Gisterenochtend was
mijn hoogdag: de Urbex rondrit door verlaten Detroit. Parker Street, de plaats
van afspraak, leek in een betere buurt te liggen, en dat bleek ook achteraf bij
de uitleg van Jessie, de gids voor vandaag, bijgestaan door de verlegen Darren,
gids in opleiding. Deze straat ligt in East Village, wat samen met West Village
en Indian Village de opkomende buurten zijn. Die laatste is de duurste wijk. Dat
zie je ook aan de huizen. Hoewel er nog steeds veel leegstand is, staan er
prachtige grote huizen. Een beetje zoals in onze achtertuin van het hotel in
Dearborn, maar dan centraler gelegen. Iets na 9u begonnen we eraan. De
schoolbus werd volgeladen met nog 12 andere “Urbexers”. Al snel bleek er een
Duitse het hoogste woord te willen voeren. De rest van de groep was redelijk
stil, dus vond zij dat ze de aandacht van de gids maar moest opeisen. Dat is
leuk voor even, maar wordt al heel snel irritant. Ze was ook vanuit de buurt,
en wilde vooral laten merken hoe ze het wel niet gemaakt had in de US of A. Dat
geratel ging door tot aan en tijdens de eerste stop: de St. Margaret Mary’s
school and Church, gelegen in Lemay Street. Van alle stops bleek dit de leukste
te zijn, al wisten we dat op dat moment natuurlijk nog niet. Achteraf bleek het ook de locatie te zijn van één van de vele tot de verbeelding sprekende foto's uit mijn fotoboek: het klaslokaal waar de sluitingsdag van de school op gesuggereerd wordt: 8 november 1983. Dankzij verkeerde instellingen op mijn fototoestel zijn de foto's van dat schoolbord er wazig uitgekomen, echt jammer ;).
De kerk was al serieus
gevandaliseerd, zeker als je de foto’s op detroiturbex.com bekijkt van een
aantal jaar terug (deze site is mijn bijbel voor de ruïnes in Detroit, naast mijn fotoboek). Op zich heel
jammer, maar het was te denken dat er niet veel van waarde meer te vinden is in
dergelijke gebouwen. Ze zijn officieel afgesloten en vooraan dichtgetimmerd,
maar overal zijn er al sluipwegen gemaakt om er toch nog in te kunnen (zoals
wij natuurlijk ook hebben gedaan). Er lag best nog veel papier, bijbels,
kalenders en dergelijke in de ruimtes achter de kerk zelf, dat was fascinerend.
De school was in
slechtere staat dan de kerk, daar stond helemaal niets meer in, en er leek een
zandstorm te zijn gepasseerd in de gangen. De klaslokalen waren ook ontdaan van
alles, maar toch was het wel tof erin te lopen. Het had allemaal iets
spookachtigs, lopen in lege schoolgangen met achter elke deur een nieuw
klaslokaal om te ontdekken. Je kon helemaal tot op het dak, waar je een
uitzicht had op de ruïne en de buurt errond.
![]() |
De bewuste foto van Yves Marchand uit 2008, met de datum (11/08/83) links in het rood. |

Je kon tot op het dak
van de ruïne staan en naar beneden kijken, wat soms eng was. Je had ook
uitzicht op de parking van de huidige Chrysler-fabriek, waar alle afgewerkte
auto’s werden verzameld.
Tijdens deze stop werd
duidelijk dat de Duitse er was met haar Duitse moeder (ha ja ;)) die geen woord
Engels sprak, haar Amerikaanse vriend en diens ouders. Met die moeder had ik
wel een leuke babbel, ze was geboren en getogen Detroitse. Ze heeft de stad dus
gekend in de hoogdagen en zien teloorgaan. Ze sprak met veel enthousiasme over
de revival. En net zoals de mensen uit Chicago eerder deze vakantie had ze het
over de rellen in 68. Hoewel het volgens haar maar is hoe je het bekijkt: “rellen,
“revolutie”, of “volksopstand”. Toen ik haar vroeg hoe zij het zou benoemen,
koos ze voor “revolutie” en een haast normaal gevolg van de ongelijkheid die er
toen was. Ze erkende dat de VS, ondanks dat er goede dingen veranderd zijn, nog
steeds een lange weg te gaan heeft qua rassengelijkheid.
Na deze fabriek
hielden we even halt aan het gebouw dat de Amerikaanse man met zijn Duitse
vriendin hadden opgeknapt. Ze hadden er een co-workingruimte van gemaakt, en
het moet gezegd, het oude politiekantoor was zeer mooi gerenoveerd, met respect
voor de oude structuren. Daarna ging het richting Eastern Market voor een
sanitaire stop. Wij kozen ervoor ook ineens lunch te kopen, een kalkoenwrap met
avocado. Zalige wrap! We hadden toen al beslist later op de dag terug te keren
naar deze plek, een aangename buurt die ook aan een revival bezig was.
![]() |
De laatste stop was
opnieuw een verlaten fabriek, die recentelijk is verkocht. Daar bleek een
rapper zijn clip op te nemen. Opnieuw een ruïne, zonder veel ziel. Deze was tot
voor kort bewoond door daklozen, Darren liet me hun ruimte zien. Het was triest
om te zien dat mensen zo moeten leven… Tijdens deze stop werden we de hele tijd
in de gaten gehouden door een agent in een Dodge Charger. Hij riep naar mij dat
iedereen uit het gebouw moest, dat we aan het “trespassen” waren, wat 80 dollar
boete is. Jessie lachte daar wat mee, want hij riep half terug, “Het is 275
dollar boete voor trespassen!”. De agent liet ons effectief begaan, maar bleef
rondjes rijden tot we weg waren.
Om 13u30 zat het erop
en keerden we terug naar de winkel. Op zich een leuke ervaring, met als
hoogtepunt de eerste stop. Jammer van de twee laatste. Al wordt het moeilijker
om nog ruïnes te vinden: Jessie vertelde dat alles in het centrum al jaren is
afgesloten, het Michigan Central Station is al sinds 2013 afgesloten en is
effectief verboden toegang (als er een bord staat met “no trespassing”, dan pas
bega je een overtreding), en de Packard Plant (de andere beroemde ruïne in
Detroit) is al jaren te gevaarlijk, omwille van instortingsgevaar en louche
activiteiten.
Tijdens deze tour reden
we door goede en minder goede buurten. Dat merk je wel, al ligt de leegstand
letterlijk om de hoek. Het is in Detroit nooit veraf, je kan er niet omheen.
Dat blijf ik fascinerend vinden, het heeft enorm potentieel: de huizen die er
nog staan, leegstaand of niet, zijn werkelijk prachtig.
Jessie gaf ons nog wat
tips mee voor het zelf verkennen van vervallen buurten en Detroit: het is een
gekende truc om je aan een rood licht te carjacken met een auto die je achter
en voor klemrijdt. Dan richten ze een wapen op je en moet je je auto afgeven. De
raad was om genoeg plaats te laten met je voorligger, zodat je steeds kan
wegrijden. En als je tankt bijvoorbeeld, kies dan een tankstation waar een
groen licht flikkert op het reclamebord. Die stations hebben bewakingscamera’s
die rechtstreeks kunnen gezien worden door de politie. En dat er buurten zijn
(noordwesten van de stad) waar mensen na valavond hun deur dichtdoen en wachten
tot het terug licht wordt. Het klinkt allemaal toch ruig…
Zelf had hij trouwens
goed geboerd met het opkopen van grond: er is een tijd geweest dat je voor 500
dollar een stuk grond kon kopen met een huis erop. Die tijden zijn voorbij,
maar het aanbod grond is natuurlijk enorm.
We keerden terug naar
Eastern Market, waar we rondliepen op de overdekte markt en een gezond sapje
dronken bij dezelfde zaak van de wraps. Het is een leuke buurt geworden, overal
voel je de “vibe” van de heropleving.
Daarna ging het
richting Highland Park, ooit de gevaarlijkste voorstad van Detroit. Het is er
nog steeds verre van aangenaam, ik voelde me er niet volledig op mijn gemak.
Zolang je op de hoofdbaan, Woodward Avenue, bleef, was het goed, maar de
zijstraten ervan vond ik eng. Veel leegstand, open plekken, slecht asfalt (al
is dat wel overal), “rauwe” buurten. We stopten bij de Packard Plant met de
bekende boog, maar de kilometerslange parallelstraten aan de achterkant vond ik
redelijk doodeng en bekijk ik wel verder via Streetview ;). Overal waar je
kijkt is er leegstand, zijn er braakliggende terreinen, en in deze regio zijn
er weinig tekenen van heropleving. In deze wijk zal het nog tientallen jaren
duren voor dat ooit zo zal zijn…
We reden nog wat verder
tot het richting valavond ging, en volgens Jessie wordt het dan dus gevaarlijker
in dergelijke buurten.
Na een korte pauze op
de kamer gingen we op stap in de buurt op zoek voor het avondeten. Na wat
zoeken kozen we voor een Thai, geen keten, een klein zaakje langs Michigan
Avenue. De dienster leek eerst niet al te vriendelijk, maar ontdooide gaandeweg.
Haar collega, een goedlachse Amerikaanse met paars haar, was een stuk
vrolijker.
Voor nog geen 33
dollar hebben we heel lekker gegeten, curryvarianten met kip als hoofdgerecht en
veel te veel fresh rolls als voorgerecht.
Daarna gingen we nog
iets drinken bij de Martini’s pub. David bleef bij wijn, ik nam een citrus
tequila. Het was onmiddellijk duidelijk dat hier een grote hoeveelheid tequila
inzat J.
Deze eerste volle dag
in Detroit is voor mij een afgevinkte “to-do” op mijn bucket list. Ja,
eigenlijk zijn we te laat om het volle verval van Detroit te zien, en we zijn
ook te laat om nog leegstaande gebouwen in vol ornaat te zien, waarbij het
lijkt alsof de bewoners gisteren de deur achter zich hebben dichtgetrokken en
alles achterlieten. Maar op zich ben ik oprecht blij deze stad terug te zien
opstaan. Er zijn weinig steden met zo’n interessante recente geschiedenis. Ik
weet niet of ik hier in volle verval om het even waar op mijn gemak had
gelopen. Dus dat is wel weer een aangename verrassing.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten