zondag 27 augustus 2017

Zondag 27 augustus: Columbia (SC)– Congaree NP – Columbia (SC)

“You will feel drowsy when taking these pills though”, was de raad die de apothekeres gisteren meegaf toen ze me de pillen aanraadde tegen de jeuk. De jeuk was na 10 minuten al gaan liggen, maar eigenlijk was elk scherp gevoel verdoofd na 10 minuten ;). Dankzij deze pillen heb ik haast comateus geslapen, en hebben we ons ook overslapen vanochtend, al was dat opnieuw niet al te erg.

Deze ochtend was het opnieuw gratis ontbijt in het hotel, en deze keer was het met vers ei. Lekker! De TV in de ontbijtzaal stond op Fox News (wat we beiden toch gek vonden, gezien de uitbaters en de meerderheid van de gasten zwart zijn), waar het constant ging over de orkaan in Texas, de ergste in 10 jaar. De beelden van Houston waren alvast hallucinant.

Na dit verkwikkende ontbijt gingen we om 10u op pad richting Congaree NP. Die pillen zaten duidelijk nog steeds in mijn lijf, ik had ontzettend last om alert te blijven (maar jeuk had ik niet ;)). David nam het na 20 minuten van me over, op zoek naar Congaree NP. Ik zeg wel degelijk op zoek, want het park leek onvindbaar. We zaten goed volgens de kaart (Route 48), maar we bleken steeds de afslag van het park te missen, want we vonden het niet. En omdat dat maar heel belachelijk zou zijn – wie heeft er nu ooit het Nationaal Park niét gevonden? – gaven we niet op. Na drie keer die route op en af gereden te hebben, vonden we het dan toch, met een uur vertraging…

Het is een klein park, 90 vierkante kilometer en telde 143.843 bezoekers in 2016. Ter vergelijking: Yellowstone had er vorig jaar 4,3 miljoen… Je kan er kayakken, en dat was eigenlijk de reden om het op de route te leggen, maar dat leek niet meer aangeboden te worden door de National Park Service, dus gingen we wandelen. We kozen voor de Oak Ridge Trail, 6.6 mijl (10,56 kilometer). Het eerste en laatste stuk liep langs een boardwalk (die je ook kon aflopen als je geen zin had in de wildernis, maar dat hadden wij wel ;)). Daarna ging je dus de wildernis in, en dat was het ook wel. We moesten over en onder bomen klauteren, soms was het pad nauwelijks duidelijk, maar dat maakte het eigenlijk leuker. Het landschap was apart, een moerassige bedoening met waterlopen, met waterlopen die bruin zagen (maar als je goed keek wel helder waren). Halverwege het pad kwamen we een trio vrijwilligers tegen die het pad aan het opruimen waren. Ze waarschuwden ons dat door hen in te halen wij het mogelijk moeilijker zouden vinden vanaf dan ☺.

Na 2u50 waren we terug bij het visitor center, mooi! Dit was geen wildlife park, de dieren die we hebben gezien beperkten zich tot hagedissen, spinnen en vogels met een gekke bek (waarmee ze de bodem van de moerassen konden afgraven). Het was warm en vochtig, maar omdat alles in de schaduw was, viel het uiteindelijk goed mee. En wat nog leuker was: je zag werkelijk David terug tot leven komen, een echte road trip zonder natuur en wandelen lijkt toch niet zijn ding te zijn :).

De mosquito meter stond bij de start van de trail op moderate tot severe, bij het terugkeren op mild. Eigenlijk is dat typisch, we waren op alles voorzien: ik had een bandje tegen de muggen, en we hadden ons volgespoten met “off!” (lijkt me duidelijke taal voor de muggen ;)), maar nu waren ze veel minder talrijk dan bij de beruchte aanval in Delaware… De ergste graad op de meter was trouwens “war zone”, daar kunnen we ons nu wel wat bij voorstellen ☺.

We gingen nog even binnen om een donatie te doen. Dit park is gratis, maar gezien de president die nu aan de macht is, lijkt het ons dat ze elke hulp kunnen gebruiken. En op zich is het ook apart dat het gratis is en dat ze afhangen van donaties.

Om 16u waren we terug in het hotel. Het was opnieuw warm, ruim 32 graden in volle zon, dus wilden we even zwemmen. Het zwembadwater leek bij nader inzien niet al te super, dus hielden we het bij pootjebaden.

Voor het avondeten gingen we het centrum in. Hoewel het er eerst niet al te best uitzag langs Main Street, bleek het dat iets verder toch te worden aan Gervais Street. Daar parkeerden we de auto en gingen we op zoek. Het centrum is echt leuk gedaan, het zijn oude fabriekspanden die zijn heropgewardeerd tot bars en restaurants. Maar het is compact, een straat of 3 verder zit je opnieuw in leegstand en minder fraaie stukken. We liepen wat rond op zoek naar een leuk restaurant, maar er was veel keuze. Net toen we wilden gaan opgeven, viel ons oog op de Pearlz Oyster Bar. Op hun plakkaat stond “wine bottles half off today”. Tja, dat in combinatie met oesters ;)… Het was een verrassing, een hele hippe zaak, met geweldig lekker eten voor geen geld. We namen een fles wijn, effectief aan de helft van de prijs, David nam 6 oesters, ik de gestoomde mosselen als voorgerecht. Als hoofdgerecht nam David de gebakken tonijn, ik de tonijnburger. Omdat David vermeldde dat zijn tonijn niet echt “rare” was (dat was hij ook niet echt), maar dat het verder heel lekker was, kregen we het dessert voor niets. Dat was een drielagig stuk chocoladetaart met een bol ijs, wat wij zelfs met twee niet opkregen. Maar wat was het weer lekker! We klokten af op 88 dollar, ongelooflijk, dus gaven we maar een royale fooi, want dit was echt top…

Morgen rijden we richting Asheville, en ik vermoed dat we ons weer gaan overslapen, gezien ik nog een pil moet nemen ;).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten