donderdag 29 augustus 2019

Donderdag 29 augustus: Swakopmund

Vanochtend moésten we op tijd opstaan, voor de living Desert tour. Na het ontbijt, voor beiden roerei met wat brood en kaas, werden we om 8u20 opgehaald door Bas, de gids van deze ochtend. We stopten nog op 2 andere plaatsen om in totaal 9 mensen in zijn Land Cruiser te krijgen. Bij het begin van de woestijn kwam nog een andere Land Cruiser ons vergezellen met een stillere gids, ik zal hem Ludwig noemen (maar eigenlijk ben ik het vergeten;)). Bij de eerste stop, een stel paardenbotten, vertelde Bas een stukje over WO I, dat de onfortuinlijke paarden die hier werden begraven gestorven zijn aan de paardengriep, iets wat nu te behandelen is, maar in 1915 jammer genoeg nog niet. Het was steenkoud, een onaangename noordenwind maakte het best guur. Elke ochtend begint het weer in Swakopmund zoals vanochtend: mistig. Door die mist kunnen alle dieren in de woestijn overleven, want wie op zoek moet naar water is eraan voor de moeite. De mist condenseert namelijk. Sommige reptielen zijn in staat om wekenlang vocht bij te houden, dankzij een extra soort blaas.

De tocht ging verder langs de oude spoorweg die de Duitsers nog hadden aangelegd, maar ze hebben zich mispakt door het onverbiddelijke klimaat hier dat alles terug opvreet als het ware. Van die spoorlijn schiet zo goed als niets meer over, terwijl die pas in 1960 buiten gebruik werd gesteld.
     
Bas (na ons avondeten ben ik ook van deze naam niet meer zeker, volgens David was het “Dan”, hmmm, voor mij blijft hij Bas) was de hele tijd op zoek naar sporen van leven, en op het eerste zicht leek dat volledig lukraak en op goed geluk. Het eerste half uur waren zijn pogingen niet succesvol, waardoor ik al begon te vrezen voor zo’n ochtend waarin er “buitengewoon weinig leven viel te spotten”. Maar Bas gaf niet op. Na een 40 minuten had hij een kameleon gevonden. En wat je dan zou denken is dat iedereen daar als de wervelwind naartoe moet, maar hij kwam ons rustig halen. Tegen dat wij aan de struik waren zat de kameleon er nog, te wachten op de “paparazzi”, zoals hij ons noemde. De kameleon had blijkbaar al wat accidentjes meegemaakt: zo was zijn staart wit, en dat komt doordat hij hem ooit heeft laten verbranden door de zon. Bas kende deze kameleon persoonlijk, net aan die staart. Blijkbaar is er nog een andere wiens 4 poten wit zijn door de zon. Hij kreeg wat wormpjes als ontbijt, waar hij duidelijk wel blij mee was, de aandacht nam hij er graag bij.

De volgende stop was voor een gekko, en ongelooflijk hoe Bas dat beestje uit een zandduin haalde. Deze was volledig transparant en is eigenlijk een nachtdier. Na 5 minuten in de zon zou die totaal verbranden, dus gaf Bas de uitleg terwijl de gekko in zijn schaduw stond. Dit was verreweg het schattigste diertje. Ook hoe hij zichzelf na de uitleg terug ingroef met zijn pootjes, en met zijn staart heen en weer ging om zuurstof mee te nemen in zijn constructie voor de dag was apart om zien.

Daarna werd het terug zoeken, Bas had ons graag een slang voorgeschoteld, al zijn die moeilijk te vinden. Na een paar vruchteloze pogingen leek hij te gaan opgeven, maar dat kon Bas gelukkig niet :). We reden nog wat verder, tot hij ineens schijnbaar zonder reden zijn teenslipper op een zandduin gooide. David had zich eerder op de dag al afgevraagd of die man überhaupt schoenen zou hebben, omdat hij constant blootsvoets liep. We vermoeden van niet, omdat je een bergschoen niet zo makkelijk uit het niets vanaf je voet naar een duin gooit ;). Ook dat teenslippergooien was niet zomaar: dat was voor een “dingsken” zei David. Een hagedisje dus ;). De teenslipper bootste een vogelaanval na, waardoor het beestje zich begon in te graven. Door dat ingraven kon Bas hem uit het zand halen. Indrukwekkend.  De hagedis was nog geen duim groot. Zijn laatste verweer was zich vastbijten in Bas’ vinger, waardoor hij in een normale situatie door een ander dier zou weggeslingerd worden. Dat deed Bas niet, hij zette hem braaf terug in het zand, en liet het zich terug ingraven zodat het niet door een vogel werd gespot en opgegeten.

Net voor hij het écht wou gaan opgeven vond Bas dan toch een slang voor ons. Geen grote gelukkig, al lijkt hij immens op de foto die hij met mijn telefoon trok (zelf zou ik nooit zo dichtbij gedurfd hebben natuurlijk). Een beet van deze olijkerd levert je een week helse pijnen op, waartegen niet veel helpt.

Na deze afsluiter was het snacktijd, lekkere zelfgemaakte koekjes met een sapje, en tijd om terug te keren naar centrum Swakopmund. Al bij al duurde deze excursie toch zo’n 4 uur, het zoeken naar dergelijk klein leven is intensief.

Rond 13u waren we terug in ons Guesthouse. Nog anderhalf uur voor het sandboarden. We gingen terug richting het centrum om te lunchen, we stopten op goed geluk bij Wild Rocket, wat ons wel een leuk zaakje leek. Dat was het ook, niet duur en een lekkere wrap met kip en pindakaas.

Om 14u25 kwamen Arnaud en 2 andere coole Namibiërs (het leken wel 3 jonge versies van Bob Marley) ons halen voor het sandboarden. We waren de enige klanten vandaag, dus hadden we een privé-ervaring. De 2 jongens die vooraan zaten waren onze chauffeurs, Arnaud was de sandboarder die ons meenam op de duinen. Wij hadden gedacht dat sandboarden, of je dat nu al liggend of staand doet, altijd werd gedaan van op een snowboard. Dat is dus niet zo, de lie down-versie is gewoon met een houten flexibele plaat, waar je ofwel op je buik op gaat liggen, ofwel op gaat zitten en er een soort slee van maakt. Eerst vertrokken we van een kleine duin, om het wat onder de knie te krijgen. Volgens Arnaud was het enige wat ons kon overkomen “een mond vol zand”. Al leek dat niet zo met zo’n dunne plaat onder je. Voor het rechtstaand sandboarden wordt dan weer wel een snowboard gebruikt, waarop een formicalaag is aangebracht, want een echt snowboard glijdt niet in zand. En zelfs dan moet je elke keer de plaat inwaxen met boenwas. Nog een nadeel: het naar beneden glijden duurt 10 seconden, maar dan moet je weer met die plaat de helling op. Volgens Arnaud was dat de full package: “fun, sandboarden en fitness”.
David wilde zich wel wagen een rechtopstaand avontuur. Hij is niet gevallen, maar om nu te zeggen dat het razendsnel ging is ook overdreven ;)...
Daarna werd ons de tandem aangeleerd: met twee naar beneden op 1 plaat. Dat leek ons technisch onmogelijk, maar Arnaud hield vol van wel. En dat was het nog ook! Eigenlijk was dat de stabielste versie om een duin af te glijden, dus besloten we het zo verder te doen. David zat voorop en was verantwoordelijk voor de voorkant, ik zat achterop en nam het evenwicht en het sturen voor mijn rekening. Dat ging verbazingwekkend snel, en foutloos :). Na een aantal keer oefenen op een kleine helling stuurde Arnaud ons de hoogste duin af. David zag het niet zitten en begon wat te pruttelen, Arnaud aanmanend dat hij ons maar een klein duwtje mocht geven. Dit wordt niet voor niets de “Kalahari-Ferrari” genoemd! Het was écht leuk, die 10 seconden steile afdaling. Volgens David zouden we een prima bobslee-koppel zijn. Eens zien of we dat in januari overdoen op het ijs in La Plagne ;).

Tussen het afdalen door vertelde Arnaud over Damaraland, waarvan hij afkomstig is, over de apartheid, de township in Swakopmund (waardoor de straten zo leeg zijn ‘s avonds, omdat iedereen terugkeert naar de townships), over zijn talenkennis (zo goed als ieder kind kan op zijn 10de 4 talen spreken), over zijn project (een sandboarding-school starten),... Het was een toffe jongen.

Na nog een afdaling was het tijd voor de laatste: die richting de oceaan. Deze was minder steil, maar vooral langer. Leuke afsluiter.
Eens terug in de Guesthouse bleek hoeveel zand we hadden meegenomen: het zat werkelijk overal, tot ver in mijn oren. Na een verkwikkende en opwarmende douche (de wind blijft snijden uit het noorden), zijn we klaar voor het restaurant van vanavond: The Tug.

Update 21u08: The Tug was minstens even lekker als gisteren, al teren die van vandaag meer op hun naam. Het kader was wel tof, wij zaten in de stuurmanscabine van de boot (het hele restaurant was dus een boot, met zicht op de oceaan). David nam als voorgerecht kreeftensoep, ik nam de gegrilde calamari met tartaarsaus. Daarna namen we beiden kabeljauw, ik als “catch of the day” (met saus en bijgerecht naar keuze), David nam de kabeljauw met groenten, aardappelen en kaassaus. Daar namen we dan nog rijst en linzen met tomatensaus bij. Samen met de suggestiewijn, een pinot grigrio van Zuid-Afrika. En laat de ober van vanavond (I kid you not) net Ludwig heten, wat me doet vermoeden dat Ludwig van vanochtend eigenlijk niet Ludwig heette, het toeval zou te groot zijn. Na een verkwikkende avondwandeling sluiten we deze rijk opgevulde dag af!








Geen opmerkingen:

Een reactie posten