zondag 26 augustus 2018

Zondag 26 augustus (Detroit, MI)


Gisterenochtend was mijn hoogdag: de Urbex rondrit door verlaten Detroit. Parker Street, de plaats van afspraak, leek in een betere buurt te liggen, en dat bleek ook achteraf bij de uitleg van Jessie, de gids voor vandaag, bijgestaan door de verlegen Darren, gids in opleiding. Deze straat ligt in East Village, wat samen met West Village en Indian Village de opkomende buurten zijn. Die laatste is de duurste wijk. Dat zie je ook aan de huizen. Hoewel er nog steeds veel leegstand is, staan er prachtige grote huizen. Een beetje zoals in onze achtertuin van het hotel in Dearborn, maar dan centraler gelegen. Iets na 9u begonnen we eraan. De schoolbus werd volgeladen met nog 12 andere “Urbexers”. Al snel bleek er een Duitse het hoogste woord te willen voeren. De rest van de groep was redelijk stil, dus vond zij dat ze de aandacht van de gids maar moest opeisen. Dat is leuk voor even, maar wordt al heel snel irritant. Ze was ook vanuit de buurt, en wilde vooral laten merken hoe ze het wel niet gemaakt had in de US of A. Dat geratel ging door tot aan en tijdens de eerste stop: de St. Margaret Mary’s school and Church, gelegen in Lemay Street. Van alle stops bleek dit de leukste te zijn, al wisten we dat op dat moment natuurlijk nog niet. Achteraf bleek het ook de locatie te zijn van één van de vele tot de verbeelding sprekende foto's uit mijn fotoboek: het klaslokaal waar de sluitingsdag van de school op gesuggereerd wordt: 8 november 1983. Dankzij verkeerde instellingen op mijn fototoestel zijn de foto's van dat schoolbord er wazig uitgekomen, echt jammer ;).

Dit was dus een kerk, het huis van de directeur van de school, en een school. Op zich een treurig verhaal, de school is dus gesloten in 1983 (waarvoor Darren, een indrukwekkend wiskundig wonder, 2 ingewikkelde berekeningen op zijn iPhone moest maken om uit te komen op 35 jaar geleden :D) en was verloren, de kerk heeft gedraaid tot 2012. Een aantal jaar later (ik ben het vergeten wanneer precies) hadden ze geld gevonden om het terug op te knappen, maar toen zijn “scrappers” het hele gebouw komen strippen van elektrische bedradingen. Dat was meteen het einde, er was geen geld genoeg om die kost ook nog op te vangen.

De kerk was al serieus gevandaliseerd, zeker als je de foto’s op detroiturbex.com bekijkt van een aantal jaar terug (deze site is mijn bijbel voor de ruïnes in Detroit, naast mijn fotoboek). Op zich heel jammer, maar het was te denken dat er niet veel van waarde meer te vinden is in dergelijke gebouwen. Ze zijn officieel afgesloten en vooraan dichtgetimmerd, maar overal zijn er al sluipwegen gemaakt om er toch nog in te kunnen (zoals wij natuurlijk ook hebben gedaan). Er lag best nog veel papier, bijbels, kalenders en dergelijke in de ruimtes achter de kerk zelf, dat was fascinerend.



De school was in slechtere staat dan de kerk, daar stond helemaal niets meer in, en er leek een zandstorm te zijn gepasseerd in de gangen. De klaslokalen waren ook ontdaan van alles, maar toch was het wel tof erin te lopen. Het had allemaal iets spookachtigs, lopen in lege schoolgangen met achter elke deur een nieuw klaslokaal om te ontdekken. Je kon helemaal tot op het dak, waar je een uitzicht had op de ruïne en de buurt errond.




De bewuste foto van Yves Marchand uit 2008, met de datum (11/08/83) links in het rood.
Tussen de 2 gebouwen stond het huis van de directeur. Dat was in redelijk slechte staat (het was ook een houtstructuur), en daar ben ik enkel op de begane grond een kijkje gaan nemen. Het lag er vol christelijk materiaal, bekers, documenten van de school,…


Na 45 minuten reden we verder naar stop 2, de Continental-fabriek. Niet van banden, wel van motoren. Dit was eigenlijk gewoon een ruwbouw, het “leven” was eruit, en sprak mij minder aan. Bij het oprijden bleek er een filmploeg te draaien. Al was het snel duidelijk dat we er George Clooney niet zouden tegenkomen ;). Het was een bizarre setting, met een rode Cadillac, mannen in ridderachtige uniformen met bebloede hoofden en vrouwen met smokey eyes in lichtekooi-uitvoering. Ik denk niet dat we er nog iets van gaan horen, al riep 1 van de acteurs “Dan kunnen jullie achteraf zeggen dat jullie hier waren tijdens het draaien!!”. Hmmm…

Je kon tot op het dak van de ruïne staan en naar beneden kijken, wat soms eng was. Je had ook uitzicht op de parking van de huidige Chrysler-fabriek, waar alle afgewerkte auto’s werden verzameld.


Tijdens deze stop werd duidelijk dat de Duitse er was met haar Duitse moeder (ha ja ;)) die geen woord Engels sprak, haar Amerikaanse vriend en diens ouders. Met die moeder had ik wel een leuke babbel, ze was geboren en getogen Detroitse. Ze heeft de stad dus gekend in de hoogdagen en zien teloorgaan. Ze sprak met veel enthousiasme over de revival. En net zoals de mensen uit Chicago eerder deze vakantie had ze het over de rellen in 68. Hoewel het volgens haar maar is hoe je het bekijkt: “rellen, “revolutie”, of “volksopstand”. Toen ik haar vroeg hoe zij het zou benoemen, koos ze voor “revolutie” en een haast normaal gevolg van de ongelijkheid die er toen was. Ze erkende dat de VS, ondanks dat er goede dingen veranderd zijn, nog steeds een lange weg te gaan heeft qua rassengelijkheid.

Na deze fabriek hielden we even halt aan het gebouw dat de Amerikaanse man met zijn Duitse vriendin hadden opgeknapt. Ze hadden er een co-workingruimte van gemaakt, en het moet gezegd, het oude politiekantoor was zeer mooi gerenoveerd, met respect voor de oude structuren. Daarna ging het richting Eastern Market voor een sanitaire stop. Wij kozen ervoor ook ineens lunch te kopen, een kalkoenwrap met avocado. Zalige wrap! We hadden toen al beslist later op de dag terug te keren naar deze plek, een aangename buurt die ook aan een revival bezig was.


De laatste stop was opnieuw een verlaten fabriek, die recentelijk is verkocht. Daar bleek een rapper zijn clip op te nemen. Opnieuw een ruïne, zonder veel ziel. Deze was tot voor kort bewoond door daklozen, Darren liet me hun ruimte zien. Het was triest om te zien dat mensen zo moeten leven… Tijdens deze stop werden we de hele tijd in de gaten gehouden door een agent in een Dodge Charger. Hij riep naar mij dat iedereen uit het gebouw moest, dat we aan het “trespassen” waren, wat 80 dollar boete is. Jessie lachte daar wat mee, want hij riep half terug, “Het is 275 dollar boete voor trespassen!”. De agent liet ons effectief begaan, maar bleef rondjes rijden tot we weg waren.



Om 13u30 zat het erop en keerden we terug naar de winkel. Op zich een leuke ervaring, met als hoogtepunt de eerste stop. Jammer van de twee laatste. Al wordt het moeilijker om nog ruïnes te vinden: Jessie vertelde dat alles in het centrum al jaren is afgesloten, het Michigan Central Station is al sinds 2013 afgesloten en is effectief verboden toegang (als er een bord staat met “no trespassing”, dan pas bega je een overtreding), en de Packard Plant (de andere beroemde ruïne in Detroit) is al jaren te gevaarlijk, omwille van instortingsgevaar en louche activiteiten.

Tijdens deze tour reden we door goede en minder goede buurten. Dat merk je wel, al ligt de leegstand letterlijk om de hoek. Het is in Detroit nooit veraf, je kan er niet omheen. Dat blijf ik fascinerend vinden, het heeft enorm potentieel: de huizen die er nog staan, leegstaand of niet, zijn werkelijk prachtig.

Jessie gaf ons nog wat tips mee voor het zelf verkennen van vervallen buurten en Detroit: het is een gekende truc om je aan een rood licht te carjacken met een auto die je achter en voor klemrijdt. Dan richten ze een wapen op je en moet je je auto afgeven. De raad was om genoeg plaats te laten met je voorligger, zodat je steeds kan wegrijden. En als je tankt bijvoorbeeld, kies dan een tankstation waar een groen licht flikkert op het reclamebord. Die stations hebben bewakingscamera’s die rechtstreeks kunnen gezien worden door de politie. En dat er buurten zijn (noordwesten van de stad) waar mensen na valavond hun deur dichtdoen en wachten tot het terug licht wordt. Het klinkt allemaal toch ruig…

Zelf had hij trouwens goed geboerd met het opkopen van grond: er is een tijd geweest dat je voor 500 dollar een stuk grond kon kopen met een huis erop. Die tijden zijn voorbij, maar het aanbod grond is natuurlijk enorm.

We keerden terug naar Eastern Market, waar we rondliepen op de overdekte markt en een gezond sapje dronken bij dezelfde zaak van de wraps. Het is een leuke buurt geworden, overal voel je de “vibe” van de heropleving.

Daarna ging het richting Highland Park, ooit de gevaarlijkste voorstad van Detroit. Het is er nog steeds verre van aangenaam, ik voelde me er niet volledig op mijn gemak. Zolang je op de hoofdbaan, Woodward Avenue, bleef, was het goed, maar de zijstraten ervan vond ik eng. Veel leegstand, open plekken, slecht asfalt (al is dat wel overal), “rauwe” buurten. We stopten bij de Packard Plant met de bekende boog, maar de kilometerslange parallelstraten aan de achterkant vond ik redelijk doodeng en bekijk ik wel verder via Streetview ;). Overal waar je kijkt is er leegstand, zijn er braakliggende terreinen, en in deze regio zijn er weinig tekenen van heropleving. In deze wijk zal het nog tientallen jaren duren voor dat ooit zo zal zijn…





De volgende stop was de brandweer van Highland Park. Hun vorige gebouw is, oh ironie, afgebrand. Omdat het te duur was het herop te bouwen, hebben ze het nieuwe gebouw aan de overkant gezet. Zo kijken ze zelf constant op de verwoestende effecten van vuur, het moet goed zijn om je scherp te houden ;).

We reden nog wat verder tot het richting valavond ging, en volgens Jessie wordt het dan dus gevaarlijker in dergelijke buurten.


Na een korte pauze op de kamer gingen we op stap in de buurt op zoek voor het avondeten. Na wat zoeken kozen we voor een Thai, geen keten, een klein zaakje langs Michigan Avenue. De dienster leek eerst niet al te vriendelijk, maar ontdooide gaandeweg. Haar collega, een goedlachse Amerikaanse met paars haar, was een stuk vrolijker.
Voor nog geen 33 dollar hebben we heel lekker gegeten, curryvarianten met kip als hoofdgerecht en veel te veel fresh rolls als voorgerecht.

Daarna gingen we nog iets drinken bij de Martini’s pub. David bleef bij wijn, ik nam een citrus tequila. Het was onmiddellijk duidelijk dat hier een grote hoeveelheid tequila inzat J.

Deze eerste volle dag in Detroit is voor mij een afgevinkte “to-do” op mijn bucket list. Ja, eigenlijk zijn we te laat om het volle verval van Detroit te zien, en we zijn ook te laat om nog leegstaande gebouwen in vol ornaat te zien, waarbij het lijkt alsof de bewoners gisteren de deur achter zich hebben dichtgetrokken en alles achterlieten. Maar op zich ben ik oprecht blij deze stad terug te zien opstaan. Er zijn weinig steden met zo’n interessante recente geschiedenis. Ik weet niet of ik hier in volle verval om het even waar op mijn gemak had gelopen. Dus dat is wel weer een aangename verrassing.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten