat Lounge gaan droppen.

Om 13u vertrokken we richting Düsseldorf, de vlucht ging om 18u15. We kwamen mooi op tijd aan op de luchthaven, so far so good. Een half uur vliegen later waren we al in Amsterdam, waar we moesten wachten tot 22u55 voor het vertrek. Vanaf aankomst in Amsterdam vonden we beiden dat de vakantie nu écht begonnen was, dus gingen we aan de cava :). Bij het taxiën meldde de piloot dat er een foutmelding was in de systemen, en dat ze dat graag weg wilden hebben voor het opstijgen (welja , vonden wij nog zo fijn). Het probleem raakte niet opgelost van de gate weg, dus moesten we terug naar de gate om alles herop te starten en te zien of de foutmelding wegbleef. Na iets meer dan een uur oponthoud kwam dan de verlossing: “het probleem was verdwenen en er was genoeg reden om aan te nemen dat het niet terug zou komen”. En dat leek het ook te doen achteraf gezien.

Eerst was er nog een tussenstop in Angola van een uurtje, waardoor we ook kunnen zeggen dat we in Angola zijn geweest ;). De stewardess, die ons eerder al een tip had gegeven over de Zeeuwse wijn die ze aan boord schonken, vertelde nu dat zij hier nu van boord moesten, en dat Luanda verder geen aangename stad is om te verblijven. Dat leek het ons ook al vanuit de lucht, het was een aaneenschakeling van krottenwijken, tot aan de muur van de luchthaven gebouwd. Ze stelde ons wel gerust dat Windhoek een totaal andere sfeer is, gelukkig maar.
Na ngon eens 2 uur vliegen kwamen we dan aan in Windhoek. Onze auto konden we ophalen bij Avis, en na een verplichte presentatie over het rijden in Namibië kregen we dan onze Toyota RAV4 mee.
David bood aan om te rijden, en dat was nu eens volledig prima voor mij. Ook al is het een automaatl links rijden is weer even wennen. Onderweg naar Windhoek Stad kwamen we al wilde - lelijke - zwijnen tegen, én een kudde apen. Toen begon het bij mij door te sijpelen dat we écht wel in Afrika zijn, voor ons beiden de eerste keer, en dat is toch wel apart. Na 6 jaar VS-reizen is het even uit de comfort-zone, en dat is tegelijkertijd leuk, én eng.

Ons eerste hotel van deze reis ligt in Windhoek zelf, een half uurtje rijden van de luchthaven, “The Elegant Guesthouse”. Om 14u checkten we in, en we besloten aan het vijvertje van deze charmante locatie even alle informatie door te nemen die we op de luchthaven hadden gekregen. Om 16u zou Chrizell, de contactpersoon van Wild Africa Travel, ons wat meer uitleg komen geven over onze reis. Het is allemaal piekfijn geregeld, we hebben een routekaart met alle stops, een heel roadbook en vouchers voor alle excursies en hotels. Het is voor mij even wennen dat uit handen gegeven te hebben, maar het is ook wel eens fijn.

Na een stop bij de supermarkt om voornamelijk water, gingen we om 18u naar Joe’s Beerhouse, op 800m van het hotel en overal getipt. Het was ook een leuke plaats, met veel vlees van plaatselijke beesten. Dat was dan ook meteen onze keuze, een saté van kip, springbok, oryx, zebra en kundu. Van alle stukjes vonden we zebra het minst, dat was verreweg het taaiste vlees. De andere stukjes waren erg lekker.

We kijken beiden erg uit naar het échte begin van onze road trip, die start morgen, met een tocht van 300km naar de Kalahari.